ECLI:NL:RBLIM:2024:2975

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
3 juni 2024
Zaaknummer
C/03/326332 / HA RK 24-11
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executoriaal beslag op aandelen en verzoek tot verkoop binnen termijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 26 april 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende executoriaal beslag op aandelen. De verzoekster, Fruytier Lawyers in Business B.V., heeft op 11 december 2023 executoriaal beslag gelegd op de aandelen van MRF Investments B.V. in de Vennootschap, Mosquitno B.V. Fruytier had MRF eerder veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 94.086,22, maar deze had niet voldaan aan haar verplichtingen. Fruytier verzocht de rechtbank om verlof te verlenen tot verkoop van de beslagen aandelen binnen een termijn van twaalf maanden, met aanwijzing van een deurwaarder voor de executie. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 april 2024 werd het verzoek besproken en er waren geen bezwaren van de belanghebbenden. De rechtbank oordeelde dat het verzoek binnen de wettelijke termijn was gedaan en dat het beslag correct was gelegd. De rechtbank verleende toestemming voor de verkoop van de aandelen, met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen. De termijn voor de verkoop werd vastgesteld op 12 maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. MRF werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 2.094,00 werden begroot, en de wettelijke rente over deze kosten werd toegewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rekestnummer: C/03/326332 / HA RK 24-11
Beschikking van 26 april 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FRUYTIER LAWYERS IN BUSINESS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
hierna genoemd “Fruytier”,
advocaat mr. L.J. Gravendeel en R.S. Sukul,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MRF INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Roermond,
verweerder,
hierna genoemd “MRF”,
Overige belanghebbenden zijn:
2. de besloten vennootschap
MOSQUITNO B.V.
gevestigd te Roermond,
hierna genoemd ”de Vennootschap”
advocaat: mr. E.J.L. Mulderink
3. [belanghebbende]
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats] ,
hierna genoemd “ [belanghebbende] ”.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ex artikel 474g Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (“Rv”), ingekomen bij de rechtbank op 11 januari 2024 met bijlagen 1 tot en met 6;
  • de op 23 januari 2024 door Fruytier ingestuurde bijlagen 7 tot en met 9;
  • het op 31 januari 2024 door Fruytier ingestuurde exploit van betekening van het vonnis van deze rechtbank van 12 juli 2023;
  • de op 2 april 2024 door Fruytier ingestuurde bijlagen 10 tot en met 13;
  • de brief van [belanghebbende] van 4 april 2024;
  • het verzoek houdende wijziging op en aanvulling van het verzoek ex artikel 283 jo. 130 Rv van Fruytier van 16 april 2024;
1.2.
Op 17 april 2024 is een mondelinge behandeling gehouden. Bij de mondelinge behandeling was naast Fruytier, MRF, de Vennootschap en de heer [belanghebbende] , ook aanwezig [deurwaarder] , als gerechtsdeurwaarder verbonden aan Gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers B.V. te Amsterdam (“de deurwaarder”). De griffier heeft aantekeningen gehouden van hetgeen naar voren is gebracht.
1.3.
Ten slotte is de beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
MRF houdt aandelen in het kapitaal van de Vennootschap. De Vennootschap kent naast MRF nog vier andere aandeelhouders.
2.2.
[Bestuurder X] is bestuurder van MRF.
2.3.
MRF is bij (verstek)vonnis van deze rechtbank van 12 juli 2023 – in hoofdsom – veroordeeld om aan Fruytier te betalen een bedrag van € 94.086,22 te vermeerderen met wettelijke handelsrente en proces- en nakosten (“het Vonnis”), welke vordering zij tot op heden onbetaald laat.
2.4.
Het Vonnis is op 18 juli 2023 aan MRF betekend. MRF heeft tegen het Vonnis geen rechtsmiddel aangewend zodat dit inmiddels in kracht van gewijsde is gegaan.
2.5.
Fruytier heeft op 11 december 2023 executoriaal beslag gelegd op de door MRF gehouden aandelen in het kapitaal van de Vennootschap.
2.6.
Op 11 december 2023 is het beslagexploit aan MRF betekend. Op 31 januari 2024 is een aanvullend proces-verbaal door de deurwaarder opgesteld, waarin is vermeld dat het executoriaal beslag ziet op 15.700 aandelen genummerd: 1 tot en met 15.700. Desgevraagd heeft de deurwaarder tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het beslag inmiddels in het aandeelhoudersregister van de Vennootschap is aangetekend.
2.7.
