In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Budget Control 4U B.V. Q.Q. als bewindvoerder van [eiser sub 2] en de stichting Weller Wonen. De zaak betreft de afwijzing van de vordering van eisers tot opheffing van een blokkade die door Weller Wonen was opgelegd aan [eiser sub 2] op het platform Thuis in Limburg, waar sociale huurwoningen worden aangeboden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder van [eiser sub 2] niet-ontvankelijk is verklaard, omdat deze slechts bevoegd is om de onderbewindgestelde te vertegenwoordigen in zaken die de onder bewind gestelde goederen betreffen, zoals vastgelegd in artikel 1:441 BW.
De achtergrond van het geschil is dat [eiser sub 2] eerder was veroordeeld om een woning te ontruimen die hij bewoonde, en dat Weller Wonen hem vervolgens voor vijf jaar heeft geblokkeerd op het platform. Eisers betwisten de gronden voor deze blokkade en stellen dat deze onrechtmatig is, omdat het voor [eiser sub 2] praktisch onmogelijk is om een betaalbare huurwoning te vinden. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de blokkade niet onrechtmatig is, gezien de ernst van de gronden voor de eerdere ontruiming en de contractsvrijheid van Weller Wonen.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen en [eiser sub 2] veroordeeld in de proceskosten van Weller Wonen, die zijn begroot op € 1.795,00. Dit vonnis benadrukt de juridische grenzen van de bevoegdheden van bewindvoerders en de contractsvrijheid van woningcorporaties in de sociale huursector.