Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 mei 2024 in de zaak tussen
[naam 1] , uit [adres 1] , verzoeker
de Burgemeester van de gemeente Roermond
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
- Op 1 maart 2024 vond een de-escalerend gesprek plaats tussen partijen en de wijkagent.
- Op 8 mei 2024 om 11.00 uur deed [naam 2] aangifte bij de politie van mishandeling. Hij zou op 6 mei 2024 zijn mishandeld door een familielid van [naam 6] , waarbij gezegd zou zijn dat hij zijn zaak zou moeten sluiten;
- Op 8 mei 2024 rond 19.00 uur is [naam 3] met meerdere personen verhaal gaan halen bij een supermarkt in het centrum van [adres 1] , waarvan [naam 6] eigenaar is. De ruzie ging over en weer, waarbij in de eigen taal, Irakees, gescholden werd en verwensingen inzake de families werden gewisseld. Dit is ontaard in een massale vechtpartij tussen partijen en hun aanhang.
- Op 8 mei 2024 rond 20.30 uur heeft [naam 6] met aanhang toegang tot de zaak van verzoeker geforceerd waarna weer een vechtpartij is ontstaan. Daarbij zijn slag- en of stootwapens en kappersbenodigdheden gebruikt. Aan de zijde van [naam 6] waren zes leden van een motorclub betrokken, die in “full colours” aanwezig waren. Er was sprake van letsel bij meerdere mensen en [naam 6] is aangehouden.
- Op 11 mei 2024 meldden partijen van de [adres 3] dat [naam 3] telefonisch zou hebben gezegd dat hij met aanhang en stokken langs zou komen en medewerkers zou belagen. Hierop is grote inzet van politie geweest. De bedreiging leidde niet tot een confrontatie tussen partijen.
8 juni 2024, 12.00 uur.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
in redelijkheidde (verlenging van de) sluiting kon bevelen. Daarbij komt de burgemeester beoordelingsvrijheid toe. De rechter mag de uitoefening van die vrijheid slechts terughoudend toetsen.
11 mei 2024, naar aanleiding van de gestelde bedreiging, maar [naam 3] beantwoordde geen vragen in relatie tot de gestelde dreiging. Ook heeft de politie tot op heden niet kunnen achterhalen wie de patriarch is binnen de familie [naam 7] , met wie de politie zou willen proberen om tot afspraken te komen. De politie heeft via bemiddeling het conflict dus nog niet kunnen sussen, en uit de moeizame communicatie valt ook niet op te maken dat het conflict is gesust. Ter zitting heeft verzoeker benadrukt dat hij niet de agressor is en er met hem dus geen afspraken gemaakt hoeven te worden. Net als de burgemeester volgt de voorzieningenrechter dat betoog niet. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit de bestuurlijke rapportage van een wisselwerking tussen partijen. De voorzieningenrechter zegt daarmee niet dat verzoeker de agressor is, maar volgt de burgemeester in de opvatting dat het maken van afspraken tussen beide partijen nodig kan zijn om het conflict te sussen, ongeacht wie de agressor of het slachtoffer is.