ECLI:NL:RBLIM:2024:3414

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
14 juni 2024
Zaaknummer
03.113201.23 en 03.308493.23 (ttz.gev.)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens poging tot doodslag en bezit van kinder- en dierenporno met verminderde toerekeningsvatbaarheid

Op 19 juni 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2002, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en het bezit van kinder- en dierenporno. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar was, wat invloed had op de strafmaat. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3,5 jaar en een niet-gemaximeerde terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 5 juni 2024, waarbij zowel de verdachte als zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschouwde de poging tot doodslag als wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte in een psychose verkeerde en geen opzet had om te doden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk opzet had, gezien de ernst van de verwondingen die hij had toegebracht aan het slachtoffer. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 april tot 1 mei 2023 kinder- en dierenporno in zijn bezit had. De rechtbank legde een gevangenisstraf op, rekening houdend met de psychische toestand van de verdachte en de ernst van de feiten. De benadeelde partij, die slachtoffer was van de poging tot doodslag, vorderde schadevergoeding, die gedeeltelijk werd toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers : 03.113201.23 en 03.308493.23 (ttz.gev.)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 2002 te [geboorteland] ,
thans gedetineerd in de [P.I.] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.F.C. Eliëns, advocaat kantoorhoudende te Beek.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 juni 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De benadeelde partij [naam] , bijgestaan door mr. P.G.J.M. Boonen, advocaat kantoorhoudende te Sittard, is ter terechtzitting verschenen. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Parketnummer 03.113201.23
Feit 1:op 1 mei 2023 heeft geprobeerd [naam] van het leven te beroven dan wel hem zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht;
Parketnummer 03.308493.23
Feit 1:in de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 kinderporno in zijn bezit heeft gehad;
Feit 2:in de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 dierenporno in zijn bezit heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 03.113201.23
De officier van justitie acht de primair ten laste gelegde poging doodslag wettig en overtuigend bewezen. Hij acht de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar gelet op de gedetailleerdheid en consistentie ervan. De verklaringen van de verdachte zijn daarentegen sterk wisselend en de verdachte heeft grotendeels pas ter terechtzitting, soms warrig, verklaard. Naar het inzicht van de officier van justitie heeft de verdachte vol opzet gehad op de dood van het slachtoffer, nu hij met kracht meerdere malen op zowel het hoofd als het bovenlichaam van het slachtoffer heeft ingestoken. Zo niet, dan is er ten minste sprake van voorwaardelijk opzet.
Parketnummer 03.308493.23
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Parketnummer 03.113201.23
De raadsman heeft aangevoerd dat zowel de verdachte als het slachtoffer wisselend hebben verklaard over hetgeen is gebeurd. Bovendien handelde de verdachte in een psychose waardoor hij geen opzet had om het slachtoffer te doden en de verwondingen waren niet dusdanig ernstig dat zij het slachtoffer in levensgevaar hebben gebracht.
Parketnummer 03.308493.23
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Parketnummer 03.113201.23
feit 1 primair
Bewijsmiddelen
De
bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 juni 2024, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende:
Op 1 mei 2023 liep ik met hem mee naar een veld. Toen heb ik hem gestoken, in zijn zij en zijn hoofd.
Een opname van beeld als bedoeld in artikel 567 van het Wetboek van Strafvordering, te weten de bij het proces-verbaal van verhoor van aangever gevoegde
foto’s van het letsel. [2]
De
geneeskundige verklaring van Zuyderland Medisch Centrum [3] , onder meer inhoudende:
Betreft: [naam]
Opname: 01.05.2023
Uitwendig waargenomen letsel: steekverwondingen rug waarbij op de scan een beeld te zien was van een ribfractuur 11-12 links aan de achterzijde waarbij alhier een bloeduitstorting te zien was van 5x9x14cm. Verder ook steekverwonding t.h.v. rib 8. Vreemd voorwerp op het hoofd (mespunt) aan de linkerzijde met punt net in de schedel. Verschillende kleine verwondingen hand en rug gehecht en verbonden.
