Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2024 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats 1] , eiser
[eiseres] , uit [woonplaats 2] , eiseres
[naam derde-partij], uit [woonplaats 3] (de vergunninghoudster).
Rechtbank Limburg
Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, bewoners van percelen nabij een vergunninghoudster, in beroep gingen tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaren tegen een omgevingsvergunning. Deze vergunning was verleend voor het realiseren van een woonhuis en twee guesthouses op het perceel aan de [adres 1] te [plaats 1]. De rechtbank oordeelde dat eisers geen belanghebbenden zijn in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat zij geen feitelijke gevolgen van enige betekenis ondervinden van de verleende vergunning. De rechtbank stelde vast dat de afstand tussen de percelen van eisers en de vergunninghoudster 53 tot 56 meter bedraagt, en dat er geen zicht is op de werkzaamheden die voornamelijk inpandig plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat de bezwaren van eisers terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard, en dat de beroepen ongegrond zijn. De uitspraak werd gedaan door mr. K.M.J.A. Smitsmans, in aanwezigheid van griffier mr. A.E.M. Genders. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 mei 2024.