ECLI:NL:RBLIM:2024:3532

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 mei 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
C/03/306870 / FA RK 22-2464
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over hoofdverblijf van minderjarige in het kader van alcoholverslaving van de moeder

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 31 mei 2024 een beschikking gegeven over het hoofdverblijf van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013. De rechtbank heeft de moeder, die kampt met een alcoholverslaving, een laatste kans geboden om haar opvoedsituatie te verbeteren. De moeder moet voldoen aan verschillende voorwaarden, waaronder het ondergaan van een detox behandeling en het creëren van een veilige thuissituatie voor [minderjarige]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de thuissituatie bij de moeder zorgwekkend is, met een vervuilde woning en de aanwezigheid van meerdere huisdieren. De vader heeft zorgen geuit over de situatie en heeft aangegeven dat hij [minderjarige] stabiliteit kan bieden. De rechtbank heeft besloten dat [minderjarige] voorlopig bij de vader zal verblijven, met een zorgregeling die door beide ouders is overeengekomen. De rechtbank houdt de beslissing over het hoofdverblijf aan voor zes maanden, waarbij de raad en de ouders de rechtbank moeten informeren over de voortgang van de situatie. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 31 mei 2024
Zaaknummer: C/03/306870 / FA RK 22-2464
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven inzake:
[de vader] ,
verzoeker, verder te noemen: de vader,
wonend in [woonplaats 1] ,
advocaat mr. J.G. van Ek, kantoorhoudend in Heerlen,
en:
[de moeder] ,
wederpartij, verder te noemen: de moeder,
wonend in [woonplaats 2] ,
advocaat: mr. M.C.L.G.J. Ruyters-Stevens, kantoorhoudend in Kerkrade.
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is bij deze zaak betrokken:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Limburg, locatie Maastricht, hierna te noemen: de raad.
Deze beschikking heeft betrekking op de minderjarige:
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 in [geboorteplaats] .
Wederom gezien de stukken, waaronder thans ook een door deze rechtbank gegeven en op 8 februari 2023 uitgesproken beschikking.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 8 februari 2023 heeft de rechtbank de raad verzocht onderzoek te doen naar en te adviseren over het hoofdverblijf van [minderjarige] en over welke zorgregeling met de ouder bij wie [minderjarige] niet haar hoofdverblijf heeft, het meest in haar belang is.
1.2.
Het verdere procesverloop blijkt uit:
-het rapport van de raad van 30 juni 2023, ingekomen bij de rechtbank op 3 juli 2023;
- het F9-formulier van de moeder van 15 augustus 2023;
- het F9-formulier, met bijlage, van de vader van 16 augustus 2023;
- de mondelinge behandeling die met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 5 april 2024, waarbij zijn verschenen:
- de vader, bijgestaan zijn advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
-een vertegenwoordiger van de raad.

2.Het rapport van de raad

2.1.
De raad heeft in zijn rapport van 30 juni 2023 geadviseerd het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de moeder te bepalen. Ondanks dat de raad zorgen heeft over de alcoholverslaving van de moeder, de moeder haar woning niet op orde heeft en omgaat met mensen met verkeerde bedoelingen, vindt de raad een wijziging van de hoofdverblijfplaats niet in het belang van [minderjarige] , omdat zij dan van school moet wisselen en haar vertrouwde omgeving en haar sociale contacten moet achterlaten. Gelet op de leeftijd en de ontwikkelingsfase van [minderjarige] kan een nieuwe omgeving en een nieuwe school een stagnatie in haar ontwikkeling teweeg brengen. Bovendien is [minderjarige] heel loyaal naar de moeder en zal zij daardoor besluiten op eigen houtje naar de moeder te gaan lopen. Dit zal niet zonder gevaren zijn en zal ook voor veel onrust in de opvoedingssituatie bij de vader zorgen.
In zijn rapport heeft de raad verder geadviseerd een zorgregeling voor [minderjarige] bij de vader te bepalen waarbij [minderjarige] één weekend per 14 dagen in de even weken op vrijdag van 17.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader verblijft en iedere woensdag van 13.30 tot 18.00 uur, waarbij de moeder [minderjarige] op de woensdag en de vrijdag naar de vader brengt en de vader [minderjarige] op de woensdag en de zondag terugbrengt naar de moeder. Ten aanzien van de aanpassing van de huidige zorgregeling hebben de ouders tijdens het gezamenlijke gesprek overeenstemming bereikt over de door de raad geadviseerde zorgregeling.