Inwendig bloedverlies: op de CT-scan was er sprake van een grote bloeduitstorting.
Overwegingen
De raadsman heeft betoogd dat, daar de verdachte in een psychose verkeerde, er bij de verdachte geen opzet bestond om het slachtoffer van het leven te beroven. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat het de verdachte ten tijde van zijn handelen aan ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan ontbrak. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan daarvan slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. Dat de verdachte zich hetgeen is voorgevallen en zijn beweegredenen daartoe kan herinneren en daarover kan verklaren duidt erop dat hij tenminste enig inzicht heeft gehad in zijn handelen.
De verdachte heeft meermalen ingestoken op het hoofd en de rug van het slachtoffer. Dit is met dusdanige kracht gebeurd dat niet alleen de punt van het mes is afgebroken en in de (doorboorde) schedel van het slachtoffer is blijven steken, maar ook een rib van het slachtoffer is gebroken. Het handelen van de verdachte kan naar de uiterlijke verschijningsvorm en gelet op de aanwezigheid van vitale organen in het hoofd en het bovenlichaam, niet anders begrepen worden dan gericht te zijn geweest op het doden van het slachtoffer.
Parketnummer 03.308493.23 – feiten 1 en 2 [4]
De rechtbank acht de beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Omdat de verdachte deze feiten ter terechtzitting heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank acht het aan de verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
  • de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 5 juni 2024;
  • het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal en de daaraan gehechte bijlagen
- het aanvullend proces-verbaal van bevindingen [6] .
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Parketnummer 03.113201.23 – feit 1 primair
op 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen met een mes in het hoofd en de rug van die [naam] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 03.308493.23 – feit 1
in de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een vinger vaginaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1, p. 10 en 18 pv en/of
afbeelding 2, p. 10 en 18 pv en/of
afbeelding 3, p. 10 en 19 pv);
en
het met de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de eigen borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 4, p. 10 en 19 pv en/of
afbeelding 5, p. 10 en 20 pv);
en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(afbeelding 6, p. 11 en 20 pv);
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 7, p. 11 en 21 pv en/of
afbeelding 8, p. 11 en 21 pv en/of
afbeelding 9, p. 11 en 22 pv en/of
afbeelding 10, p. 11 en 22 pv en/of
afbeelding 11, p. 11 en 23 pv en/of
afbeelding 12, p. 11 en 23 pv en/of
afbeelding 13, p. 11 en 24 pv en/of
afbeelding 14, p. 11 en 24 pv en/of
afbeelding 15, p. 11 en 25 pv);
Parketnummer 03.308493.23 – feit 2
in de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films van ontuchtige handelingen, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, heeft in bezit gehad, welke ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het door een dier vaginaal penetreren van het lichaam van een volwassen vrouw
(afbeelding 16, p. 12 en 25 pv);
en
het door een dier likken van het geslachtsdeel van een vrouw
(afbeelding 17, p. 12 en 26 pv);
en
het door een vrouw, likken, in de mond nemen, van het geslachtsdeel van een dier
(afbeelding 16, p. 12 en 25 pv en/of
afbeelding 18, p. 12 en 26 pv);
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Parketnummer 03.113201.23 feit 1 primair
poging tot doodslag
Parketnummer 03.308493.23 feit 1
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd
Parketnummer 03.308493.23 feit 2
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog Van Kordelaar en de psychiater Canton hebben over de geestvermogens van de verdachte op 5 februari 2024 een rapport uitgebracht. In dat rapport beschrijven zij dat de verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde floride psychotisch was en dat zijn gedrag goed verklaarbaar is als voortkomend uit deze psychotische stoornis. Door die evident aanwezige psychose nam de verdachte de werkelijkheid op een psychotisch vervormde, achterdochtige manier waar. Ook tijdens detentie vertoonde de verdachte onhandelbaar gedrag en veroorzaakte hij incidenten. Nadat is begonnen met medicatie verbleekte die psychose en stelde de verdachte zich coöperatief op en was er geen sprake meer van zichtbare gedragsproblemen en agressie. Op grond van dit huidige inzicht wordt geadviseerd de feiten hooguit in slechts beperkte mate aan de verdachte toe te rekenen.
