ECLI:NL:RBLIM:2024:3053

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
5 juni 2024
Zaaknummer
03.311037.23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot verkrachting en meerdere aanrandingen in Nederweert

Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van meerdere seksuele misdrijven, waaronder een poging tot verkrachting. De verdachte, geboren in Letland in 2004, werd bijgestaan door advocaat mr. N. Birrou. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 22 mei 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten, die onder andere bestonden uit het aanranding van verschillende slachtoffers in de periode van 17 juli 2022 tot en met 5 november 2023. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 18 juni 2023 een poging tot verkrachting heeft gedaan van slachtoffer [slachtoffer 1], waarbij hij haar fysiek heeft aangevallen en geprobeerd heeft haar kleding te verwijderen. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers, die zich als benadeelde partij hadden gevoegd, geloofwaardig en steunde deze met forensisch bewijs, waaronder DNA-analyses. De verdachte heeft tijdens het politieverhoor gedeeltelijk bekend, maar ontkende de intentie om te verkrachten. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de poging tot verkrachting en achtte de verdachte ook schuldig aan de andere aanrandingen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 36 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden voor reclassering en behandeling. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, waaronder immateriële schade voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.311037.23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Letland) op [geboortedag] 2004,
laatst opgegeven verblijfsadres [adres 1] ,
gedetineerd in [P.I.] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. N. Birrou, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 mei 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 2] (feit 4), [slachtoffer 3] (feit 6), [slachtoffer 4] (feit 7) en [slachtoffer 5] (feit 10) hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) is ter terechtzitting aanwezig. Namens [slachtoffer 1] is op de zitting gehoord mr. R. Odink.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4) is eveneens ter terechtzitting aanwezig. Zij wordt bijgestaan door een medewerker van Slachtofferhulp Nederland.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 10) is eveneens ter terechtzitting aanwezig.
De overige benadeelde partijen zijn niet op zitting verschenen. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding van deze benadeelde partijen behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 18 juni 2023 geprobeerd heeft om [slachtoffer 1] te verkrachten, danwel heeft aangerand;
Feit 2:op 29 oktober 2022 [slachtoffer 6] heeft aangerand;
Feit 3:op 31 maart 2024 [slachtoffer 7] heeft aangerand;
Feit 4:op 5 april 2023 [slachtoffer 2] heeft aangerand;
Feit 5:op 27 mei 2023 [slachtoffer 8] heeft aangerand;
Feit 6:op 5 juni 2023 [slachtoffer 3] heeft aangerand;
Feit 7:op 16 juni 2023 [slachtoffer 4] heeft aangerand, danwel ontucht met die [slachtoffer 4] heeft gepleegd terwijl zij jonger dan 16 jaar oud was;
Feit 8:op 3 oktober 2023 [slachtoffer 9] heeft aangerand;
Feit 9:op 5 november 2023 [slachtoffer 10] heeft aangerand;
Feit 10:op 17 juli 2022 [slachtoffer 5] heeft aangerand.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle (primair) ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de verklaringen van aangeefster, zoals afgelegd op de dag van het gebeurde en ongeveer een maand later, consistent, gedetailleerd en authentiek zijn. Aangeefster vertelt over wat er gebeurd is en probeert zaken niet anders of erger voor te stellen dan hoe het gegaan is: zij verklaart onder meer heel duidelijk dat de verdachte haar op haar slip heeft aangeraakt en niet eronder. Daarnaast vindt de verklaring van aangeefster steun in de letselverklaring, de foto’s en matcht het DNA van de verdachte met de aangetroffen sporen. Ook bevestigt de verdachte in zijn verklaring grotendeels hetgeen aangeefster verklaard heeft, met uitzondering van het schreeuwen dat hij haar wilde ombrengen (‘I will kill you’) en dat hij niet de intentie had om seks met aangeefster te hebben. Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm - de verdachte, onder invloed van wiet en cocaïne, trok meteen het shirt over het hoofd van aangeefster, waarna er een 15 minuten durende worsteling ontstond en aangeefster dacht dat ze de gebeurtenis niet zou overleven - kan het volgens de officier van justitie dan ook niet anders zijn dan dat er sprake is van een poging tot verkrachting.
Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 10 heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de verdachte een groot deel van de feiten bekend heeft, in meer of mindere mate. Volgens de officier van justitie is er sprake van een soortgelijke
modus operandi, waarbij er telkens sprake was van onverhoeds handelen door de verdachte. De betasting van de slachtoffers bestond uit meer dan alleen knijpen en vasthouden. Daarom is er volgens de officier van justitie ook telkens sprake van het gebruik van geweld door de verdachte.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de feiten 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 en 10 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de feiten 1 en 7 heeft de raadsman verzocht om vrijspraak van het primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman naar voren gebracht dat er geen sprake is van een poging tot verkrachting, nu de verdachte ter terechtzitting verklaard heeft dat hij aangeefster wilde aanraken en betasten, maar niet de intentie had om bij haar binnen te dringen. Ook leiden de feiten en omstandigheden, die er volgens de raadsman louter uit bestaan dat de verdachte zijn riem losmaakte niet vanzelfsprekend tot de conclusie dat het opzet van de verdachte erop gericht was om aangeefster te verkrachten en er sprake is van een begin van uitvoering. Daarnaast past een poging tot verkrachting volgens de raadsman niet in de
modus operandivan de verdachte, gelet op zijn handelwijze bij overige tenlastegelegde feiten.
Ten aanzien van feit 7 heeft de raadsman naar voren gebracht dat aangeefster nog geen
16 jaar oud was en de verdachte om die reden van het primair ten laste gelegde zou moeten worden vrijgesproken.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hieronder weergegeven bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Bewijsmiddelen
Feiten 4, 5, 9 en 10
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank de feiten 4, 5, 9 en 10 wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd tijdens het politieverhoor op 5 december 2023;
- de aangifte van [slachtoffer 2] van 14 april 2023 [2] (feit 4);
- de aangifte van [slachtoffer 8] van 13 juli 2023 [3] (feit 5);
- de aangifte van [slachtoffer 10] van 5 november 2023 [4] (feit 9);
- de aangifte van [slachtoffer 5] van 25 juli 2022 [5] (feit 10).
Feit 1
De aangifte van [slachtoffer 1] [6] vermeldt onder meer het volgende:
Op 18 juni 2023 ben ik rond 6.45 uur vanuit mijn woning in Nederweert gaan fietsen. Ik droeg dezelfde kleding als tijdens het doen van deze aangifte: een turquoise shirt met lange mouwen, daaronder een lichtkleurige/ beigekleurige bh en een korte grijs/beige kleurige short met een brede riem met gesp erin. Er kwam mij een jongen met korte blonde haren tegemoet gefietst. Uit mijn linker ooghoek zag ik dat deze jongen zich omdraaide en naast mij kwam fietsen.