3.De standpunten van de belanghebbenden

3.1.
De moeder heeft per F9-forumulier van 15 augustus 2023 ingestemd met het advies van de raad.
3.2.
De vader heeft per F9-formulier van 16 augustus 2023 laten weten dat hij zich niet kan vinden in het advies van de raad. De vader maakt zich zorgen over de vuile woning, de verslavingsproblematiek van de moeder en het feit dat [minderjarige] de moeder moet troosten als zij emotioneel is. Hij vraagt zich af of [minderjarige] bij de moeder thuis onbezorgd kind kan zijn. De vader vindt dat een schoolwissel niet noodzakelijk hoeft te zijn als [minderjarige] bij hem komt wonen. Er kan ook voor vervoer naar school worden gezorgd. De veronderstelling dat [minderjarige] naar de moeder gaat lopen als zij bij de vader zou gaan wonen kan niet tot de conclusie leiden dat [minderjarige] daarom haar hoofdverblijf bij de moeder moet houden. De vader is van mening dat hij [minderjarige] stabiliteit, regelmaat en structuur kan bieden, wat essentieel is om veilig op te kunnen groeien.

4.De standpunten ter mondelinge behandeling.

4.1.
De moeder heeft verklaard dat zij wel is gestart met haar detox behandeling, maar dat zij deze voortijdig heeft beëindigd, omdat zij twee keer per week naar de psycholoog moest en dat was te veel. Ook nu is haar thuissituatie te onrustig voor een nieuwe detox. De moeder wordt thuis twee maal per week ondersteund door Mondriaan thuisbegeleiding. Verder is nog hulpverlening vanuit Team Jeugd van de gemeente en van JenS betrokken. Het gaat goed met [minderjarige] (op school). [minderjarige] heeft iedere dag telefonisch contact met de vader en gaat om de twee weken een weekend naar de vader toe. In de week dat zij niet in het weekend naar de vader gaat, gaat zij op woensdagmiddag naar de vader. Twee maanden geleden zijn [naam broer 1] en [naam broer 2] (de oudere broers van [minderjarige] ) na een ruzie bij de vader ook bij moeder komen wonen. Daardoor heeft [minderjarige] haar eigen kamer (tijdelijk) aan haar broers moeten afstaan. Zij slaapt nu tijdelijk op een opblaasbare matras in de woonkamer. Op 11 april 2024 zal hierover een gesprek met de hulpverlening plaatsvinden en de moeder hoopt dat er dan een afspraak gemaakt kan worden dat [naam broer 1] teruggaat naar de vader. De dierenambulance heeft twee dagen voor de mondelinge behandeling bijna alle katten uit huis gehaald, zodat de moeder op dit moment nog maar twee katten in huis heeft. De moeder wil graag een detox behandeling ondergaan. Zij wil liever een thuisdetox, omdat zij anders twee weken moet worden opgenomen en dat wil [minderjarige] liever niet. Een detox met opname duurt twee weken, waarna er nog twee weken een thuisdetox volgt met medicatie. De moeder is zich tegen het einde van de mondelinge behandeling ervan bewust geworden dat zij [minderjarige] kan kwijtraken als zij geen detox behandeling gaat doen. Zij heeft zich voorgenomen meteen na afloop van de mondelinge behandeling hierover contact te zullen opnemen met de huisarts.
4.2.
