ECLI:NL:RBLIM:2024:3344

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
C/03/314184 / HA ZA 23-57
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake rechtsbijstandverzekering en buitengerechtelijke kosten in civiele procedure

In deze civiele procedure, aangespannen door [eiseres] tegen [gedaagden], heeft de Rechtbank Limburg op 5 juni 2024 een tussenuitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil over de dekking van rechtsbijstandkosten in verband met een vordering van [eiseres] tegen [gedaagden]. De rechtbank heeft eerder op 31 januari 2024 een tussenvonnis gewezen en in deze uitspraak wordt verwezen naar dat vonnis. De gedaagden hebben in hun antwoordakte een stelling naar voren gebracht die potentieel doorslaggevend kan zijn voor de beoordeling van de vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten. Deze stelling betreft de vraag of [eiseres] een rechtsbijstandverzekering heeft afgesloten die de kosten van rechtsbijstand in de zaak tegen [gedaagden] dekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] nog niet op deze stelling heeft kunnen reageren, en heeft daarom besloten tot een laatste aktewisseling. De rechtbank heeft de partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de dekking van de rechtsbijstandkosten en de voorwaarden waaronder deze dekking geldt. De rechtbank is voornemens om na de aktewisseling de zaak meteen naar de rol te verwijzen voor vonnis, tenzij partijen bezwaar maken. De beslissing om de zaak aan te houden voor verdere beoordeling is genomen, waarbij de rechtbank de partijen heeft geïnformeerd over de procedurele stappen die nog genomen moeten worden.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/314184 / HA ZA 23-57
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. S.L. Smits-Emons,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
advocaat: mr. L.C. Dufour.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 januari 2024,
- de akte van [eiseres] tevens houdende een akte wijziging van eis, met producties 39 en 40,
- de antwoordakte van [gedaagden]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank verwijst naar het tussenvonnis van 31 januari 2024, waarbij wordt volhard.
2.2.
In hun antwoordakte hebben [gedaagden] onder meer gesteld dat mr. Smits-Emons aan mr. Dufour heeft bericht dat [eiseres] een rechtsbijstandverzekering heeft afgesloten die de kosten van rechtsbijstand in de zaak tegen [gedaagden] dekt. Het betreft, zo begrijpt de rechtbank de stelling van [gedaagden] , een andere verzekering dan de verzekering die de kosten heeft gedekt van de zaak van [eiseres] tegen NN. Die verzekering biedt, blijkens de door [eiseres] als productie 40 overgelegde stukken, geen dekking voor de zaak van [eiseres] tegen [gedaagden]
2.3.
Omdat de stelling van [gedaagden] potentieel doorslaggevend kan zijn voor de beoordeling van de vordering ter zake van de buitengerechtelijke kosten, [eiseres] niet heeft kunnen reageren op de stelling van [gedaagden] maar [gedaagden] ook niet kan worden verweten dat zij dit verweer niet eerder naar voren hebben gebracht, zal nog een laatste aktewisseling worden bevolen.
2.4.
Op de hierna vermelde roldatum zal [eiseres] zich bij akte uitsluitend kunnen uitlaten over de vraag of:
- de kosten rechtsbijstand in de zaak tegen [gedaagden] zijn gedekt door een verzekering en zo ja,
- welke aanspraken [eiseres] ter zake onder welke voorwaarden heeft, en
- of inmiddels tot uitkering is overgegaan en zo ja,
- tot welk bedrag.
[gedaagden] zullen - eveneens uitsluitend over dit onderwerp - een antwoordakte kunnen nemen.
2.5.
De rechtbank is voornemens om - nadat de aktes zijn genomen - in afwijking van artikel 2.14 van het procesreglement, deze zaak meteen naar de rol te verwijzen voor vonnis. Als partijen daar bezwaar tegen hebben kunnen zij dat via een B-formulier op de rol kenbaar maken.
2.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 19 juni 2024voor het nemen van een akte door [eiseres] over wat is vermeld onder 2.4. waarna [gedaagden] op de rol van twee weken daarna een antwoordakte kunnen nemen,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.