ECLI:NL:RBLIM:2024:3341

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
C/03/312203 / HA ZA 22-547
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen franchisegever en franchisenemer over onbetaalde facturen en beëindiging van franchiseovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 29 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen geWOON Franchise B.V. en een franchisenemer. De franchisenemer had vijftien facturen van geWOON ontvangen, maar deze bleven onbetaald. De franchiseovereenkomst tussen partijen was op 1 mei 2022 beëindigd, en de franchisenemer stelde dat de vorderingen van geWOON waren kwijtgescholden als onderdeel van een finale regeling. De rechtbank oordeelde dat er geen overeenstemming was bereikt over de kwijtschelding van de vorderingen, en dat de franchisenemer in gebreke was gebleven met de betaling van de facturen. De rechtbank veroordeelde de franchisenemer tot betaling van een bedrag van € 15.347,03, vermeerderd met wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen. Daarnaast werden beslagkosten en proceskosten toegewezen aan geWOON. De vordering in reconventie van de franchisenemer werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat hij schade had geleden door de tekortkomingen van geWOON. De rechtbank verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/312203 / HA ZA 22-547
vonnis van 29 mei 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEWOON FRANCHISE B.V.,
gevestigd in Geulle, gemeente Meerssen,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
advocaat: mr. B. Keybeck,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonend in [woonplaats] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
advocaat: mr. P.P.M. Kerckhoffs.
Partijen zullen hierna “geWOON” en “ [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ” genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 december 2022 met de producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met de producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord in reconventie met de producties 5 en 6;
- de rolbeslissing van 21 juni 2023 waarbij het verzoek tot informele rolvoeging van de onderhavige procedure met de kantonprocedure met zaaknummer K/4701/10408002 is afgewezen;
- de akte overlegging producties van geWOON met de producties 7 tot en met 11;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met productie 10;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met de producties 11 tot en met 16;
- de akte overlegging producties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met productie 17;
- de akte overlegging producties van geWOON met de producties 12 en 13;
- de akte overlegging producties van geWOON met de producties 14 tot en met 16;
- de mondelinge behandeling van 22 februari 2024, het daarvan opgestelde proces-verbaal, de spreekaantekeningen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en de akte eisvermeerdering van geWOON die op de zitting zijn overgelegd.
1.2.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 1 mei 2020 een franchiseovereenkomst gesloten (hierna: “de overeenkomst”). De overeenkomst is beëindigd per 1 mei 2022.
2.2.
De overeenkomst bevat – voor zover hier van belang – de volgende bepaling in artikel 3.1:
“Er is binnen de franchise geen sprake van een rayonverdeling en/of exclusiviteit op een bepaald werkgebied. Alle franchisenemers hebben de mogelijkheid om ieder klant te bedienen waarbij de opbrengsten en kosten voor eigen rekening komen.”
2.3.
geWOON heeft vijftien facturen aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestuurd voor een totaalbedrag van € 23.250,77, welke facturen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onbetaald heeft gelaten.
2.4.
De advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 23 september 2022 een e-mailbericht aan geWOON toegezonden, waarin – voor zover hier van belang – het volgende staat:
“Uitgangspunten ten behoeve van regeling
Teneinde te komen tot afspraken zal ik hierna een aantal uitgangspunten uiteenzetten op grond waarvan cliënt bereid is in te stemmen met de verkoop van de aandelen van de heer en mevrouw [naam 1] in Stu-We B.V. aan de heer [naam 2] .
- De (minimale) vordering van cliënt op Stu-We B.V. ten bedrage van EUR 11.271,83, de vordering van cliënt op geWOON Vastgoedbeheer B.V. van EUR 2.178,- en de vordering van cliënt op geWOON Vastgoedbeheer B.V. ad EUR 2.178,- ter zake de beheerovereenkomst, (…) worden kwijtgescholden onder de voorwaarde dat de vordering van geWOON Franchise B.V./geWOON Makelaardij B.V. op cliënt ten bedrage van volgens jullie EUR 15.673,05 eveneens wordt kwijtgescholden. Deze afspraak komt erop neer dat geen van de hiervoor genoemde entiteiten en/of personen enig (restant) bedrag aan zijn schuldenaar hoeft te voldoen op grond van eerder verleende diensten;
- Voordat dan wel gelijktijdig met het moment dat de heer [naam 2] het belang van de heer en mevrouw [naam 1] in Stu-We B.V. overneemt, wordt een aandeelhoudersovereenkomst aangegaan (…);
- Cliënt heeft afgelopen anderhalf jaar géén dividend op zijn aandelen in Stu-We B.V. ontvangen. (…) stelt cliënt zich op het standpunt dat ter compensatie aan hem (als aandeelhouder) alsnog een eenmalig bedrag van EUR 5.000,- aan dividend moet worden toegekend door Stu-We B.V.
