[eisers] vorderen – samengevat – voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat de rechtbank bij vonnis:
I. een makelaar benoemt die in opdracht en voor rekening van beide partijen zal bemiddelen bij de verkoop van de woning, waarbij de kosten van de verkoop, waaronder begrepen de courtage van de benoemde makelaar, door partijen bij helfte wordt gedragen en met bepaling dat de benoemde makelaar de vraag- en laatprijs zal bepalen;
II.
primair:
[gedaagde] veroordeelt om binnen een week na betekening van het in dezen te wijzen vonnis over te gaan tot ondertekening van de door de benoemde makelaar ter hand gestelde overeenkomst van opdracht tot verkoopbemiddeling, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair:
bepaalt dat het in dezen te wijzen vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] tot het geven van opdracht tot verkoopbemiddeling oor de woning aan de benoemde makelaar;
III. [gedaagde] veroordeelt om binnen een week na een daartoe strekkend verzoek van de benoemde makelaar zijn medewerking te verlenen aan het maken van foto’s van het in- en exterieur van de woning, teneinde deze op een gebruikelijke wijze te plaatsen op de gebruikelijke verkoopsites, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
IV. [gedaagde] veroordeelt zijn medewerking te verlenen aan het toelaten van de benoemde makelaar en eventuele potentiële kopers die samen met de makelaar de woning willen bezichtigen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
V. [gedaagde] veroordeelt om, indien een bod wordt gedaan dat boven of op de door de benoemde makelaar vastgestelde minimum laatprijs ligt, dit bod te accepteren en de koopovereenkomst te ondertekenen, met bepaling dat bij gebreke van medewerking van [gedaagde] om aan deze veroordeling te voldoen, het in dezen te wijzen vonnis de toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [gedaagde] zal vervangen;
VI. [gedaagde] veroordeelt om met ingang van 1 april 2021 of een andere door de rechtbank te bepalen ingangsdatum tot en met de dag dat de woning is verkocht en geleverd aan een derde, een gebruikersvergoeding aan de nalatenschap van erflaatster te voldoen voor het gebruik van de woning van 4% van de helft van de overwaarde van de woning per jaar of een andere door de rechtbank te bepalen vergoeding, steeds bij vooruitbetaling te voldoen onder de last van vermeerdering van de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VII.
primair:
[gedaagde] veroordeelt om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis de onder randnummer 20 van de dagvaarding vermelde goederen aan [eisers] af te geven, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
subsidiair:
[gedaagde] veroordeelt om uit hoofde van de door de nalatenschap geleden schade als gevolg van het weigeren van afgifte van de aan de nalatenschap behorende goederen, aan [eisers] een bedrag van € 6.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, te voldoen;
VIII. bepaalt dat de onder randnummer 21 van de dagvaarding vermelde goederen aan [gedaagde] worden toebedeeld onder de verplichting om een bedrag van € 4.000,00 te voldoen aan [eisers] , te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten.