Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en de maatregel
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38vvan het Wetboek van Strafrecht op voor de duur van
vijf jaren, inhoudende dat de verdachte:
- beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van 7 dagen zal worden toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste 6 maanden;
- bepaalt dat de maatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- wijst de vordering voor het meer gevorderde af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging daarvan nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 2] , van € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 14 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte zijn verplichting tot betaling aan de Staat heeft voldaan, zijn verplichting tot betaling aan [slachtoffer 2] in zoverre komt te vervallen, en andersom;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- wijst de vordering voor het meer gevorderde af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging daarvan nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer 1] , van € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 30 september 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 10 dagen, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat, indien de verdachte zijn verplichting tot betaling aan de Staat heeft voldaan, zijn verplichting tot betaling aan [slachtoffer 1] in zoverre komt te vervallen, en andersom;
- 4,7 gram verdovende middelen (goednummer G1638464);
- 46,6 gram verdovende middelen (goednummer G1638466).