Indien jullie allen met de hiervoor genoemde uitgangspunten instemmen en vervolgens overeenstemming wordt bereikt over de inhoud van de nog op te stellen aandeelhoudersovereenkomst dan zal cliënt afzien van zijn in artikel 14 van de statuten verleende recht om de aandelen van de heer en mevrouw [naam 1] naar evenredigheid ten opzichte van het belang van de heer [naam 2] over te nemen.
Mochten jullie niet kunnen instemmen met de hiervoor genoemde uitgangspunten en mocht de heer [naam 2] niet bereid zijn een aandeelhoudersovereenkomst met cliënt aan te gaan waarin de toekomstige verhoudingen en afspraken worden vastgelegd, dan deelt cliënt hierbij mede dat hij op grond van artikel 14 lid 4 van de statuten de aandelen van de heer en mevrouw [naam 1] wenst over te nemen. (…)
‘Verklaring afstand blokkeringsrecht’ en ‘aandeelhoudersbesluit’
Cliënt stelde mij een concept ter hand van de - zonder zijn medeweten - door de notaris opgestelde ‘verklaring afstand blokkeringsrecht’ en ‘aandeelhoudersbesluit’. De beoordeling van deze documenten kan pas eerst plaatsvinden nadat duidelijk is of overeenstemming wordt bereikt over het vorenstaande.
Cliënt meent met het vorenstaande een constructief voorstel voor een oplossing te hebben gedaan waarmee alle betrokkenen vooruit kunnen en geschilpunten op korte termijn naar ieders tevredenheid kunnen worden beslecht. (…)”
2.5.
geWOON heeft per e-mailbericht van 24 september 2022 aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het navolgende – voor zover hier van belang – in rode tekst gestuurd:
“Naar aanleiding van uw schrijven hierbij onze reactie;
- De (minimale) vordering van cliënt op Stu-We B.V. ten bedrage van EUR 11.271,83, de
vordering van cliënt op geWoon Vastgoedbeheer B.V. van EUR 2.178,- én de vordering van
cliënt op geWOON Vastgoedbeheer B.V. ad EUR 2.178,- terzake de beheerovereenkomst, zoals alle drie gespecificeerd in de e-mail van cliënt d.d. 7 april 2022, worden kwijtgescholden (…)
Bovenstaand is akkoord, dit is ook het voorstel dat telefonisch aan dhr. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gedaan. Hierbij wordt wel uitdrukkelijk aangegeven dat we nog steeds het bedrag van € 15.673,05 betwisten. Echter om het dossier te sluiten zullen we er mee akkoord gaan.
Wat betreft een aandeelhoudersverklaring op te stellen is overbodig, (…) We gaan hier dan ook niet mee akkoord, het is overbodig en geeft alleen maar verdere complicaties voor de toekomst.
In de bijlage is de notulen van de AvA van 2021, hierin is beslist geen dividend uit te keren. Het bedrijf is ook niet in een positie om dividend uit te keren. Het heeft alle liquide middelen nodig om de investeringen te doen die komen. Ook Gewoon Vastgoedbeheer BV ziet volledig af van een dividend uitkering, dit om het bedrijf gezond over te geven aan dhr. [naam 2] .
Wij ontvangen graag voor dinsdag 27 oktober het akkoord en de bijbehorende bescheiden die de notaris nodig heeft. Indien we dit niet uiterlijk voor dinsdag 12.00 uur hebben ontvangen vervalt bovenstaand aanbod.(…)”
2.6.
Op 11 november 2022 heet geWOON conservatoir beslag gelegd op de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .

3.De vordering en het verweer

De vordering in conventie

3.1.
geWOON vordert, na eiswijziging, dat de rechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van € 21.798,77, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf de vervaldata van de facturen, de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.219,08, de proceskosten en de beslagkosten.
