Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
mr. A.E.S. Heijnen, als waarnemend raadsvrouw, zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op 11 juni 2024 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en uitspraak gedaan.
- de strafzaak tegen [medeverdachte 1] (parketnummer 03.124834.21);
- de strafzaak en ontnemingszaak tegen [medeverdachte 1] (parketnummer 03.278513.20);
- de strafzaak en ontnemingszaak tegen [medeverdachte 2] (parketnummer 03.311713.20);
- de strafzaak en ontnemingszaak tegen [medeverdachte 3] (parketnummer 03.311716.20).
2.De tenlastelegging
op 4 november 2020 al dan niet samen met (een) ander(en) 25,8 kilogram hasjiesj heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd.
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De wettelijke voorschriften
- 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet,
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.2 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,