De statuten van de vennootschap bevatten in artikel 8 een blokkeringsregeling (de Aanbiedingsregeling), met de volgende inhoud:

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek van Fruytier luidt na wijziging en aanvulling:
3.2.
Ter mondelinge behandeling is het voorliggende verzoek behandeld en heeft Fruytier na vragen van de rechtbank verzocht haar verzoek als volgt te begrijpen, in die zin dat zij de rechtbank – samengevat – vraagt:
I. verlof te verlenen tot verkoop van de beslagen aandelen binnen een termijn van twaalf (12) maanden na heden, met aanwijzing van [deurwaarder] als deurwaarder met de executie belast en te bepalen dat de aandelen door middel van openbare verkoop (veiling), dan wel onderhands ter verkoop zullen worden aangeboden en verkocht, zulks te bepalen door de deurwaarder die nadere regels kan vaststellen in het kader van een ordentelijk verloop van de executie, waarbij de wettelijke en statutaire blokkeringsregeling zoveel als mogelijk wordt gevolgd, met dien verstande dat het belang van Fruytier bepaaldelijk vordert – terwijl de belangen van de anderen daardoor niet onevenredig worden geschaad – dat ten aanzien van de navolgende punten ontheffing van de Aanbiedingsregeling wordt verleend:
a. voor zover geen overeenstemming over de prijs van de aandelen wordt bereikt als bedoeld in artikel 8 lid 5 statuten, vindt prijsvaststelling door één (1) in plaats van drie (3) onafhankelijke deskundigen plaats;
b. te bepalen dat de kosten van deze prijsvaststelling voor rekening van de Vennootschap komen, die deze kosten dient te bevoorschotten;
c. bij gebreke waarvan deze prijsvaststellingsregeling komt te vervallen en de deurwaarder bepaalt of een uitgebrachte onderhandse bieding kan worden geaccepteerd dan wel over dient te worden gegaan tot executieverkoop (onderhands of openbaar) waarop de blokkeringsregeling niet van toepassing is; en
II. te bevelen dat de vennootschap en MRF hun medewerking aan het executietraject dienen te verlenen en MRF op eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen relevante gegevens betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen;
III. te bepalen dat de door de deurwaarder in dit kader gemaakte en te maken kosten gelden als kosten van de executie;
IV. te bepalen dat de executiekosten ten laste van MRF komen;
V. MRF in de kosten van deze procedure te veroordelen;
VI. de gevraagde dwangsomveroordeling niet langer handhaaft.
3.3.
Verweerder, belanghebbenden en de deurwaarder zijn ter mondelinge behandeling in de gelegenheid gesteld zich over het nader geduide verzoek uit te laten. Geen van de belanghebbenden heeft tegen toewijzing van het verzoek zoals hiervoor nader geduid verweer gevoerd

4.4. De beoordeling

4.1.
Het verzoek is gedaan binnen de in artikel 474g Rv gestelde termijn en het beslag is volgens de wettelijke vereisten en formaliteiten gelegd en betekend. Van eerder gevestigde rechten op aandelen, zoals bedoeld in artikel 474f Rv is niet gebleken, met uitzondering van het navolgende.
4.2.
In het verzoek is melding gemaakt van het feit dat de beslagen aandelen zijn verpand aan [belanghebbende] . Als productie 6 bij het verzoekschrift is tevens overgelegd de notariële pandakte van 31 januari 2017. [belanghebbende] heeft zich tijdens de mondelinge behandeling als pandhouder gepresenteerd. Fruytier wordt daarom geacht bekend te zijn met deze vóór het beslag gevestigde rechten op de aandelen van MRF in de Vennootschap en zelf te kunnen besluiten of zij de eventuele executie daarvan doorzet.
4.3.
Fruytier beschikt over een executoriale titel op grond van het Vonnis. MRF heeft tot op heden niet voldaan aan haar betalingsverplichtingen op grond van dat Vonnis. Fruytier heeft dan ook belang bij de verkoop van de in beslag genomen aandelen om zich op de opbrengst daarvan te kunnen verhalen. Nu tegen de verkoop van de aandelen geen bezwaren zijn ingebracht en de rechtbank niet is gebleken van zwaarwegende gronden die zich tegen een verkoop van de aandelen verzetten, zal de rechtbank bepalen dat tot verkoop kan worden overgegaan.
4.4.