De rechtbank komt op basis van de in dit rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies tot de conclusie dat bij de verdachte geen sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.De straf en de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en een niet gemaximeerde terbeschikkingstellingsmaatregel met verpleging van overheidswege.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit aan de verdachte geen straf op te leggen nu hij volledig ontoerekeningsvatbaar is. Subsidiair heeft hij bepleit om bij een eventuele oplegging van een gevangenisstraf de duur daarvan gelijk te stellen aan de duur van het voorarrest. De raadsman heeft zich verder op het standpunt gesteld dat geen terbeschikkingsmaatregel met voorwaarden dient te worden opgelegd, aangezien de uitvoering ervan praktisch niet haalbaar is. De verdachte dient immers nog een gevangenisstraf van twee jaar in Duitsland uit te zitten, waarvoor Duitsland een uitleveringsverzoek heeft gedaan, welk verzoek de uitleveringskamer van de Rechtbank Amsterdam bij uitspraak van 24 oktober 2023 heeft toegewezen. Indien de verdachte binnen het kader van een terbeschikkingstellingsmaatregel met voorwaarden meer vrijheden krijgt, is de kans dat hij wordt opgepakt en uitgeleverd zeer reëel. Dat zou de benodigde verdere behandeling doorkruisen en de resultaten van eerdere behandeling teniet doen. Ook een terbeschikkingstellingsmaatregel met verpleging van overheidswege is onwenselijk. De overdracht daarvan naar Duitsland, indien dat überhaupt al mogelijk is, zal jaren gaan duren, terwijl de deskundigen in hun rapportage hebben beschreven dat behandeling bij blijvende psychiatrische stabiliteit juist niet jaren hoeft te duren. Verder is het niet duidelijk of hij in Duitsland aangekomen eerst de aldaar openstaande straf dient uit te zitten of dat zijn behandeling kan worden voortgezet. Ook dat zal de resultaten van de eerdere behandeling mogelijk teniet doen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De aard en ernst van de feiten
De verdachte heeft op 1 mei 2023 gepoogd om [naam] van het leven te beroven door hem met een mes op zeer agressieve wijze aan te vallen, nadat [naam] hem had aangeboden samen een joint te roken. De verdachte heeft het slachtoffer met zodanige kracht met een mes in zijn hoofd gestoken dat de schedel werd doorboord en een deel van het mes afbrak. Daarnaast heeft hij het slachtoffer meermaals in de rug in de nabijheid van vitale organen gestoken. Het slachtoffer heeft voor zijn leven moeten vechten, zoals ook valt af te leiden uit het afweerletsel aan zijn hand. Indien het slachtoffer zich niet had geweerd, is het onwaarschijnlijk dat het bij een poging was gebleven. Het letsel dat het slachtoffer heeft opgelopen was zo ernstig dat hij daarvoor tien dagen in het ziekenhuis is opgenomen. Het deel van het mes dat in zijn hoofd is blijven steken is, samen met een stukje bot, operatief verwijderd. Mede hierdoor heeft het slachtoffer een blijvend litteken overgehouden aan de linkerzijde van zijn hoofd. Uit de door de moeder van het slachtoffer ter terechtzitting voorgelezen verklaring blijkt verder dat het slachtoffer nog steeds dagelijks wordt geconfronteerd met het feit, niet enkel vanwege de zichtbare littekens op zijn lichaam, maar ook door de psychische gevolgen ervan. Het handelen van de verdachte heeft het gedrag van het slachtoffer veranderd en beïnvloedt zijn vermogen om zijn leven te leiden zoals hij dat voorheen deed, nog dagelijks. De rechtbank rekent dat alles de verdachte zwaar aan.
