Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de rolbeslissing van 20 maart 2024,
- de akte uitlaten van [gedaagde] ,
- de akte uitlaten van [eiser] .
Rechtbank Limburg
Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis uitgesproken in een civiele zaak met zaaknummer C/03/324687 / HA ZA 23-508. De zaak betreft een procedure op het gebied van het personen- en familierecht. De rechtbank heeft in een rolbeslissing van 20 maart 2024 vastgesteld dat de procedure voortgezet dient te worden volgens de regels die gelden voor de verzoekschriftprocedure, zoals voorgeschreven in artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Partijen, eiser en gedaagde, hebben geen bezwaren geuit tegen dit voornemen van de rechtbank.
De rechtbank heeft besloten de zaak over te dragen aan de afdeling Familie en Jeugd, zodat deze kan worden voortgezet in de stand waarin zij zich bevindt. Eiser zal, indien nodig, de gelegenheid krijgen om zijn stellingen aan te passen aan de voor de verzoekschriftprocedure geldende procesregels. De afdeling Familie en Jeugd zal partijen op de hoogte houden van de voortgang van de procedure. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.R.M. de Bruijn.