Toen gooide hij zijn fiets op de grond. Hij pakte me vast bij een arm terwijl ik het stuur van mijn fiets vasthield. Hij duwde me, waardoor ik op de grond viel. Hierdoor lag ik met mijn rug op de grond, half op het gras en half op het fietspad. Mijn fiets had ik nog tussen mijn benen ter hoogte van mijn enkels en iets hoger. De jongen zat gehurkt boven mij en pakte mij met zijn twee handen stevig bij mijn beide polsen vast. Hij hield mijn armen gebogen ter hoogte van mijn nek, tegen de grond gedrukt. Ik wilde mij verweren, maar hij zette kracht. Ik ben toen heel hard gaan schreeuwen. Daarop legde hij een hand op mijn mond. Met de andere hand hield hij mijn pols nog steeds vast. Omdat hij zijn hand geopend op mijn mond legde en ook tegen mijn neusgaten aanduwde, kreeg ik helemaal geen lucht. Hij riep: "Sleep, sleep". Ik probeerde los te komen. Hierna pakte hij mijn shirt vast aan de onderkant voorzijde en trok hij het shirt helemaal over mijn hoofd heen, tot over de achterkant van mijn hoofd. Toen legde hij zijn hand over het shirt weer over mijn mond heen. Hierdoor kreeg ik helemaal geen lucht meer en raakte ik nog meer in paniek. Ik had mijn riem dicht om mijn broek zitten. Hij pakte, terwijl hij mijn mond nog dicht hield, met zijn andere hand mijn riem vast. Ik voelde dat mijn riem losser ging zitten en ik hoorde een klik van de gesp van de riem die open ging. Ik voelde dat hij de knoop van mijn korte broek los wilde maken, maar dat lukte niet. De rits van mijn broek is dicht gebleven. Hij ging heel ruw te werk. Ik hield met mijn rechterhand mijn rechter enkel vast en trok deze naar boven, zodat hij moeilijker aan de knoop van mijn broek kon komen. Hij kwam met een hand via de onderkant van mijn linker broekspijp mijn broek in. Hij kwam met zijn hand tegen mijn vagina aan en ook er langs. Ik droeg onder mijn broek een slipje. Zijn hand kwam tegen mijn slipje aan, niet eronder. Toen pakte hij mijn linker broekspijp vast ter hoogte van het kruis en trok mijn broek kapot. Hierdoor ontstond er een scheur van denk ik wel 5 tot 7 centimeter groot. Hij lag met zijn linkerbeen over mijn rechterbeen heen. Mijn rechterbeen had ik nog steeds opgetrokken. Ik ben vervolgens omhoog gekomen met mijn bovenlichaam en kon met mijn hoofd bij zijn been komen. Ik heb hem vervolgens gebeten. Hij riep de hele tijd: "Sleep, sleep" en "I will kill you." Zijn stem werd steeds feller. Hij pakte mijn shirt vast wat op mijn voorhoofd lag en trok dit weer naar beneden over mijn gezicht heen tot onder mijn kin. Ik zag dat hij met een hand de bovenkant van mijn linker cup van mijn bh vastpakte en over mijn borst naar beneden trok. Hij zoog aan de tepel van mijn linkerborst. Daarna werd hij nog bozer. Hij hield, over het shirt heen, weer mijn mond en neusgaten dicht. Ik kreeg bijna geen adem hierdoor. Ik dacht: 'Nu ga ik eraan.' Ook hoorde ik hem zeggen; 'Koezzzz, koezzzz'. Dit heeft hij meerdere malen geroepen. Ik hoorde een geluid alsof iemand een riem af doet. Ik zag vervolgens, toen ik nog steeds op mijn rug met opgetrokken benen lag, door het shirt heen dat er een riem links naast mij op het gras lag. Ik zag later dat dit een zwarte leren riem met gesp was. Eerst lag deze riem er nog niet. Hij riep: "Koezzz, koezzz", terwijl hij nog steeds een hand op mijn mond hield. De andere hand voelde ik niet meer bij mijn pols. Toen riep ik als afleiding: "There comes a man with a dog". Hij keek hierop rond. Ik zag dat hij vervolgens omhoog vloog. Ik snapte niet waarom hij zo deed, omdat ik niemand had gezien. Ik zag dat hij zijn fiets pakte en snel weg fietste. Toen zag ik twee mensen komen. Ik ben overeind gaan zitten en heb mijn shirt omlaag getrokken, zodat ik beter kon zien. Ik heb even een tijdje zo gezeten, want ik was in shock.
Ik zag dat de gesp van mijn riem los zat. De rits en knoop van de broek zaten nog dicht. Ik zag wel een scheur aan de binnenkant ter hoogte van het kruis van mijn broek zitten. Ik ben zo blijven zitten totdat de twee mensen, zijnde een oude man en vrouw, naar mij toe kwamen gelopen. Deze meneer heeft 112 gebeld.
Op enig moment heb ik de jongen in zijn onderlip gebeten. Hij zei: “Koezzz, koezzzz”. Hij kuste mij op mijn lippen. Hij kwam met zijn lippen tegen mijn lippen aan. Toen hij met zijn mond tegen mijn mond kwam pakte ik met mijn tanden zijn onderlip vast en beet hier heel hard in.
Elke keer als ik tegen hem terug vocht zei hij tegen mij: "I will kill you." Hij heeft dat wel tien keer gezegd. Ik stond in een overlevingsstand en dacht echt dat vandaag mijn laatste dag was en dat hij mij ging doodmaken. Hij heeft mij mijn gevoel van vrijheid heeft afgepakt. Ik ging altijd graag fietsen, maar dat durf ik nu niet meer.
Ik heb veel pijn aan mijn onderrug. Ook heb ik schaafwondjes op mijn rechterscheenbeen, linkerknie en links op mijn ellenboog. Op mijn neus heb ik een rood/blauwe plek.
Verbalisanten [naam 1] en [naam 2] [7] relateren onder meer het volgende:
Op 18 juni 2023, omstreeks 07.00 uur, kregen wij de melding om te gaan naar het fietspad gelegen aan de [adres 2] te Nederweert. Volgens de melding zou hier even te voren een vrouw op haar fiets zijn aangerand door een onbekende man. Wij zijn hierop ter plaatse gegaan. Wij troffen de aangeefster op het fietspad genaamd de [adres 3] , gelegen naast de [adres 2] , te Nederweert.
Wij zagen dat op de plek waar de aangeefster aangaf van de fiets te zijn getrokken een fiets op de grond lag. Wij zagen dat verder een zwarte gebroken zonnebril hier op de grond lag en een zogenaamde zwarte herenriem. Wij hoorden de aangeefster zeggen dat de fiets en de zonnebril haar eigendom waren maar dat de riem van de verdachte was.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek persoon [8] vermeldt onder meer het volgende:
Op 18 juni 2023 hebben wij, verbalisanten [naam 3] en [naam 4] , de linkerborst van slachtoffer [slachtoffer 1] , waarbij het spoor bestond uit speeksel, bemonsterd (SIN AAQF7487NL).
De deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van 26 juni 2023 (TMFI2023.2217) [9] vermeldt onder meer het volgende:
De bemonstering afkomstig van de linkerborst van het slachtoffer [slachtoffer 1] (SIN AAQF7487NL) is onderzocht. Er is sprake van een DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren: onbekende man A (DNA-hoofdprofiel) en het slachtoffer [slachtoffer 1] .
De deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek van 1 december 2023 (TMFI2023.2217-3) [10] vermeldt onder meer het volgende:
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] matcht met het DNA-profiel van onbekende man A (AAQF7487NL). Dit betekent dat wanneer in rapport TMFI2023.2217 'onbekende man A' staat vermeld, hiervoor in de plaats 'verdachte [verdachte] ' moet worden gelezen.
De verdachte verklaarde tijdens het politieverhoor [11] - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 18 juni 2023 passeerde ik in Nederweert een oude vrouw op een fiets. Ik heb mij toen omgedraaid en ben haar gevolgd. Daarna heb ik met haar gepraat. Ik heb haar borsten en kont aangeraakt met mijn handen. Haar borsten heb ik ook gekust. Ook probeerde ik haar op haar mond te kussen. Ze beet mij toen in mijn onderlip en krabde me met haar nagels. Ze had een blauw shirt aan, ik trok dit shirt over haar hoofd. Ook heb ik de riem van haar broek proberen los te maken. Toen ze schreeuwde heb ik haar gezegd dat ze niet moest schreeuwen. Toen er mensen aan kwamen lopen ben ik weggegaan. Ik ben mijn riem kwijtgeraakt.
Overwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 1De rechtbank leidt uit de gebezigde bewijsmiddelen af dat de verdachte de feitelijke handelingen, zoals ten laste gelegd onder de gedachtestreepjes, heeft begaan.
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de feitelijke handelingen leiden tot de conclusie dat er sprake is van een poging tot verkrachting.
De rechtbank acht de handelingen van de verdachte, gelet op het dwingende karakter en de opbouw in ernst daarvan en de omstandigheden waaronder verricht, naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op de uitvoering van de verkrachting van aangeefster dat het handelen van verdachte kan worden gezien als een begin van uitvoering daartoe. De rechtbank acht het aannemelijk dat de verdachte ook de intentie had om het lichaam van het slachtoffer binnen te dringen. Het losmaken van de riem van het slachtoffer, het afdoen van zijn eigen riem, het proberen om de broek van het slachtoffer open te maken en vervolgens een scheur in de broek te trekken alsmede het boven op het slachtoffer gaan liggen, wijst daarop. De verdachte heeft zijn poging pas gestaakt toen er een man en vrouw aan kwamen lopen, derhalve toen hij betrapt werd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het aan de verdachte primair tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
De aangifte van [slachtoffer 6] [12] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 29 oktober 2022 was ik aan het wandelen in Nederweert. Ter hoogte van de [adres 4] is het gebeurd. Ik was aan het lopen. Hij zat op een fiets en raakte met een voet de grond aan. Ik had hem nog niet eerder gezien en hij benaderde mij van achteren. Ook had ik oortjes met muziek in, waardoor ik geen omgevingsgeluid hoorde. Hij raakte mij met zijn rechterhand aan de billen aan. Ik voelde dat het geen losse slag was maar vasthouden. Hij bleef met kracht tegen mijn billen aan duwen en ik voelde ook dat er in mijn billen geknepen werd. Ik heb mij meteen omgedraaid waardoor ik los kwam van hem. Ik hoorde dat hij in de Engelse taal tegen mij riep: "Whats your name". Dit riep hij meerdere keren. Ik reageerde meteen heel boos en begon tegen hem te schreeuwen. Ik heb hem uitgescholden. Daarna fietste hij weg.
Feit 3
De aangifte van [slachtoffer 7] [13] vermeldt onder meer het volgende:
Op 31 maart 2023 liep ik in Weert. De verdachte kneep mij één keer, hard en lang, in mijn kont. Toen zag ik hem voor het eerst, want ik draaide mij toen om. Hij zei niets. Ik schrok, keek om me heen en riep: “WTF”. Ik zag dat er iemand aankwam. De verdachte en ik keken elkaar kort aan - hij bleef mij even aankijken maar zonder emotie, hij had geen gezichtsuitdrukking - en daarna fietste hij weg.
Feit 6
De aangifte van [slachtoffer 3] [14] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 5 juni 2023 omstreeks 19.00 uur wilde ik nog een stukje gaan fietsen in Weert. Er kwam iemand naast mij fietsen op het fietspad. Hij fietste bijna tegen mij aan, zo dicht fietste hij langs mij af. Ik voelde toen dat iemand één keer in mijn kont kneep en vervolgens kneep deze persoon mij twee keer hard in mijn linkerborst. Hij keek mij aan en maakte een grommend geluid terwijl hij dit deed. Dit knijpen in mijn borst deed erg pijn, omdat hij erg hard kneep. Ik moest hem van mij af slaan. Ik duwde hem met mijn arm weg. Ik maakte een zwaaiende beweging met mijn linkerarm. Hierdoor moest hij wel loslaten. Ik riep toen:' Hey doe eens even normaal', 'sukkel', "Doe eens normaal", 'doe eens normaal, zoek een hobby.' Hij keek mij recht in mijn ogen aan. Ik ben toen een stukje achter hem aangefietst. 's Avonds zag ik nog een afdruk van zijn vingers op mijn linker borst. Ik zag twee rode afdrukken van twee langwerpige afdrukken van zijn vingers.
Feit 7
De aangifte van [slachtoffer 4] [15] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 19 juni 2023 omstreeks 9.55 uur fietste ik ter hoogte van de sporthal [naam 5] in Nederweert op het fietspad. Toen ik een bocht naar rechts maakte, kwam er een jongen langs mij fietsen. Hij was mij niet eerder opgevallen. Hij zei niks tegen mij. Hij keek mij even aan en ik keek hem ook aan. Hij greep toen plotseling naar mijn linkerborst en kneep hier in. Ik riep nadat hij mijn linkerborst had vastgepakt uit reflex: 'Au!'. Ik stapte van mijn fiets af met beide benen op de grond. Hij stopte naast mij op het fietspad, op het weggedeelte bestemd voor tegemoetkomende fietsers. Daarna fietste hij snel weg. Ik was echt nog wel in shock de hele dag. Ik heb de hele dag moeten huilen.
Feit 8
De aangifte van [slachtoffer 9] [16] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 3 oktober 2023, omstreeks 18.15 uur, liep ik langs het kanaal te Nederweert. Ik was mijn hond aan het uitlaten. Uit het niets kwam er een man op een fiets vanuit de kant van Nederweert voorbij mij gefietst. Deze man sloeg mij met zijn linkerhand op mijn rechter bil. Na dit incident zag ik dat de man door fietste.
Feiten 2, 3, 6, 7 en 8
De aangifte van [slachtoffer 2] [17] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 5 april 2023, omstreeks 18.00 uur, was ik aan het hardlopen in Weert. Ik had muziek in mijn oren en hoorde geen omgevingsgeluid. Uit het niets voelde ik een harde klap op mijn billen. Door de klap voelde ik een hevige pijnscheut door mijn billen. Ik schrok hiervan en stopte met lopen. Ik zag dat er een man op de fiets mij via de linkerkant passeerde. Ik zag dat deze man ook stopte met fietsen. Ik herkende deze man niet en was voor mij onbekend. Ik zag dat hij in mijn richting kwam gefietst en zijn hand uitstak. Ik hoorde dat hij zei: “What's your name?”. Ik trok mijn hand weg en werd boos. Ik schold hem uit en zag dat hij wegfietste. Ik kwam thuis en zag dat ik een flinke blauwe plek op mijn billen had.