Uit het onderzoek dat volgde op het steekincident is verder gebleken dat zich op de telefoon van de verdachte kinder- en dierenpornografische afbeeldingen bevonden. Door het bezit hiervan heeft de verdachte de productie en de distributie van kinderporno in stand gehouden. Bij deze productie worden (jonge) kinderen en dieren ernstig seksueel misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van onzedelijke behoeftebevrediging van kijkers ervan. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die betrokken zijn bij dergelijke seksuele handelingen daardoor nog vele jaren psychische schade en andere nadelige gevolgen ervaren. De rechtbank rekent ook dat de verdachte zwaar aan.
Gezien de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend en geboden. Mede gelet op hetgeen hierna wordt overwogen omtrent de persoon van de verdachte acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar en zes maanden passend en zal zij de verdachte daartoe veroordelen, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
Persoon van de verdachte
Uit het (Duitse) strafblad van de verdachte blijkt dat hij in de afgelopen jaren veelvuldig is veroordeeld vanwege verschillende soorten strafbare feiten. Zo is hij in 2021 nog veroordeeld wegens ongewenst seksueel gedrag tot een gecombineerde gevangenisstraf van twee jaren en in 2018 voor onder andere mishandeling. Het delictspatroon dat uit het strafblad van de verdachte naar voren komt en het gebrek aan inzicht in dit normoverschrijdend gedrag baart de rechtbank zorgen. Forse gevangenisstraffen hebben de verdachte niet kunnen weerhouden tot het opnieuw plegen van strafbare feiten. Sterker nog, hij heeft zich aan deze straffen onttrokken, zodat hij de gevolgen van zijn handelen niet hoeft te ondergaan.
In de psychiatrische rapportage van 5 februari 2024, uitgebracht door psycholoog Van Kordelaar en psychiater Canton, beschrijven de deskundigen dat de verdachte een man is met een onderliggende kwetsbare persoonlijkheid, die leidt aan schizofrenie van het paranoïde type, waardoor hij psychotisch is en daarbovenop misbruik maakt van diverse psychotrope stoffen die dit psychiatrisch ziektebeeld enkel versterken en verergeren. Bovendien zijn er aanwijzingen dat er sprake is van een persoonlijkheidsstoornis. Door de psychotische stoornis neemt de verdachte de werkelijkheid op een vervormde, achterdochtige manier waar, waarbij hij ook wanen van religieuze aard ervaart. Hoewel hij gedurende langere tijd volledig abstinent was, heeft er kort voor de strafbare feiten een terugval in het gebruik van cannabis en alcohol plaatsgevonden waardoor zijn psychotisch toestandsbeeld mogelijk is verergerd. Zowel de psycholoog als de psychiater komen tot het advies om de feiten aan de verdachte in verminderde mate toe te rekenen, nu uit het onderzoek duidelijk is geworden dat het psychiatrisch toestandsbeeld van doorslaggevende invloed is geweest op het plegen daarvan. De rechtbank neemt dit advies over en acht de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar.
Maatregel van terbeschikkingstelling
Indien behandeling uitblijft, achten de deskundigen de kans op recidive hoog. Binnen de P.I. is reeds gestart met een behandeling in de vorm van onderzoek naar zijn psychotische kwetsbaarheid en het innemen van antipsychotica. De deskundigen adviseren om deze behandeling voort te zetten binnen het kader van een terbeschikkingstellingsmaatregel met voorwaarden, bij voorkeur in Duitsland, zodat de verdachte in zijn eigen taal kan worden behandeld. De verdachte lijkt gemotiveerd om behandeld te worden en heeft ook aangetoond daaraan mee te werken. Andere opties dan een terbeschikkingsmaatregel achten de deskundigen niet reëel, gelet op het hoge risico op recidive en de complexe problematiek.
