Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 30;
- de bij e-mail van 23 april 2024 door Flexhotels in het geding gebrachte producties 31 t/m 67;
- de bij e-mail van 24 april 2024 door Flexhotels in het geding gebrachte productie 68;
- de mondelinge behandeling op 25 april 2024;
- de pleitnota van Flexhotels;
- de pleitnota van de gemeente.
2.De feiten
tot afronding(de voorzieningenrechter begrijpt dat daarmee wordt bedoeld de beëindiging)
van de concurrentiegerichte dialoog, voor huisvesting ontheemden (vluchtelingen dan wel – op termijn – andere woonurgenten), met eindconclusie geen geschikt aanbod voor structurele huisvesting van (Oekraïense) vluchtelingen.” Dit is aan alle vier gegadigden bericht bij brief van 20 september 2023 van de
gemeente.
3.Het geschil
Oekraïense vluchtelingen die thans op [handelsnaam] verblijven, te huisvesten.
Oekraïense vluchtelingen. Volgens Flexhotels is het kennelijk nu, in verband met de
financiële haalbaarheid van het project Meijelseweg, de bedoeling om de woningen na vertrek van de Oekraïense vluchtelingen aan de woningvoorraad van een woningcorporatie toe te voegen. Dat laatste was volgens Flexhotels ook de eis in de – in de visie van Flexhotels – concurrentiegerichte dialoog van 2023. Het gegeven dat aan C3, die ook deelnam aan de concurrentiegerichte dialoog, thans de opdracht onderhands gegund wordt, of zal worden, voor het leveren en plaatsen van de tijdelijke woningen, toont volgens Flexhotels dat het project Meijelseweg gelijk is aan en een voortzetting is van de concurrentiegerichte dialoog uit 2023.
bestaandegebouwen in de zin van dat artikellid geen sprake is.
bestaandewoningen. Bovendien gaat het niet om “kale” huur als hoofdonderwerp van de overeenkomst, gelet op de verondersteld benodigde bijbehorende niet-ondergeschikte maatschappelijke diensten. Het door de gemeente voorzien in beheer, door inhuur van beheerdiensten door derden, illustreert volgens Flexhotels temeer dat van een overheidsopdracht sprake is. De aankoop van de gronden gaat ook gepaard met het bepalen van de grootte van het perceel in relatie tot de positionering van de woningen. Daaruit volgt volgens Flexhotels dat waar het de aankoop door de gemeente van gronden betreft, het om beduidend meer gaat dan de enkel aankoop en levering van grond. De aankoop, in samenhang met al de andere afdwingbare prestaties om de tijdelijke huisvesting mogelijk te maken, waar de gemeente eerst en vooral economisch belang bij heeft, maakt dat het geheel aan overeenkomsten als een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht moet worden gekwalificeerd. Uit een e-mail van 15 maart 2024 [5] blijkt dat ook het stofferen en meubileren van de 20 woonunits onderdeel uitmaakt van de overheidsopdracht. Het gaat dus om meer dan de enkele verwerving van grond en de kale huur van bestaande gebouwen.
4.De beoordeling
Ontvankelijkheid?
naar voorbeeld van”deze procedure uit de Aw 2012 en dus kennelijk niet omdat daartoe volgens de gemeente een wettelijke verplichting bestond. In haar pleitnotitie [6] stelt de gemeente immers:
“Het college van burgemeester en wethouders besloot daarom om een zogeheten concurrentie gerichte dialoog (hierna ook: CD),naar voorbeeld van(onderstreping door de voorzieningenrechter)
de in de Aanbestedingswet geregelde CD te gaan opzetten.”
“realisatie van tijdelijke huisvesting voor de Oekraïense vluchtelingen door de levering en plaatsing van modulaire woningen en daarbij behorende noodzakelijke (maatschappelijke) diensten”of
“het geheel van contractuele betrekkingen”, zoals Flexhotels stelt, als zodanig niet het voorwerp van aanbesteding kan zijn, omdat het moet gaan om een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten.
bestaandgebouw.
Köln-Messe(C-536/07) en
Impresa Pizzarotti(C-213/13)).
1.107,00;