De aangifte van [slachtoffer 8] [18] vermeldt - zakelijk weergegeven - onder meer het volgende:
Op 27 mei 2023 omstreeks 19.15 uur was ik met de hond aan het wandelen in Nederweert. In mijn rechterooghoek zag ik een fietser heel hard aankomen. Ik ging toen met de hond aan de kant zodat de fietser doorkon. Ik stond toen gedeeltelijk met de rug naar hem toen. Nadat de fietser mij naderde en mij aan mijn rechterzijde mij inhaalde voelde ik een enorme harde klap op mijn rechterbil. Ik zag in mijn ooghoek dat hij met zijn linkerhand mij die klap op de billen gaf. Na de klap zag ik ook dat hij met zijn linkerhand het stuur weer vastpakte en wegfietste.
De verdachte verklaarde tijdens het politieverhoor [19] onder meer het volgende:
V: Is dit de manier waarop je de aanrandingen doet?
A: Ik wilde het niet doen, maar het gebeurt als ik fiets zo vaak.
V: Je zegt dat het vaak is gebeurd. Hoe vaak is in dit park gebeurd?
A: Geen idee. Ik denk iedere maand wel een keer.
Overwegingen van de rechtbank ten aanzien van de feiten 2, 3, 6, 7 en 8
Steunbewijs
Uit de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat schakelbewijs als steunbewijs kan dienen. [20] Met de term schakelbewijs pleegt te worden aangeduid een bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van een feit mede redengevend wordt geacht de - uit één of meer bewijsmiddelen blijkende - omstandigheid dat de verdachte bij één of meer andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheidene feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt.
De rechtbank constateert in dit kader dat het handelen van de verdachte, zoals beschreven in de aangiftes van [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 9] op essentiële punten overeenkomsten vertoont. Zo benaderde de verdachte alle vijf de aangeefsters van achteren in Weert danwel Nederweert terwijl zij fietsten ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) of liepen ( [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] ). Daarnaast kneep ( [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 3] ) of sloeg ( [slachtoffer 2] , [slachtoffer 8] en [slachtoffer 9] ) de verdachte de slachtoffers in of op hun bil(len), of kneep hij hen ( [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ) in de linkerborst.
De rechtbank is van oordeel dat de handelwijze van de verdachte bij de voornoemde ten laste gelegde feiten essentiële overeenkomsten vertoont. Het gaat derhalve om een soortgelijke
modus operandi. Dit levert naar het oordeel van de rechtbank steunbewijs op dat de verdachte de door aangeefsters [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 9] aangegeven handelingen heeft verricht. Tevens heeft de verdachte verklaard dat hij meerdere malen ontuchtige handelingen met vrouwen heeft gepleegd door deze vrouwen in/aan hun billen danwel borsten te knijpen/aan te raken.
Juridische kwalificatie
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen hoe het handelen van de verdachte
dient te worden gekwalificeerd. Aan de verdachte is onder de feiten 2, 3, 6 en 8, en onder feit 7 primair, tenlastegelegd aanranding ex artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht.
Om tot een bewezenverklaring van aanranding te komen, moet worden vastgesteld dat de dader door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen tot het dulden van ontuchtige handelingen. [21] Het element dwang komt er kort gezegd op neer dat verdachte (door geweld, een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid) opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen zijn wil heeft ondergaan.
De rechtbank is van oordeel dat het langs lopen of fietsen en onverhoeds in de bil of borst knijpen van een slachtoffer niet kan worden aangemerkt als (een vorm van) geweld in de zin van artikel 246 Sr. Wel worden deze handelingen volgens de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad beschouwd als
dwang door een andere feitelijkheid. Verder is de rechtbank van oordeel dat de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de verdachte alleszins de conclusie rechtvaardigt dat hij met vol opzet heeft gehandeld.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het aan de verdachte tenlastegelegde
onder 2, 3, 6, 7 (primair) en 8 wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1 Primair
op 18 juni 2023, in de gemeente Nederweert, meermalen, (telkens) van het ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 1]
te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
- naast die [slachtoffer 1] is gaan en/of blijven fietsen en
- (onverhoeds) zijn, verdachtes, fiets op de grond heeft gegooid en(onverhoeds) die [slachtoffer 1] bij een arm heeft vastgepakt en/of vastgehouden en
- die [slachtoffer 1] heeft omgeduwd met haar fiets, waardoor die [slachtoffer 1] ten val en op haar rug op de grond terecht kwam en
- (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer 1] ( stevig en/of met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of de armen van die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft gedrukt en/of gehouden en
- toen die [slachtoffer 1] begon te schreeuwen, een hand op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden, waardoor die [slachtoffer 1] geen lucht kreeg en
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en
- de onderkant van het T-shirt van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en (vervolgens) het T-shirt (helemaal) over het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft getrokken en
- (opnieuw) zijn, verdachtes, hand (over het T-shirt heen) op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden en
- de riem van de broek van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en los heeft gemaakt en
- doende is geweest de knoop en de rits van de broek van die [slachtoffer 1] open te maken en
- zijn, verdachtes, hand (via de broekspijp) in de (korte) broek van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand heeft gebracht en bewogen tegen en langs de vagina van die [slachtoffer 1] en de vagina van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast e
n- de broek van die [slachtoffer 1] kapot heeft getrokken en
- zijn, verdachtes, been over een been van die [slachtoffer 1] heen heeft gelegd en/of gehouden en/of (gedeeltelijk) op die [slachtoffer 1] is gaan liggen en/of zitten en
- toen die [slachtoffer 1] hem, verdachte, in een been gebeten had, aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en/of “I will kill you, I will kill you.” en
- de bh van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of naar beneden heeft getrokken en (vervolgens) een borst en/of een tepel van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of gekust en aan een borst en/of een tepel van die [slachtoffer 1] heeft gezogen en/of gelikt en
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Koez, koez.” en
- die [slachtoffer 1] op de mond heeft gekust en
- de riem van zijn, verdachtes, broek los heeft gemaakt en (vervolgens) van zijn, verdachtes, broek af heeft gedaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2
op 29 oktober 2022 in de gemeente Nederweert,
door een andere feitelijkheid [slachtoffer 6]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of stevig ) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of duwen tegen en/of en/of knijpen in een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] , bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen
- die [slachtoffer 6] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of stevig ) een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of tegen een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft geduwd en/of in een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 6] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 3
op 31 maart 2023 in de gemeente Weert,
door een andere feitelijkheid [slachtoffer 7]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of lang) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 7] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of lang) een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 7] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 4
op 5 april 2023 in de gemeente Weert, door een andere feitelijkheid [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een/de bil(len) van die [slachtoffer 2]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 2] , terwijl deze aan het (hard)lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd enf (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 2] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 5
op 27 mei 2023 in de gemeente Nederweert,
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 8]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een/de bil(len) van die [slachtoffer 8]
bestaande die een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 8] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en(vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een/de bil(len) van die [slachtoffer 8] heeft geslagen en/of een/de bil(len) van die [slachtoffer 8] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 8] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 6