De vader heeft aanvullend verklaard dat er bij hem thuis inderdaad woorden zijn ontstaan waardoor [naam broer 1] en [naam broer 2] naar de moeder zijn vertrokken. De vader heeft hulp gevraagd voor [naam broer 1] . De vader wil ook graag dat [naam broer 1] weer terugkomt naar de vader. [naam broer 2] is 22, doet vieze dingen, was in de gevangenis en beïnvloedt [naam broer 1] . Hij hoeft wat de vader betreft niet terug te komen. [minderjarige] houdt van haar broers en haar broers houden van [minderjarige] . Het contact tussen de vader en [minderjarige] is goed. [minderjarige] belt ook vaak met de vader en hij ziet haar om het andere weekend en ook een keer per twee weken op de woensdag. De (hulpverlening van de) moeder brengt [minderjarige] naar de vader en de vader brengt haar terug. Hij regelt het vervoer dan via een taxi of met hulp van de buren. De vader heeft ook een fiets gekocht, zodat [minderjarige] samen met haar broer naar de vader kan fietsen. Het gaat goed met [minderjarige] op school, maar het gaat niet goed met [minderjarige] bij de moeder thuis. Zij slaapt op de bank sinds haar broers naar de moeder zijn vertrokken. De vader is chefkok. Hij kookt en brengt het eten dan naar de moeder. De ouders diskwalificeren elkaar niet en de vader wil [minderjarige] , die zeer close is met haar moeder, niet bij de moeder weghalen. Maar de vader maakt zich grote zorgen over het alcoholgebruik van de moeder en de staat van haar woning, waarin 21 katten leven. De moeder heeft hulp nodig, maar krijgt niet de hulp die zij nodig heeft. Als de moeder een detox behandeling zou ondergaan, [minderjarige] weer haar eigen kamer zou krijgen en de katten uit de woning zijn, kan [minderjarige] wat de vader betreft bij de moeder blijven wonen. Als de moeder intern bij Mondriaan gaat detoxen kan [minderjarige] bij hem wonen zo lang dat nodig is. Hij zal er dan voor zorgen dat [minderjarige] in die tijd naar school gaat en als dat mag, zal hij ook ervoor zorgen dat [minderjarige] in die tijd (telefonisch) contact heeft met de moeder.
4.3.
De raad stelt dat er sprake is van een veranderde situatie ten opzichte van de situatie die bestond bij de totstandkoming van het raadsrapport. Toen is de raad er vanuit gegaan dat de moeder thuis een detox behandeling zou ondergaan. Dit werd toen ook bevestigd door Mondriaan en de gemeente. Nu blijkt dat de moeder deze behandeling niet heeft ondergaan en net als vorig jaar stelt zij opnieuw dat haar leven een detox op dit moment niet toelaat. In zijn rapport op pagina 13 heeft de raad er al op gewezen dat als de moeder verslaafd blijft aan de alcohol, zij niet voldoende draagkracht heeft om de komende jaren voor [minderjarige] te (blijven) zorgen. De raad schrikt ook van de staat van de woning. De vader spreekt van 21 katten en hoewel de vraag is of dat juist is, is het gelet op de vervuilde omgeving van de moeder die de raad ook heeft aangetroffen wel voorstelbaar. Positief is wel dat de ouders gezamenlijk gesprekken kunnen voeren in het bijzijn van de kinderen. De raad heeft zich tijdens de mondelinge behandeling even afgevraagd of hij niet ambtshalve een beschermingsonderzoek moet starten, maar heeft daarvan afgezien. De raad heeft zijn advies tijdens de zitting gewijzigd en vindt dat er harde voorwaarden aan de moeder gesteld moeten worden. Als de moeder het hoofdverblijf van [minderjarige] wil hebben, zal zij een verplichte detox-behandeling moeten ondergaan. Als de moeder daaraan niet of onvoldoende meewerkt dan moet [minderjarige] haar hoofdverblijf bij de vader krijgen.

