Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- het B16-formulier van [eiser] met het productieoverzicht,
- de conclusie van antwoord,
Rechtbank Limburg
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] met betrekking tot de nakoming van een vaststellingsovereenkomst. De partijen zijn buren en zijn sinds 2021 verwikkeld in een geschil over overhangende takken en beplantingen van een boom op het perceel van gedaagde, die zich aan de erfgrens bevinden. In een eerder proces-verbaal zijn afspraken gemaakt over de snoeiverplichtingen van gedaagde, waarbij hij jaarlijks in de periode tussen 1 februari en 15 maart de overhangende takken diende terug te snoeien. Eiser heeft gedaagde verzocht om deze afspraken na te komen, maar gedaagde heeft hier niet op gereageerd.
Eiser vordert nu dat de rechtbank gedaagde veroordeelt tot het nakomen van de afspraken uit het proces-verbaal, inclusief het verwijderen van overhangende takken en het betalen van een dwangsom van € 150,00 per dag voor elke dag dat gedaagde in gebreke blijft. Gedaagde betwist de vorderingen en stelt dat de takken niet over de erfgrens hangen en dat eiser zelf gerechtigd is om de overhangende takken te verwijderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde zijn verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen en heeft de vorderingen van eiser toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot het snoeien van de overhangende takken, het verwijderen van andere begroeiingen en het betalen van een dwangsom. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser. Het vonnis is uitgesproken op 22 mei 2024.