De rechtbank zal op grond van artikel 474g lid 3 Rv bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht moet plaatsvinden. Daarbij dienen zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen inzake vervreemding en overdracht in acht te worden genomen. Fruytier heeft de rechtbank evenwel verzocht deels ontheffing te verlenen ten aanzien van de Aanbiedingsregeling. Op grond van het bepaalde van artikel 474g lid 4 Rv mag een beschikking op grond van dit wetsartikel geen afwijking inhouden ten aanzien van de wettelijke en statutaire bepalingen over de vervreemding van aandelen, behoudens en voor zover inachtneming van deze bepalingen de executoriale verkoop onmogelijk zou maken. In artikel 2:195 lid 7 BW is bepaald dat de rechtbank de statutaire bepalingen inzake de overdracht van aandelen buiten toepassing kan verklaren indien de belangen van de executant dit bepaaldelijk vorderen en de belangen van anderen daardoor niet onevenredig worden geschaad. Uit de formulering en uit al hetgeen naar voren is gebracht tijdens de parlementaire behandeling van artikel 2:195 lid 7 BW blijkt dat het daarin neergelegde criterium voorrang heeft boven de maatstaf in artikel 474g lid 4 Rv.
Wijze van verkoop
4.5.
Fruytier verzoekt de rechtbank te bepalen dat in afwijking van artikel 8 lid 5 statuten de Vennootschap de kosten van de prijsvastelling niet alleen draagt maar ook dient te bevoorschotten, bij gebreke waarvan de statutaire prijsvaststellingsregeling komt te vervallen en het aan de deurwaarder is overgelaten om te bepalen of een bieding van een gegadigde moet worden geaccepteerd of dient te worden overgegaan tot (onderhandse dan wel openbare) executieverkoop waarbij de statutaire blokkeringsregeling niet van toepassing is. De reden voor deze afwijking van de statutaire regeling is dat Fruytier twijfelt aan de medewerking van de Vennootschap, haar vermogen om deze kosten te kunnen en willen dragen en de wens om verdere belemmering van de executieverkoop te voorkomen. Als reactie daarop heeft de Vennootschap aangegeven dat zij inderdaad mogelijk niet in staat zal zijn de kosten van de prijsvaststelling te voldoen en zo dat wel het geval is, in ieder geval kan worden volstaan met benoeming van één deskundige in plaats van drie.
4.6.
De rechtbank overweegt dat uit de statuten reeds volgt dat de Vennootschap in beginsel de kosten van de prijsvaststelling draagt. Nu de Vennootschap heeft aangegeven daartoe mogelijk niet in staat te zijn, de voorgestelde afwijking de Vennootschap een keuzemogelijkheid geeft, alle partijen baat hebben bij een (kosten)efficiënte afwikkeling en door geen van de belanghebbenden verweer is gevoerd, is de rechtbank van oordeel dat de belangen van Fruytier de gevraagde afwijking bepaaldelijk vorderen terwijl de belangen van de overige belanghebbenden daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet onevenredig worden geschaad.
4.7.
Het verzoek om de deurwaarder aan te wijzen als de met de executieverkoop belaste deurwaarder, wordt toegewezen. De deurwaarder heeft zich daartoe bereid verklaard en geen van belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Het uitgangspunt van de wet is in zijn algemeenheid dat de deurwaarder optreedt als door de wet gemachtigde vertegenwoordiger van de beslagen aandeelhouder. Uit dien hoofde heeft de deurwaarder de aan hem in dat kader toegekende bevoegdheden. De deurwaarder zal de leiding nemen bij de verkoop. Hij dient daarbij de verdere voorwaarden voor de verkoop vast te stellen, om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de aandelen te realiseren. Desgewenst kan hij zich daarbij laten bijstaan en adviseren door een (financieel) deskundige.
4.8.
Het overige hiervoor onder 3.2. weergegeven verzochte kan naar het oordeel van de rechtbank eveneens als onweersproken worden toegewezen, zoals hierna in de beslissing bepaald. De rechtbank ziet daarbij aanleiding om te bepalen dat de Vennootschap en MRF dienen mee te werken aan de executie, onder meer door het nakomen van de door de deurwaarder nader gestelde regels en door steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen 5 dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen. Ook zal de rechtbank bepalen dat de door de deurwaarder gemaakte en te maken kosten (waaronder zijn arbeidskosten en kosten voor deskundige bijstand) worden aangemerkt als executiekosten en dienen te worden voldaan uit de verkoopopbrengst, bij gebreke van voldoende verkoopopbrengst te dragen door MRF en indien MRF dit niet kan voldoen door Fruytier. Dit om discussie te voorkomen over de vraag of de door hem in het kader van de aandelenverkoop en overdracht te maken (arbeids)kosten en kosten voor deskundigenbijstand kwalificeren als Btag-kosten zoals bij wet vastgesteld.