op 5 juni 2023 in de gemeente Weert,
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 3]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, (telkens)
- die [slachtoffer 3] , terwijl deze aan het fietsen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (dicht) naast die [slachtoffer 3] is gaan en/of blijven fietsen en
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 3] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 7 Primair
op 16 juni 2023 in de gemeente Nederweert,
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een borst van die [slachtoffer 4]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, - die [slachtoffer 4] , terwijl deze aan het fietsen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (dicht) naast die [slachtoffer 4] is gaan en/of blijven fietsen en
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) (bij/in) een borst van die [slachtoffer 4] heeft gegrepen en/of vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een borst van die [slachtoffer 4] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 4] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 8
op 3 oktober 2023 in de gemeente Nederweert,
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 9]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een bil van die [slachtoffer 9]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 9] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een bil van die [slachtoffer 9] heeft geslagen en/of een bil van die [slachtoffer 9] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 9] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 9
op 5 november 2023 in de gemeente Weert,
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 10]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een bil van die [slachtoffer 10]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer 10] , terwijl deze aan het (hard)lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een bil van die [slachtoffer 10] heeft geslagen en/of een bil van die [slachtoffer 10] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 10] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 10
Op 17 juli 2022 te Ospel, in de gemeente Nederweert,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door een andere feitelijkheid
[slachtoffer 5]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, (telkens)
- (onverhoeds) (van achteren) met zijn, verdachtes, hand(en) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten van en/of knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 5]
bestaande die andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, (telkens)
- die [slachtoffer 5] , terwijl deze met de rug naar hem, verdachte, toe gekeerd stond en/of liep, (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig ) met zijn, verdachtes, hand(en) de billen van die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig ) zijn, verdachtes, armen om de armen van die [slachtoffer 5] heen heeft geslagen en/of geklemd en/of gehouden en/of met zijn, verdachtes, armen de armen van die [slachtoffer 5] heeft omsloten (gehouden) en/of
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig ) met zijn, verdachtes, hand(en) de borsten van die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of in de borsten van die [slachtoffer 5] heeft geknepen en/of is blijven knijpen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 5] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
poging tot verkrachting;
Feit 2
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 3
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 4
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 5
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 6
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 7
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 8
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 9
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
Feit 10
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog drs. L. Aa heeft over de geestvermogens van de verdachte op 22 februari 2024 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in die rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over in die zin dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van alle bewezenverklaarde strafbare feiten. Gelet op de onderbouwing van de psycholoog, gaat de rechtbank ervan uit dat dit advies tevens geldt voor het bewezenverklaarde feit 10.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid volledig uitsluiten.

6.De straf en de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren en de bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling door [instelling 1] , [instelling 2] of een soortgelijke zorgverlener, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole. Tevens heeft de officier gevorderd om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel krachtens artikel 38z Sr aan de verdachte op te leggen. In zijn strafeis heeft de officier van justitie rekening gehouden met de OM-richtlijn, de LOVS-oriëntatiepunten, het NIFP-advies en het reclasseringsadvies.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en forse voorwaardelijke gevangenisstraf aan de verdachte op te leggen. Daartoe heeft de raadsman naar voren gebracht dat de LOVS-oriëntatiepunten wellicht een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van 24 maanden legitimeren, maar de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en tijdens het plegen van de feiten onder invloed was. Daarnaast is de verdachte bereid om zich te houden aan de bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering. Ook past een groot voorwaardelijke strafdeel beter bij de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, nu hij buiten een overtreding een blanco strafblad heeft en hij een jeugdige leeftijd heeft. Ten aanzien van de gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel krachtens artikel 38z Sr heeft de raadsman naar voren gebracht dat de maatregel disproportioneel en bovendien niet noodzakelijk is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich in de periode van 17 juli 2022 tot en met 5 november 2023 schuldig gemaakt aan een poging verkrachting van [slachtoffer 1] en negen aanrandingen. Het handelen van de verdachte heeft grote gevolgen gehad voor de slachtoffers, waarbij de gevolgen voor vooral [slachtoffer 1] tot op heden het meest indringend zijn. Zij heeft, zoals ze dat zelf onder woorden heeft gebracht in haar slachtofferverklaring, ‘gevochten als een leeuw’ en herbeleeft de poging verkrachting nog dagelijks. Ze slaapt slecht en is continu op haar hoede, waardoor ze het gevoel heeft dat haar ‘haar vrijheid is ontnomen’. Ook heeft ze nog altijd last van haar rug. In plaats van genieten van haar pensioen, leeft [slachtoffer 1] bijna continu in angst.
De verdachte heeft ernstig ontremd gedrag vertoond. Gelet op hetgeen de verdachte ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, vraagt de rechtbank zich af of de verdachte inziet welke gevolgen zijn handelen voor de slachtoffers heeft gehad. Uit de antwoorden die de verdachte gaf, is vooral een gevoel van zelfmedelijden gebleken. De verdachte besteedde nagenoeg geen woorden aan de heftige gevolgen bij de slachtoffers waarvoor hij verantwoordelijk is.
Gelet op de ernst van de gepleegde feiten, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel geïndiceerd.
Uit de inhoud van de NIFP-rapportage van 22 februari 2024 blijkt dat de verdachte lijdt aan een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis. Daarnaast is er bij de verdachte sprake van een zwakbegaafd perceptueel redenatievermogen en een inadequate seksuele ontwikkeling. De verdachte was tijdens het plegen van de feiten onder invloed van deze stoornissen. Als gevolg hiervan is de verdachte zich niet of onvoldoende bewust van de gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. De verdachte laat een beperkte zelfreflectie zien, passend bij een zwakbegaafd perceptueel redenatievermogen bij de verdachte. Daarnaast spelen andere factoren (zijn inadequate seksuele ontwikkeling in combinatie met zijn persoonlijkheidsstoornis) ook nog een rol. In combinatie met het feit dat verdachte zijn seksuele behoeften onderdrukte, maar deze behoefte wel sterk had, wilde hij (wellicht onbewust) macht en controle op de slachtoffers uitoefenen om die gevoelens van boosheid en verdriet af te reageren. De verdachte staat open voor behandeling en wil weten waarom hij op deze manier heeft gehandeld. Tevens wil hij zijn gedrag veranderen en geen middelen meer gebruiken. De psycholoog adviseert om behandeling op het gebied van omgaan met seksualiteit en intimiteit, behandeling voor zijn persoonlijkheidsstoornis en behandeling ten aanzien van het voorkomen van drugsgebruik plaats te laten vinden in het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke strafdeel.
Naar aanleiding daarvan heeft de reclassering in het reclasseringsadvies van 16 mei 2024 de bijzondere voorwaarden meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling door [instelling 1] , [instelling 2] of een andere zorgverlener, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan middelencontrole geformuleerd. De reclassering adviseert om de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De rechtbank zal een hogere straf opleggen dan die door de officier van justitie is geëist. Alleen al voor de verkrachting geldt ingevolge de oriëntatiepunten van het LOVS ((Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden. Nu het hier een poging tot verkrachting betreft, betekent dit dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden als uitgangspunt dient te worden gehanteerd. Hier komen nog 9 aanrandingen bij. De rechtbank hecht verder veel waarde aan een aantal factoren, die de op te leggen straf hoger doen uitvallen dan de eis van de officier van justitie. Zo werd de poging tot verkrachting gekenmerkt door fors en aanhoudend geweld. Weliswaar is het bij een poging gebleven, maar het heeft niet veel gescheeld of de 15 minuten durende strijd van het slachtoffer met de verdachte was geëindigd in een voltooide verkrachting. Gelukkig waren er omstanders die daar toevallig passeerden waardoor de verdachte werd gestopt. Daarnaast speelt het volledige ontbreken van enig verantwoordelijkheidsbesef bij de verdachte een rol. De verdachte is weliswaar verminderd toerekeningsvatbaar maar ook dan mag meer besef en medeleven met slachtoffers worden verwacht. Verder zijn de gevolgen voor de slachtoffers ernstig, met name voor slachtoffer [slachtoffer 1] .
De rechtbank zal, gelet op het voorgaande en alles afwegende, een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, een proeftijd van 5 jaren en de bijzondere voorwaarden, zoals hierboven aangehaald, opleggen. De bijzondere voorwaarden legt de rechtbank op nu zij inziet dat de verdachte hulp nodig heeft. Maar, alvorens hij hulp ontvangt zal hij eerst gestraft moeten worden voor hetgeen hij gedaan heeft.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat naast een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, tevens een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht moet worden opgelegd. Het doel van deze maatregel is beveiliging van de maatschappij en voorkoming van strafbare feiten. De rechtbank legt de maatregel op omdat zij van oordeel is dat er rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of dat hij zich op een andere manier belastend naar personen toe zal gedragen. Uit de eerder genoemde rapportage blijkt immers dat het gevaar voor herhaling van soortgelijke feiten groot is.
Geen dadelijke uitvoerbaarheid
In tegenstelling tot het advies van de reclassering en de eis van de officier van justitie, ziet de rechtbank thans onvoldoende aanleiding om de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaren. De verdachte zal immers eerst een flinke gevangenisstraf moeten ondergaan.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 10.940,33, bestaande uit € 940,33 materiële schade (eigen risico zorgverzekering ad € 385,-, kosten therapie ad € 441,50 en reiskosten naar therapie ad € 113,83) en € 10.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terzake van feit 1.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 750,- bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terzake van feit 4.
De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 96,- bestaande uit materiële schade (verlofuren op 12 juni 2023 en 12 juli 2023), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terzake van feit 6.
Namens de benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft de wettelijk vertegenwoordiger, [naam 6] , geen bedrag gevorderd, maar alleen aangegeven dat er proceskosten zullen worden gevorderd (bestaande uit vervoerskosten ten behoeve van zitting, parkeerkosten en eventueel opname verlofdag), te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terzake van feit 7.
De benadeelde partij [slachtoffer 5] vordert, rekening houdend met het gedeelte van de schade die zij van haar zorgverzekeraar vergoed heeft gekregen, een schadevergoeding van
€ 727,71, bestaande uit € 227,71 materiële schade, eigen bijdrage (eigen risico) ad € 217,71 en reiskosten huisarts/gynaecoloog en fysiotherapie € 10,- en € 500,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terzake van feit 10.
Daarnaast vordert de benadeelde partij € 7,- aan proceskosten (reiskosten naar de terechtzitting). Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij de gevorderde proceskosten verhoogd met de extra reiskosten in verband met reizen naar de zittingslocatie in Maastricht in plaats van Roermond, nu zij hierdoor in totaal circa 100 kilometer extra aan reiskosten heeft gemaakt.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert de volledige toewijzing van de vorderingen van alle benadeelde partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schade vergoedingsmaatregel. Ten aanzien van de door benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 10) ter terechtzitting gevorderde proceskosten, vordert de officier van justitie eveneens toewijzing.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4) gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De vorderingen van [slachtoffer 3] (feit 6) en [slachtoffer 5] (feit 10) acht de verdediging niet onredelijk, met uitzondering van de niet door [slachtoffer 3] ingevulde immateriële schade. Deze dient volgens de verdediging te worden afgewezen, nu er geen geldbedrag is ingevuld.
Ten aanzien van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) gevorderde immateriële schade heeft de verdediging verzocht om niet-ontvankelijkheidsverklaring van de benadeelde partij, vanwege de onduidelijke gevolgen voor [slachtoffer 1] , hetgeen deze vordering complex maakt. De verdediging acht de door [slachtoffer 1] gevorderde materiële schadeposten aldus toewijsbaar.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Rechtstreekse schade
Aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 2] (feit 4), [slachtoffer 3] (feit 6) en [slachtoffer 5] (feit 10) is rechtstreeks schade toegebracht door de bewezenverklaarde feiten. Deze benadeelde partijen kunnen dan ook worden ontvangen in hun vorderingen.
Aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 7) is weliswaar rechtstreekse schade toegebracht, echter nu deze benadeelde partij geen geldbedrag gevorderd heeft, zal de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer 4] niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan de vordering daarom slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 3] (feit 6) en [slachtoffer 5] (feit 10) de materiële schadeposten onderbouwd hebben. Daarnaast zijn deze schadeposten niet betwist door de verdediging. Daarmee zijn de materiële schadeposten van voornoemde benadeelde partijen toewijsbaar.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 5] heeft te gelden dat zij het grootste deel van de medische kosten vergoed heeft gekregen van haar zorgverzekeraar. De totale toe te wijzen schadeposten komen daardoor in totaal op € 227,71 en bestaan uit eigen bijdrage/risico zorgverzekering ad € 217,71 en reiskosten huisarts/gynaecoloog en fysiotherapie ad € 10,-.
Immateriële schade
De rechtbank stelt bij de beoordeling van de smartengeldvorderingen van [slachtoffer 1] (feit 1), [slachtoffer 2] (feit 4) en [slachtoffer 5] (feit 10) voorop dat als schade die het gevolg is van een onrechtmatige daad een nadeel omvat dat niet uit vermogensschade bestaat, de benadeelde op grond van artikel 6:106, lid l, aanhef en onder b BW recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, onder meer in het geval van aantasting in persoon op andere wijze. Van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon 'op andere wijze' is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon 'op andere wijze' sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Van een aantasting in de persoon 'op andere wijze' als bedoeld in art. 6:106, aanhef en onder b, BW is niet reeds sprake bij de enkele schending van een fundamenteel recht.
De rechtbank is van oordeel dat aangaande de onderhavige vorderingen de aard en de ernst van de normschending -de poging verkrachting en de aanranding- met zich meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige psychische gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank is aldus van oordeel dat er immateriële schade is geleden die het rechtstreeks gevolg is van het door de verdachte gepleegde strafbare feiten.