De reclassering heeft in haar rapport van 23 april 2024 negatief geadviseerd over een terbeschikkingstellingsmaatregel met voorwaarden. Zij zien geen mogelijkheden om door middel van voorwaarden de aanwezige risico’s te beperken of het gedrag van de verdachte te veranderen. Eerdere behandelingen hebben een ontoereikende respons gehad en de verdachte is ongevoelig voor correctieve maatregelen. In Duitsland staat de verdachte geclassificeerd als vluchtgevaarlijk en gewelddadig. Het risico dat hij Nederland zal ontvluchten of zich op andere wijze aan het toezicht zal onttrekken wordt dan ook als hoog ingeschat. Verder kleven aan de terbeschikkingstellingsmaatregel met voorwaarden uitvoeringstechnische moeilijkheden. Indien de maatregel op grond van de kaderbesluiten overgedragen kan worden, is het goed mogelijk dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst vanwege de strafrechtelijke sanctie het verblijfsrecht van de verdachte beëindigt. Ook het toegewezen uitleveringsverzoek kan de maatregel doorkruisen.
Ten tijde van de bewezen verklaarde poging tot doodslag was, blijkens de over hem uitgebrachte rapporten, bij de verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Blijkens de rapporten heeft de verdachte dit feit gepleegd onder sterke invloed van het psychiatrische toestandsbeeld en wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. Gelet hierop oordeelt de rechtbank het noodzakelijk dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling wordt opgelegd.
De reclassering adviseert om geen terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen en motiveert dat advies door niet alleen te wijzen op praktische problemen, maar ook op aan de persoon van de verdachte klevende bijzonderheden en beperkingen. Gelet hierop oordeelt de rechtbank een terbeschikkingstelling met voorwaarden geen toereikend middel om de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen voldoende te waarborgen. En dan resteert de rechtbank geen andere optie dan het opleggen van een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege.
Aangezien deze maatregel wordt opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen kan deze een periode van vier jaren te boven gaan.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [naam] vordert een schadevergoeding van € 11.220,- aan materiële schade en € 12.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2023, ter zake van het onder parketnummer 03.113201.23 ten laste gelegde.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gedeeltelijke toewijzing van de materiële schade, te weten de posten kleding, het eigen risico over 2023 en de ziekenhuisdaggeldvergoeding, en gematigde toewijzing van de immateriële schade.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard voor zover die ziet op het eigen risico over 2024 en de toekomstige schade. De vergoeding voor de immateriële schade dient volgens de raadsman te worden beperkt tot € 1.000,-. Verder heeft hij verzocht niet de schadevergoedingsmaatregel aan de verdachte op te leggen, aangezien dat wegens een gebrek aan geld en inkomen direct zou leiden tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Bovendien heeft de raadsman om matiging van de vergoeding gevraagd, omdat het strafbare feit de verdachte niet of slechts beperkt kan worden toegerekend.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de onderbouwing van de schade en hetgeen ter terechtzitting door de benadeelde partij naar voren is gebracht acht de rechtbank aannemelijk dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van de verdachte materiële schade heeft geleden. De rechtbank zal de vordering wegens schade aan de kleding ad € 100,- toewijzen, alsmede de posten ziekenhuisdaggeldvergoeding ad € 350,- en de post eigen risico over 2023 ad € 365,- De post eigen risico 2024 ad € 365,- zal niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat niet duidelijk is geworden dat de benadeelde deze kosten heeft gemaakt. De vordering voor zover deze ziet op toekomstige schade zal hetzelfde oordeel treffen, nu deze niet onderbouwd is.
Nu de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, heeft de benadeelde reeds op grond van artikel 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek recht op een immateriële schadevergoeding. Gelet op de aard van het letsel en de omstandigheden waaronder dit letsel is toegebracht alsmede gelet op min of meer vergelijkbare gevallen in de jurisprudentie, zal de rechtbank deze vergoeding begroten en vaststellen op een bedrag ad € 7.500,-. De enkele omstandigheid dat de verdachte onder invloed van een geestelijke tekortkoming de schade heeft toegebracht, belet de rechtbank niet, om zijn onrechtmatig handelen jegens de benadeelde in civielrechtelijke zin als bedoeld in artikel 6:165 van het Burgerlijk Wetboek volledig aan de verdachte toe te rekenen.