3.2.
geWOON legt het volgende aan de vordering ten grondslag. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet de door geWOON verrichte en gefactureerde werkzaamheden betalen. Nu hij niet heeft betaald, moet hij ook de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten betalen.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat hij niets is verschuldigd aan geWOON, omdat deze vorderingen zijn kwijtgescholden door geWOON als onderdeel van een finale regeling tussen partijen. Subsidiair heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerd dat een deel van de facturen onjuist is omdat de betreffende schuldeiser geen partij in dit geding is en het dus geen vordering van geWOON betreft, er reeds is betaald dan wel het gefactureerde bedrag onjuist is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist voorts dat buitengerechtelijke kosten gemaakt zijn.
De vordering in voorwaardelijke reconventie
3.4.
Onder de voorwaarde dat geoordeeld wordt dat er tussen partijen geen finale kwijting is overeengekomen, vordert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] :
- onder de voorwaarde dat in conventie betaling van de facturen 21200296 en 21200315 zal worden toegewezen, dat geWOON wordt veroordeeld tot betaling van € 1.436,88, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW);
- geWOON te veroordelen tot betaling van € 2.541,- te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW);
- de proceskosten.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt het volgende aan de vordering ten grondslag. Hij heeft geWOON Makelaardij b.v. een factuur gestuurd en deze is niet onbetaald gelaten. geWOON heeft voorts in strijd met de overeenkomst een gebiedsverdeling toegepast en de verkoop van een woning waar hij mee bezig was van hem overgenomen. Hierdoor heeft hij schade geleden in de vorm van gederfde inkomsten (hij heeft geen courtage in rekening kunnen brengen) die door geWOON moet worden vergoed.
3.6.
geWOON heeft aangevoerd dat geWOON Makelaardij b.v. niet bestaat dan wel geen partij in deze procedure is en zij heeft deze factuur betwist. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is geen courtage misgelopen, omdat hij anders dan voor trainingsdoeleinden niet bij de verkoop van de betreffende woning betrokken is geweest.

4.4. De beoordeling

In conventie4.1. Allereerst moet beoordeeld worden of partijen overeenstemming hebben bereikt over het verrekenen en kwijtschelden van de over en weer openstaande vorderingen, van welke afspraak de door geWOON gevorderde bedragen volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deel uitmaken. Als dit verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] immers slaagt, moet de vordering van geWOON worden afgewezen.
4.2.
Volgens geWOON hebben partijen uitgangspunten geformuleerd op grond waarvan een regeling zou kunnen worden bereikt. Deze regeling betrof onder andere het verlenen van finale kwijting ten aanzien van vorderingen die partijen over en weer op elkaar hadden. Bij e-mailbericht van 24 september 2022 heeft geWOON een allesomvattend voorstel gedaan ten aanzien van deze punten. Als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet uiterlijk op dinsdag 27 oktober 2022 om 12:00 uur akkoord zou gaan met dit voorstel en de nodige bescheiden zou aanleveren, zou het aanbod komen te vervallen. Dit aanbod heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet geaccepteerd en partijen waren in april 2023 nog steeds aan het onderhandelen, aldus geWOON.
4.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beroept zich op dezelfde mail van 24 september 2022, maar stelt dat er niet sprake was van een allesomvattende regeling maar verschillende regelingen en dat partijen voor wat betreft de verlening van finale kwijting wel degelijk overeenstemming hebben bereikt.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat partijen geen overeenstemming hebben bereikt op grond waarvan geWOON de betaling van de facturen heeft kwijtgescholden. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 23 september 2022 een aantal uitgangspunten geformuleerd op grond waarvan hij bereid was als aandeelhouder van Stu-We in te stemmen met de verkoop van de aandelen die geWOON houdt in Stu-We aan [naam 2] . Uit dat e-mailbericht blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alleen wilde instemmen met de aandelenoverdracht als aan drie voorwaarden cumulatief werd voldaan, te weten: kwijtschelding van de vorderingen die partijen over en weer op elkaar hadden, het aangaan van een aandeelhoudersovereenkomst en het doen van een dividenduitkering aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . In de reactie van geWOON gaat zij, met enige tegenzin, weliswaar akkoord met de voorgestelde kwijtschelding, maar niet met het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst en evenmin met het uitkeren van dividend aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Op het tegenvoorstel van geWOON heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meer gereageerd en onweersproken is bovendien dat partijen in april 2023 nog steeds aan het onderhandelen waren. Het feit dat geWOON met één van de drie door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geformuleerde uitgangspunten akkoord is gegaan, betekent onder de geschetste omstandigheden niet dat partijen overeenstemming hebben bereikt en dat de vorderingen over en weer kwijtgescholden werden. De conclusie is dan ook dat het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet slaagt en dat hij in beginsel de facturen zal moeten betalen.
