I. voor recht verklaart dat tussen [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] enerzijds en [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] anderzijds een koopovereenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] ertoe verplicht zijn de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] juridisch te leveren,
II. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] (hoofdelijk) veroordeelt om binnen tien dagen na het vonnis in de hoofdzaak mee te werken aan de levering van de woning aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] door het verrichten van de leveringshandelingen op straffe van een dwangsom van € 10.000,- per dag, met een maximum van € 100.000,-,
III. bepaalt dat, als [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] niet binnen tien dagen na het vonnis in de hoofdzaak meewerken aan de levering van de woning aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] , het vonnis in de hoofdzaak op de voet van artikel 3:300 BW dezelfde kracht zal hebben als een in wettige vorm opgemaakte akte ten aanzien van alle rechtshandelingen van [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] die noodzakelijk zijn voor de levering van voornoemd onroerend goed,
IV. voor recht verklaart dat [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] tekort zijn geschoten in de nakoming van hun contractuele verbintenissen,
V. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] een bedrag van € 5.011,47 + PM ten titel van schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige betaling,
VI. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te betalen de contractuele boete (10% van de koopsom) van € 14.900,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 april 2023 tot aan de dag van volledige betaling,
VII. voor recht verklaart dat tussen [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] enerzijds en [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] anderzijds een koopovereenkomst tot stand is gekomen uit hoofde waarvan [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] ertoe verplicht is het perceel grond af te nemen tegen betaling van een koopprijs van € 119.000,-
VIII. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] veroordeelt om binnen tien dagen na het vonnis in de hoofdzaak mee te werken aan de levering van het perceel grond door het verrichten van de leveringshandelingen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per dag, met een maximum van € 100.000,-, alsmede betaling van de koopsom van € 119.000,- aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] ,
IX. voor recht verklaart dat [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] tekort is geschoten in de nakoming van zijn contractuele verbintenissen,
X. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] een bedrag van € 8.400,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2023, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige betaling,
XI. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te betalen de contractuele boete (10% van de koopsom) van € 11.900,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 april 2023, tot aan de dag van volledige betaling,
subsidiair
XII. voor recht verklaart dat [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] tekort zijn geschoten in de nakoming van hun contractuele verbintenissen,
XIII. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] een bedrag van € 7.500,- ten titel van schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 maart 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige voldoening,
XIV. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] een bedrag van € 5.011,47 + PM ten titel van schadevergoeding te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 maart 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige voldoening,
XV. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te betalen de contractuele boete (10% van de koopsom) van € 14.900,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 april 2023 tot aan de dag van volledige voldoening,
XVI. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] een bedrag van € 8.400,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2023, althans vanaf de dag van dagvaarding, tot aan de dag van volledige voldoening,
XVII. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te betalen de contractuele boete (10% van de koopsom) van € 11.900,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
17 april 2023 tot de dag van volledige voldoening,
in alle gevallen
XVIII. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk, dat als de een betaalt de ander daarvan zal zijn bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident] te voldoen de door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten van € 1.043,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige voldoening,
XIX. [gedaagde in de hoofdzaak sub 1] en [gedaagde in de hoofdzaak, eiseres in het incident sub 2] hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten, alsmede de nakosten.