Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
hierna te noemen: [eiseres] ,
1.[gedaagde sub 1]wonende op een geheim adres te [woonplaats] ,2. [gedaagde sub 2]wonende te [woonplaats] ,gedaagde partijen,procederend in persoon.
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] en het daarbij overgelegde schriftelijke antwoord,
- de conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie,
- de akte in conventie en conclusie van dupliek in reconventie.
2.2. De beoordeling
Te late levering2.9. Niet in geschil is dat partijen in eerste instantie zijn overeengekomen dat de video binnen één week zou worden geleverd. Dit staat in de brochure van [eiseres] (zie onder 2.1). Ook is niet in geschil dat de video niet binnen één week na de bruiloft op 24 juni 2023 is geleverd, maar pas op 29 augustus 2023. [eiseres] stelt echter dat daarover met [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] overleg is geweest en zij hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen enige vertraging. Ter onderbouwing heeft [eiseres] een filmpje overgelegd waarin [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] vanaf hun vakantieadres op 18 augustus 2023 aangeven dat er geen haast gemaakt hoeft te worden. Door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] is dit niet weersproken. De kantonrechter gaat er dus vanuit dat [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] inderdaad hebben ingestemd met een latere levering. Dat de video pas op 29 augustus 2023 is geleverd, levert dan ook geen tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst op.
Opzegging
Proceskosten
€ 408,00(2 punten x tarief € 204,00)