Op grond van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) gestelde omstandigheden, waaronder dat zij doodsbang was en dat zij zich tot op heden onveilig en zich zeer in haar vrijheid beperkt voelt, en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid op een bedrag van € 7.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2023. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
Op grond van de door de benadeelde partijen [slachtoffer 2] (feit 4) en [slachtoffer 5] (feit 10) gestelde omstandigheden, waaronder dat zij zich machteloos voelden en na de incidenten niet wilden worden aangeraakt door personen uit hun vertrouwelijke kring, en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, wijst de rechtbank toe de door [slachtoffer 2] (feit 4) gevorderde immateriële schadevergoeding van € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2023 en het door [slachtoffer 5] (feit 10)
gevorderde bedrag van € 500,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2022.
Schadevergoedingsmaatregel
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Kostenveroordeling
De benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 10) heeft de gevorderde proceskosten ad € 7,- (reiskosten naar de terechtzitting) ter terechtzitting verhoogd met de extra reiskosten in verband met reizen naar de zittingslocatie in Maastricht in plaats van Roermond, nu zij hierdoor in totaal circa 100 kilometer extra aan reiskosten heeft gemaakt. Volgens de ANWB-routeplanner bedragen de brandstofkosten van zittingslocatie Roermond-Maastricht enkele reis € 7,28 en retour aldus op € 14,56. De totale gevorderde proceskosten komen daarmee op €14,56 plus € 7 is € 21,56. Nu deze kosten niet betwist zijn door de verdediging en de kosten de rechtbank niet onredelijk voorkomen, zal de rechtbank de verdachte in deze proceskosten, tot heden begroot op € 21,56, veroordelen.
De rechtbank veroordeelt de verdachte eveneens in de kosten van de overige voornoemde benadeelde partijen, de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging daaronder begrepen, tot heden begroot op € 0,-.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38z, 45, 57, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van vijf jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich op binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres [adres 5] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door [instelling 1] ambulant behandelen of [instelling 2] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Veroordeelde is inmiddels aangemeld voor behandeling en het streven is om in ieder geval de intake nog tijdens detentie te laten plaatsvinden. Afhankelijk van de duur van detentie kan behandeling eventueel al opgestart worden tijdens detentie;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft in een begeleide of beschermde woonvorm (te bepalen door de reclassering), indien tijdens het toezicht blijkt dat dit noodzakelijk is. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Meewerken aan middelencontrole
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Maatregel
- legt op de
gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;

Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen

Benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1)
  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tevens in de
  • bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor zover deze ziet op de resterende immateriële schade ad € 3.000,- niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 4)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tevens in de
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 6)
  • wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij volledig toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tevens in de
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3] , van een bedrag van bedrag van € 96,-, bestaande uit materiële schade (verlofuren op 12 juni 2023 en 12 juli 2023), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

Benadeelde partij [slachtoffer 4] (feit 7)

  • verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat zij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door de verdachte gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;

Benadeelde partij [slachtoffer 5] (feit 10)

  • wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte tevens in de
  • wijst af de vordering voor zover deze ziet op het overige;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van
[slachtoffer 5], van een bedrag van
€ 727,71,bestaande uit € 227,71 materiële schade (eigen bijdrage/risico zorgverzekering ad € 217,71 en reiskosten huisarts/gynaecoloog en fysiotherapie € 10,-) en € 500,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Hermanides, voorzitter, mr. M.M. Beije en mr. D. Osmić, rechters, in tegenwoordigheid van J.G.A.M. Spijkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 juni 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Feit 1hij op of omstreeks 18 juni 2023, in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 1]
te dwingen tot het ondergaan van een of meer handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
- naast die [slachtoffer 1] is gaan en/of blijven fietsen en/of
- (onverhoeds) zijn, verdachtes, fiets op de grond heeft gegooid en/of (onverhoeds) die [slachtoffer 1] bij een arm heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 1] heeft omgeduwd met haar fiets, waardoor die [slachtoffer 1] ten val en/of met/op haar rug op de grond terecht kwam en/of
- (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer 1] (stevig en/of met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of de armen van die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft gedrukt en/of gehouden en/of
- toen die [slachtoffer 1] begon te schreeuwen, een hand op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden, waardoor die [slachtoffer 1] geen lucht kreeg en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en/of
- de onderkant van het T-shirt van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) het T-shirt (helemaal) over het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft getrokken en/of
- (opnieuw) zijn, verdachtes, hand (over het T-shirt heen) op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden en/of
- de riem van de broek van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of los heeft gemaakt en/of
- doende is geweest de knoop en/of de rits van de broek van die [slachtoffer 1] open te maken en/of
- zijn, verdachtes, hand (via de broekspijp) in de (korte) broek van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand heeft gebracht en/of bewogen op/tegen en/of langs de vagina van die [slachtoffer 1] en/of de vagina van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of
- de broek van die [slachtoffer 1] kapot heeft getrokken en/of
- zijn, verdachtes, been over een been van die [slachtoffer 1] heen heeft gelegd en/of gehouden en/of (gedeeltelijk) op die [slachtoffer 1] is gaan en/of blijven liggen en/of zitten en/of
- toen die [slachtoffer 1] hem, verdachte, in een been gebeten had, aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en/of “I will kill you, I will kill you.” en/of
- de bh van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of naar beneden heeft getrokken en/of (vervolgens) een/de borst(en) en/of een/de tepel(s) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of gekust en/of op/aan een/de borst(en) en/of een/de tepel(s) van die [slachtoffer 1] heeft gezogen en/of gelikt en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Koez, koez.” en/of
- die [slachtoffer 1] op de mond heeft gekust en/of
- de riem van zijn, verdachtes, broek los heeft gemaakt en/of (vervolgens) van zijn, verdachtes, broek af heeft gedaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:hij op of omstreeks 18 juni 2023 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 1]
heeft gedwongen tot het
plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- met zijn, verdachtes, lichaam (gedeeltelijk) gaan en/of blijven liggen en/of zitten op het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- brengen van zijn, verdachtes, hand (via de broekspijp) in de (korte) broek van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) bewegen en/of brengen van zijn, verdachtes, hand op/tegen en/of langs de vagina van die [slachtoffer 1] en/of aanraken en/of betasten van de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- naar beneden trekken van de bh van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) aanraken en/of betasten en/of kussen van en/of zuigen en/of likken op/aan een/de borst(en) en/of een/de tepel(s) van die [slachtoffer 1] en/of
- (op de mond) kussen van die [slachtoffer 1] en/of
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- naast die [slachtoffer 1] is gaan en/of blijven fietsen en/of
- (onverhoeds) zijn, verdachtes, fiets op de grond heeft gegooid en/of (onverhoeds) die [slachtoffer 1] bij een arm heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 1] heeft omgeduwd met haar fiets, waardoor die [slachtoffer 1] ten val en/of met/op haar rug op de grond terecht kwam en/of
- (vervolgens) de polsen van die [slachtoffer 1] (stevig en/of met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of de armen van die [slachtoffer 1] tegen de grond heeft gedrukt en/of gehouden en/of
- toen die [slachtoffer 1] begon te schreeuwen, een hand op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden, waardoor die [slachtoffer 1] geen lucht kreeg en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en/of
- de onderkant van het T-shirt van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of (vervolgens) het T-shirt (helemaal) over het hoofd van die [slachtoffer 1] heeft getrokken en/of
- (opnieuw) zijn, verdachtes, hand (over het T-shirt heen) op de mond en/of de neus van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden en/of
- de riem van de broek van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of los heeft gemaakt en/of
- doende is geweest de knoop en/of de rits van de broek van die [slachtoffer 1] open te maken en/of