4.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat een aantal facturen niet op naam staat van geWOON Franchise b.v., maar op naam van geWOON b.v. en dat dit geen handelsnaam is van geWOON. Hij voert, met andere woorden, aan dat geWOON ten aanzien van die facturen geen vorderingsrecht op hem heeft. Hij betwist voorts dat hij factuur 22200008 moet betalen, omdat deze niet gebaseerd is op de overeenkomst en dat bovendien kosten in rekening gebracht worden voor een marketingcampagne voor geWOON Vastgoedbeheer b.v. Factuur 22200006 is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al betaald, aan de notaris. Factuur 22200011 is onjuist en te hoog, omdat op grond van artikel 5.2 van de overeenkomst € 114,95 gefactureerd mogen worden, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.6.
geWOON heeft op haar beurt aangevoerd dat het niet relevant is dat de facturen waarvan betaling wordt gevorderd, verstuurd zijn uit naam van geWOON b.v. of geWOON Franchise b.v., omdat geWOON b.v. een handelsnaam is van geWOON Franchise b.v. Een handelsnaam kan ook gebruikt worden als deze niet is opgenomen in het handelsregister. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eerder facturen op naam van geWOON b.v. betaald. Factuur 22200008 heeft betrekking op een campagne die voor de franchisenemers is gevoerd. Factuur 22200006 heeft betrekking op een betaling van geWOON aan de notaris ter compensatie van een vordering die de notaris op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had. Dit bedrag was nog niet in rekening gebracht bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , aldus geWOON
.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat de facturen afkomstig zijn van geWOON en dat dit ook voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] duidelijk moet zijn geweest, omdat op die facturen het kvk-nummer van geWOON stond vermeld en ook het bankrekeningnummer van geWOON (of het bankrekeningnummer waarop [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geWOON betaalde voor haar diensten) is afgebeeld. Daarnaast komt de omschrijving van de geleverde diensten op die facturen overeen met de diensten die geWOON op grond van de overeenkomst aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] leverde. Naar het oordeel van de rechtbank zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze facturen dan ook aan geWOON moeten betalen, met uitzondering van de volgende facturen:
- factuur 22200008 (€ 2.178,00), nu geWOON immers heeft niet gesteld op welke grondslag [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze factuur moet betalen, terwijl die betalingsverplichting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemotiveerd betwist is;
- factuur 22200006 (€ 3.859,31), nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onbetwist heeft gesteld dat hij dit bedrag aan de notaris heeft voldaan, terwijl geWOON verder niet nader heeft onderbouwd waarom [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit bedrag aan haar zou moeten betalen;
- factuur 22200011 (€ 414,43), nu geWOON niet meer heeft weersproken dat op deze factuur, gelet op het bepaalde in artikel 5.2 van de overeenkomst een bedrag van € 414,43 teveel in rekening is gebracht.
4.8.
De slotsom van het voorgaande is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van (€ 21.798,77 -/- € 2.178,00 -/- € 3.859,31 -/- € 414,43 =) € 15.347,03.
4.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is wettelijke handelsrente verschuldigd vanaf het moment dat sprake is van verzuim. De facturen moesten betaald worden binnen 8 dagen na factuurdatum. Dat heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet gedaan, waardoor hij in verzuim is vanaf de vervaldata van de te betalen facturen. Hij heeft dat niet weersproken en moet daarom de wettelijke handelsrente betalen vanaf die vervaldata.
4.10.
geWOON heeft niet gesteld op welke buitengerechtelijke werkzaamheden deze kosten zien. Dat is wel nodig om te kunnen beoordelen of deze kosten kunnen worden toegewezen. De buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden afgewezen.
Beslagkosten
4.11.