De rechtbank zal het toegewezen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2023 tot de dag der algehele voldoening en zal tevens aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel opleggen, zodat de benadeelde partij wordt gevrijwaard van inning van het toegewezen bedrag.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 37a, 37b, 45, 57, 240b, 254a en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Maatregel van terbeschikkingstelling
  • gelast dat de verdachte
  • beveelt dat de ter beschikking gestelde
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • verklaart de benadeelde partij voor de gevorderde posten eigen bijdrage 2024 en toekomstige schade niet-ontvankelijk;
  • wijst af het meer of anders gevorderde;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [naam] , van een bedrag van € 8.335,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 1 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 76 dagen, met dien verstande dat deze gijzeling de verplichting tot betaling niet opheft;
  • bepaalt dat, indien de verdachte zijn verplichting tot betaling aan de Staat nakomt, zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen, en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J.E. Hamers-Aerts, voorzitter, mr. M.B. Bax en mr. I.P. de Groot, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.R.G. van Kerkhof, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 juni 2024.
Buiten staat
Mr. De Groot is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Parketnummer 03.113201.23 feit 1 primair
hij op of omstreeks 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [naam] opzettelijk van het leven te beroven, meermalen, althans eenmaal, met een mes, in elk geval een scherp en/of puntig voorwerp, in het hoofd en/of de rug, in elk geval het bovenlichaam van die [naam] , heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Parketnummer 03.308493.23 feit 1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Samsung SM-A520F) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 1, p. 10 en 18 pv en/of
afbeelding 2, p. 10 en 18 pv en/of
afbeelding 3, p. 10 en 19 pv)
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen anus, de eigen billen en/of borsten door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 4, p. 10 en 19 pv en/of
afbeelding 5, p. 10 en 20 pv)
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier
(afbeelding 6, p. 11 en 20 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 7, p. 11 en 21 pv en/of
afbeelding 8, p. 11 en 21 pv en/of
afbeelding 9, p. 11 en 22 pv en/of
afbeelding 10, p. 11 en 22 pv en/of
afbeelding 11, p. 11 en 23 pv en/of
afbeelding 12, p. 11 en 23 pv en/of
afbeelding 13, p. 11 en 24 pv en/of
afbeelding 14, p. 11 en 24 pv en/of
afbeelding 15, p. 11 en 25 pv);
Parketnummer 03.308493.23 feit 2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 1 mei 2023 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Samsung SM-A520F) - van (een) ontuchtige handeling(en), waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, heeft verspreid, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of in bezit gehad, welke ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven – bestond(en) uit:
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een volwassen vrouw, althans een mens
(afbeelding 16, p. 12 en 25 pv)
en/of
het door een dier likken van het geslachtsdeel, de anus, de billen en/of borsten van een (volwassen) vrouw, althans een mens
(afbeelding 17, p. 12 en 26 pv)
en/of
het door een (volwassen) vrouw, althans een mens, likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
(afbeelding 16, p. 12 en 25 pv en/of
afbeelding 18, p. 12 en 26 pv

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, districtsrecherche Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2023066046, gesloten d.d. 11 juli 2023, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 119 en de aanvulling daarop, gesloten d.d. 29 februari 2024, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 98.
2.De bij het proces-verbaal van verhoor van aangever gevoegde foto’s van het letsel, dossierpagina 31.
3.De geneeskundige verklaring van Zuyderland Medisch Centrum, dossierpagina’s 38 en 39.
4.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, districtsrecherche Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2023066046, gesloten d.d. 4 oktober 2023, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 38.
5.Het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal en de daaraan gehechte bijlagen, dossierpagina’s 8 t/m 26.
6.Het aanvullend-proces-verbaal van bevindingen van politie eenheid Limburg, Dienst Regionale Recherche, proces-verbaalnummer LB2R023045, gesloten d.d. 5 juni 2024, digitaal doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 2.