I. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, althans ieder voor een gelijk deel jegens [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] gezamenlijk te veroordelen tot betaling van € 92.500,- ineens als voorschot op de verbeurde boetes, binnen een termijn van veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente vanaf de vervaldag van de betreffende contractuele boete tot aan de dag van betaling;
II. [gedaagde sub 2] te veroordelen om zich jegens [eiseres sub 1] en [eiseres sub 2] met onmiddellijke ingang te onthouden van enig doen of nalaten strijdig met het in de aandelenkoopovereenkomst en het proces-verbaal overeengekomen concurrentie- en relatiebeding én met het in het proces-verbaal overeengekomen verbod op het doen van negatieve uitlatingen, op straffe van:
- de contractuele boete uit artikel 13 van de aandelenkoopovereenkomst en een dwangsom van € 2.500,- per dag dat de overtreding voortduurt voor het concurrentiebeding;
- de contractuele boete uit artikel 13 van de aandelenkoopovereenkomst en een dwangsom van € 25.000,- per overtreding van het relatiebeding;
- de contractuele boete uit paragraaf 8 van het proces-verbaal én een dwangsom van € 25.000,- per overtreding van het verbod op negatieve uitlatingen;
III. [gedaagde sub 1] te veroordelen om zich jegens [eiseres sub 1] en Accountancy met onmiddellijke ingang te onthouden van enig doen of nalaten strijdig met het in de aandelenkoopovereenkomst en het proces-verbaal overeengekomen concurrentie- en relatiebeding én met het in het proces-verbaal overeengekomen verbod op het doen
vannegatieve uitlatingen, op straffe van:
- de contractuele boete uit artikel 13 van de aandelenkoopovereenkomst en een dwangsom van € 2.500,- per dag dat de overtreding voortduurt voor het concurrentiebeding;
- de contractuele boete uit artikel 13 van de aandelenkoopovereenkomst en een dwangsom van € 25.000,- per overtreding van het relatiebeding;
- de contractuele boete uit paragraaf 8 van het proces-verbaal én een dwangsom van € 25.000,- per overtreding van het verbod op negatieve uitlatingen;
IV. [eiseres sub 2] / [eiseres sub 1] te machtigen om de in het proces-verbaal d.d. 15 november 2022 vermelde door haar nog verschuldigde maandtermijnen uit hoofde van de ontbonden overeenkomst van opdracht te mogen verrekenen met de boetebedragen die [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] zijn verschuldigd uit hoofde van de onder 1 van dit petitum gevraagde veroordeling;
V. [gedaagde sub 1] te bevelen de bij exploot van 12 april 2024 aangekondigde/gestarte executie te schorsen voor zover [eiseres sub 2] overgaat tot verrekening uit hoofde van de onder IV van dit petitum gevraagde machtiging, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per dag;
VI. Althans zodanige voorzieningen te treffen als de Voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
VII. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.700,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van dagvaarding althans vanaf de dag van het in deze te wijzen vonnis;
VIII. [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, vanaf veertien dagen na het in dezen te wijzen vonnis.