Op grond van artikel 706 Rv kunnen beslagkosten van de beslagene worden teruggevorderd tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde beslagkosten. Uit de overgelegde stukken kan worden afgeleid dat het conservatoire beslag is gelegd met inachtneming van de wettelijke vereisten, wat toewijzing van een vergoeding van de beslagkosten met zich brengt. De beslagkosten worden begroot op een bedrag van:
- explootkosten € 367,88
- salaris advocaat
€ 786,00(1 punt à € 786,-, tarief III)
Totaal €1.153,88
Proceskosten
4.12.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van geWOON worden tot op vandaag begroot op
dagvaarding € 105,31
griffierecht € 2.161,00
salaris advocaat € 1.572,00 (2 punten à € 786,-, tarief III)
nakosten
€ 278,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 4.116,31
In reconventie
4.13.
Nu geoordeeld is dat partijen geen finale kwijting zijn overeengekomen, is de voorwaarde voor beoordeling van de vordering in reconventie vervuld.
4.14.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert onder de voorwaarde dat in conventie betaling van de facturen 21200296 en 21200315 zal worden toegewezen, dat geWOON wordt veroordeeld tot betaling van € 1.436,88, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW). geWOON heeft in conventie geen betaling meer gevorderd van deze facturen, omdat zij tijdens de mondelinge behandeling haar vordering op dit punt heeft verminderd met een bedrag van € 1.452,00. De (aanvullende) voorwaarde voor dit deel van de vordering in reconventie is daarmee niet vervuld en dat betekent dat dit deel van de vordering in reconventie niet hoeft worden beoordeeld.
4.15.
Wat betreft de gevorderde schadevergoeding als gevolg van het in strijd met de overeenkomst toepassen van een gebiedsverdeling heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gesteld dat hij courtage van de verkoop van een bepaalde woning is misgelopen. Deze verkoop was bij hem terechtgekomen via de website “ [internetsite] ”. geWOON heeft na de gebiedsverdeling de verkoop van deze woning van hem overgenomen en afgerond.
4.16.
geWOON heeft aangevoerd dat zij met de verkoper van de woning een bemiddelingsovereenkomst heeft gesloten, al het werk heeft verricht en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] enkel als trainee aanwezig is geweest gedurende dit verkoopproces.
4.17.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in artikel 3.1 van de overeenkomst leest dat geWOON niet zelf als bemiddelaar actief mag zijn en dat geWOON die lezing niet heeft weersproken. Daarmee staat in beginsel vast dat geWOON tekortgeschoten is en daarmee in beginsel aansprakelijk is voor de schade die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daardoor lijdt. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft een bericht overgelegd, waaruit blijkt dat er op 7 februari 2021 contact is geweest tussen hem en de toenmalige eigenaar van de woning. geWOON heeft een bemiddelingsovereenkomst voor de verkoop van de betreffende woning overgelegd, gesloten op 18 februari 2021. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verder niets gesteld waaruit blijkt dat hij van de toenmalige eigenaar van de woning daadwerkelijk de opdracht tot de bemiddeling heeft gekregen of zou hebben gekregen als geWOON geen bemiddelingsovereenkomst met de verkoper had gesloten, terwijl het op zijn weg lag om in dat verband nadere bescheiden over te leggen, zoals bijvoorbeeld correspondentie waaruit blijkt dat partijen ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en de toenmalige eigenaar [naam 3] ) het er over eens waren dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning zou gaan verkopen. Daarmee staat aldus niet vast dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als gevolg van de tekortkoming van geWOON schade heeft geleden. Daarom zal dit deel van de vordering in reconventie worden afgewezen.
4.18.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van geWOON worden tot op heden begroot op € 786,- (salaris advocaat, 1 punt, tarief III, € 786,- per punt).

5.De beslissing

De rechtbank:
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan geWOON te betalen een bedrag van € 15.347,03, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de toegewezen factuurbedragen vanaf de respectievelijke vervaldata van de facturen tot aan de dag van betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan geWOON te betalen een bedrag van € 1.153,88 ter zake de beslagkosten;
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan geWOON te betalen een bedrag van € 4.116,31 ter zake de proceskosten. Als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] € 92,- extra betalen, plus de kosten van de betekening;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.5.
wijst het gevorderde af;
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan geWOON te betalen een bedrag van € 786,00 ter zake de proceskosten;
in conventie en reconventie
5.7.
verklaart de veroordelingen onder 5.1, 5.2, 5.3 en 5.6 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2024.