Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiseres sub 1] .,
2.
[eiseres sub 2],
3.
[eiseres sub 3],
1.De procedure
- de incidentele conclusie van [gedaagde] ,
Rechtbank Limburg
Op 8 mei 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een civiele zaak waarin een incidentele vordering werd ingediend door [gedaagde]. Deze vordering strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de eisers in hun vorderingen, omdat in een eerdere procedure door het gerechtshof is vastgesteld dat partijen eerst een accountantsrapport moeten laten opstellen voordat zij de rechter opnieuw mogen benaderen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling in het incident afgelast en de zaak aangehouden voor verdere beoordeling. De eisers, bestaande uit [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [eiseres sub 3], hebben verweer gevoerd tegen de niet-ontvankelijkheid. De rechtbank heeft in haar beoordeling verwezen naar het arrest van het hof van 4 april 2023, waarin belangrijke afspraken zijn vastgelegd die partijen moeten nakomen. De rechtbank heeft aangegeven dat zij niet voldoende voorgelicht is om een beslissing te nemen over de niet-ontvankelijkheid en heeft een nieuwe zittingsdatum vastgesteld voor het bespreken van de relevante kwesties. De zaak betreft een complexe financiële afwikkeling van een beëindigde samenwerking binnen een advocatenpraktijk, waarbij verschillende partijen betrokken zijn en er geschillen zijn over de bijdragen in hypotheek- en andere lasten.