Termijn voor verkoop
4.9.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv dient de rechtbank te termijn te bepalen waarbinnen tot de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.
4.10.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank onderzocht welke termijn in dit concrete geval voor de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen reëel haalbaar is. Daarop heeft de deurwaarder beargumenteerd dat een termijn van één jaar in dit geval werkbaar is, welke termijn de instemming heeft van zowel verzoeker, verweerder als de overige belanghebbenden.
4.11.
De rechtbank bepaalt de termijn daarom op 12 maanden vanaf de datum van deze beschikking, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig, op verzoek van (één van) partijen door de rechtbank kan worden verlengd. Een daartoe strekkend verzoek moet de rechtbank op uiterlijk 25 april 2025 hebben bereikt.
4.12.
Mocht niet vóór of op 25 april 2025 om verlenging van de verkooptermijn zijn verzocht, dan zal het verzoek op dat onderdeel als afgewezen worden beschouwd.
Voor het overige
4.13.
MRF wordt veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Fruytier begroot op:
salaris advocaat € 1.228,00 (2 punten x tarief € 614,00)
griffierecht € 688,00
nakosten
€ 178,00 +(plus de verhoging als vermeld in de beslissing
totaal € 2.094,00
4.14.
De wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

5.De beslissing:

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat de ten laste van MRF in beslag genomen aandelen in de Vennootschap executoriaal kunnen worden verkocht en overgedragen, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald;
5.2.
wijst [deurwaarder] , deurwaarder te Amsterdam ten kantore van Gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers B.V., dan wel een door hem te wijzen vervangende (kandidaat) deurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan als de deurwaarder met de executie belast,
5.3.
bepaalt dat de aandelen door middel van openbare verkoop (veiling), dan wel onderhandse verkoop zullen worden aangeboden en worden verkocht, zulks te bepalen door de deurwaarder.
5.4.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen, met dien verstande dat indien Fruytier en een gegadigde(n) er niet in slagen overeenstemming te bereiken over de prijs dat de meest gerede partij de voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie zal verzoeken één onafhankelijke deskundige te benoemen,
5.5.
bepaalt dat de Vennootschap bij wijze van bevoorschotting de benodigde fondsen verschaft ter financiering van deze door de voorzitter van de Koninklijke Notariële beroepsorganisatie aangewezen deskundige, bij gebreke waarvan de statutaire prijsvaststellingsregeling komt te vervallen en het aan de deurwaarder is overgelaten een bieding van een gegadigde te accepteren, dan wel te bepalen dat tot (openbare of onderhandse) executieverkoop wordt overgegaan waarbij de statutaire blokkeringsregeling van de Vennootschap niet van toepassing is,
5.6.
bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan vaststellen in het kader van een ordentelijk verloop van het executietraject en de executie,
5.7.
bepaalt de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen dient plaats te vinden op 12 maanden na datum beschikking,
5.8.
bepaalt dat deze termijn, indien nodig, op verzoek, door de rechtbank kan worden verlengd, en dat het verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk op 25 april 2025 dient te hebben bereikt,
5.9.
beveelt de Vennootschap en MRF hun volledige medewerking aan het executietraject, de verkoop en de overdracht van de aandelen in het bijzonder, te verlenen en te blijven verlenen, waaronder het steeds op eerste verzoek van de deurwaarder onverwijld nakomen van de hiervoor onder 5.6 genoemde nadere regels,
5.10.
beveelt MRF en de Vennootschap om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen 5 dagen aan hem alle naar zijn oordeel voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen,
5.11.
bepaalt dat de door de deurwaarder gemaakte en te maken kosten (waaronder zijn arbeidskosten en kosten voor deskundige bijstand) in het kader van de aan hem in deze beschikking en bij wet opgedragen taken in het kader van de executie, verkoop en overdracht van de aandelen, worden aangemerkt als executiekosten,
5.12.
bepaalt dat de executiekosten ten laste van de opbrengst zullen worden gebracht en voor zover de verkoopopbrengst niet toereikend is, de resterende executiekosten ten laste van MRF komen,
5.13.
veroordeelt MRF in de proceskosten, aan de zijde van Fruytier begroot op
€ 2.094,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als eiser niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.14.
veroordeelt MRF in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan.
5.15.
wijst het meer of anders verzochte af,
5.16.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.M.G. Rulkens en in het openbaar uitgesproken op 26 april 2024.
Type: SS