5.De (verdere) beoordeling

5.1.
De rechtbank verwijst allereerst naar hetgeen in de beschikking van 8 februari 2023 is overwogen en beslist.
De hoofdverblijfplaats
5.2.
Vast staat dat de thuissituatie van [minderjarige] bij de moeder sinds het rapport van de raad van 29 juni 2023 is veranderd. Niet alleen wonen sinds ongeveer twee maanden de twee broers van [minderjarige] nu (tijdelijk) bij de moeder en [minderjarige] , maar de moeder - die aan alcohol verslaafd is - heeft ondanks haar toezeggingen nog steeds geen detox traject doorlopen. De rechtbank acht het zeer zorgelijk dat de moeder haar detox behandeling steeds opnieuw uitstelt. Daarnaast acht de rechtbank het zorgelijk dat de woning van de moeder vervuild is, onder andere door de vele katten. Verder is het niet goed voor [minderjarige] dat zij haar slaapkamer heeft moeten verlaten ten behoeve van haar broers. Met de raad acht de rechtbank het niet in het belang van [minderjarige] dat zij haar hoofdverblijfplaats bij de moeder houdt, als de moeder niet in staat is om haar thuissituatie te verbeteren.
5.3.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij nu snapt dat zij haar dochter kwijt kan raken als zij aan alcohol verslaafd blijft. Tijdens de zitting is ook gebleken dat zowel de moeder als de vader beseffen dat als het de moeder niet lukt om van haar verslaving af te komen, [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats bij de vader zal krijgen en dat willen beide ouders niet. Gelet op het ter zitting gewijzigde advies van de raad en de wens van beide ouders dat [minderjarige] haar hoofdverblijfplaats bij de moeder houdt, zal de rechtbank de moeder, in het belang van [minderjarige] , nog een allerlaatste kans bieden om haar thuissituatie en dus de opvoedsituatie van [minderjarige] op orde te krijgen. De rechtbank acht het, met de raad, noodzakelijk aan deze laatste kans de volgende voorwaarden te verbinden:
de moeder moet op de kortst mogelijke termijn intern bij Mondriaan (of elders) een detox behandeling ondergaan en zij dient deze behandeling volledig af te maken. De rechtbank gaat ervan uit dat de moeder zich direct na deze zitting van 5 april 2024 daarvoor heeft aangemeld, zoals zij heeft toegezegd;
de moeder dient ermee in te stemmen dat [minderjarige] vanaf de start van de interne detox behandeling in ieder geval voor de duur van vier weken bij de vader verblijft; in die periode dient de hulpverlening (van JenS) voor [minderjarige] bij de vader door te lopen;
mocht blijken dat de interne detox behandeling langer moet duren, dan dient de moeder daaraan mee te werken en dient zij ermee in te stemmen dat [minderjarige] langer bij de vader zal verblijven;
na de detox behandeling dient de moeder de noodzakelijke hulp, van Mondriaan of van een andere hulpverlener, te aanvaarden om blijvend van haar alcoholverslaving af te komen;
de moeder zorgt ervoor dat [minderjarige] , vanaf het moment dat zij weer bij de moeder gaat wonen, haar eigen slaapkamer in gebruik krijgt, zonder dat een van haar broers die ook gebruikt;
de moeder drinkt geen druppel alcohol meer vanaf de dag dat [minderjarige] weer bij haar woont;
de moeder zorgt ervoor dat zij maximaal nog slechts 2 katten of andere huisdieren in of rond haar huis houdt;
de moeder zorgt ervoor dat haar woning altijd opgeruimd en schoon is;
de moeder blijft de hulp vanuit Team Jeugd van de gemeente en van JenS aanvaarden;
zodra [minderjarige] weer bij de moeder woont, zal de hieronder te bepalen zorgregeling uitgevoerd moeten worden.
5.4.
De rechtbank gaat ervan uit dat de vader zijn ter zitting gedane toezegging nakomt, namelijk dat hij gedurende de detox behandeling van de moeder minstens 4 weken voor [minderjarige] zorgt en in die periode er ook voor zorgt dat [minderjarige] naar school gaat. Ook gaat de rechtbank ervan uit dat hij, indien Mondriaan dit toestaat, ervoor zorgt dat [minderjarige] (telefonisch) contact met de moeder heeft gedurende de interne detox behandeling.
5.4.
De rechtbank zal, gelet op hetgeen hierboven is overwogen, de beslissing ten aanzien van de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] voor de duur van zes maanden aanhouden. De rechtbank verzoekt de raad en de ouders de rechtbank uiterlijk een maand voor afloop van deze termijn te informeren over de actuele stand van zaken, over hetgeen hierboven onder 5.3. is overwogen en over wat dat betekent voor het advies van de raad en voor de over en weer ingediende verzoeken, waarna de rechtbank over het vervolg van de procedure zal beslissen.
De zorgregeling
5.5.
Ter mondelinge behandeling is gebleken dat de ouders in onderling overleg zijn afgeweken van het advies van de raad ten aanzien van de zorgregeling en dat zij deze overeengekomen zorgregeling al enige tijd uitvoeren. Daarom zal de rechtbank de beschikking van 22 december 2017 wijzigen en een voorlopige zorgregeling bepalen in de zin zoals de ouders die nu al uitvoeren nu de rechtbank deze regeling in het belang van [minderjarige] acht. De definitieve beslissing over een zorgregeling (inclusief vakanties) zal pas gegeven kunnen worden als definitief over het hoofdverblijf zal zijn beslist.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijzigt de beschikking van deze rechtbank van 22 december 2017 (C/03/229242 / FA RK 16-4541) en bepaalt in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken dat [minderjarige]
voorlopigbij de vader verblijft één weekend per 14 dagen in de even weken op vrijdag van 17.00 uur tot zondag 18.00 uur en een woensdag per 14 dagen in de oneven weken van 13.30 uur tot 18.00 uur, waarbij de moeder [minderjarige] steeds naar de vader brengt en de vader [minderjarige] terugbrengt naar de moeder;
6.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan voor de duur van zes maanden;
6.4.
bepaalt dat de raad en de ouders de rechtbank uiterlijk een maand voordat deze termijn verstrijkt dienen te informeren zoals hiervoor overwogen onder 5.5.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, (kinder)rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. P.P.L.W.M. Aarts, griffier, op 31 mei 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.