- zijn, verdachtes, hand (via de broekspijp) in de (korte) broek van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of gehouden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand heeft gebracht en/of bewogen op/tegen en/of langs de vagina van die [slachtoffer 1] en/of de vagina van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of
- de broek van die [slachtoffer 1] kapot heeft getrokken en/of
- zijn, verdachtes, been over een been van die [slachtoffer 1] heeft gelegd en/of gehouden en/of (gedeeltelijk) op die [slachtoffer 1] is gaan en/of blijven liggen en/of zitten en/of
- toen die [slachtoffer 1] hem, verdachte, in een been gebeten had, aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Sleep, sleep.” en/of “I will kill you, I will kill you.” en/of
- de bh van die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt en/of naar beneden heeft getrokken en/of (vervolgens) een/de borst(en) en/of een/de tepel(s) van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of gekust en/of op/aan een/de borst(en) en/of een/de tepel(s) van die [slachtoffer 1] heeft gezogen en/of gelikt en/of
- aan die [slachtoffer 1] heeft toegevoegd (de) woorden (van de strekking): “Koez, Koez.” en/of
- die [slachtoffer 1] op de mond heeft gekust en/of
- de riem van zijn, verdachtes, broek los heeft gemaakt en/of (vervolgens) van zijn, verdachtes, broek af heeft gedaan,
waardoor verdachte (aldus) (telkens) voor die [slachtoffer 1] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan en/of die [slachtoffer 1] in een situatie heeft gebracht, waarin zij zich niet of onvoldoende kon en/of durfde te verzetten tegen en/of te onttrekken aan die ontuchtige handeling(en) en/of daaraan geen of onvoldoende weerstand kon en/of durfde te bieden en/of een zodanige situatie voor die [slachtoffer 1] heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te
voorkomen;
Feit 2hij op of omstreeks 29 oktober 2022 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 6]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of stevig) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of duwen tegen en/of en/of knijpen in een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] , bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 6] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of stevig) een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of tegen een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft geduwd en/of in een/de bil(len) van die [slachtoffer 6] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 6] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 3hij op of omstreeks 31 maart 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 7]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of lang) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met
geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 7] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard en/of lang) een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een/de bil(len) van die [slachtoffer 7] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 7] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 4hij op of omstreeks 5 april 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een/de bil(len) van die [slachtoffer 2]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 2] , terwijl deze aan het (hard)lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 2] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 5hij op of omstreeks 27 mei 2023 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 8]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een/de bil(len) van die [slachtoffer 8]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 8] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een/de bil(len) van die [slachtoffer 8] heeft geslagen en/of een/de bil(len) van die [slachtoffer 8] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 8] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 6hij op of omstreeks 5 juni 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 3]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 3] , terwijl deze aan het fietsen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (dicht) naast die [slachtoffer 3] is gaan en/of blijven fietsen en/of
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een bil en/of een borst van die [slachtoffer 3] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 3] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 7hij op of omstreeks 16 juni 2023 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een borst van die [slachtoffer 4]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met
geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 4] , terwijl deze aan het fietsen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (dicht) naast die [slachtoffer 4] is gaan en/of blijven fietsen en/of
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) (bij/in) een borst van die [slachtoffer 4] heeft gegrepen en/of vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of aangeraakt en/of in een borst van die [slachtoffer 4] heeft geknepen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 4] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:hij op of omstreeks 16 juni 2023 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
met [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum] ,
die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
te weten het (onverhoeds) (met kracht en/of hard) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten en/of aanraken bij/van en/of knijpen in een borst van die [slachtoffer 4] ;
Feit 8hij op of omstreeks 3 oktober 2023 in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 9]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een bil van die [slachtoffer 9]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 9] , terwijl deze aan het lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een bil van die [slachtoffer 9] heeft geslagen en/of een bil van die [slachtoffer 9] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 9] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 9hij op of omstreeks 5 november 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 10]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) slaan op en/of aanraken en/of betasten van een bil van die [slachtoffer 10]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 10] , terwijl deze aan het (hard)lopen was, fietsend (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (met kracht en/of hard) op een bil van die [slachtoffer 10] heeft geslagen en/of een bil van die [slachtoffer 10] heeft betast en/of aangeraakt,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 10] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen;
Feit 10hij op of omstreeks 17 juli 2022 te Ospel, in de gemeente Nederweert, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
[slachtoffer 5]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- (onverhoeds) (van achteren) met zijn, verdachtes, hand(en) vastpakken en/of vasthouden en/of betasten van en/of knijpen in de billen en/of de borsten van die [slachtoffer 5]
bestaande dat geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- die [slachtoffer 5] , terwijl deze met de rug naar hem, verdachte, toe gekeerd stond en/of liep, (onverhoeds) (van achteren) heeft benaderd en/of (vervolgens)
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig) met zijn, verdachtes, hand(en) de billen van die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig) zijn, verdachtes, armen om de armen van die [slachtoffer 5] heen heeft geslagen en/of geklemd en/of gehouden en/of met zijn, verdachtes, armen de armen van die [slachtoffer 5] heeft omsloten (gehouden) en/of
- (onverhoeds) (van achteren) (met kracht en/of stevig) met zijn, verdachtes, hand(en) de borsten van die [slachtoffer 5] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of betast en/of in de borsten van die [slachtoffer 5] heeft geknepen en/of is blijven knijpen,
waardoor verdachte (aldus) voor die [slachtoffer 5] een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat zij die ontuchtige handeling(en) niet kon of wist te voorkomen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, team Zeden, BVH-dossiernummer PL2300-2023088007, gesloten d.d. 29 februari 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 499.
2.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] d.d. 14 april 2023, pg. 136.
3.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 8] d.d. 13 juli 2023, pg. 144 t/m 145.
4.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 10] d.d. 5 november 2023, pg. 401.
5.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 5] d.d. 25 juli 2022, pg. 111 t/m 120.
6.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 1] d.d. 18 juni 2023, pg. 222 t/m 227.
7.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 juni 2023, pg. 252.
8.Proces-verbaal forensisch onderzoek persoon d.d. 6 juli 2023, pg. 281 t/m 282.
9.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 26 juni 2023 (TMFI2023.2217), pg. 381.
10.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 1 december 2023 (TMFI2023.2217-3), pg. 388.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 28 november 2023, pg. 88.
12.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 6] d.d. 11 juli 2023, pg. 124 t/m 126.
13.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 7] d.d. 11 juli 2023, pg. 129 t/m 131.
14.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 3] d.d. 12 juni 2023, pg. 150 t/m 151.
15.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 4] d.d. 19 juni 2023, pg. 176 t/m 178.
16.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 9] d.d. 9 oktober 2023, pg. 390.
17.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 2] d.d. 14 april 2023, pg. 140.
18.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer 8] d.d. 13 juli 2023, pg. 144.
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 december 2023, pg. 103 t/m 104.
20.Zie onder meer: Hoge Raad 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1216.
21.Zie onder meer: Hoge Raad 14 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:865.