Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 9 november 2024
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie
- de rolbeslissing waarbij een mondelinge behandeling is gelast en aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de gelegenheid is geboden om te antwoorden in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de nagestuurde productie 11 zijdens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
- de mondelinge behandeling van 29 maart 2023, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt en door beide gemachtigden pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
12.Bijzondere bepalingen
3.De vordering
- € 13.211,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2023 tot aan de dag van voldoening
- € 685,00 per ingegane maand als huur dan wel gebruiksvergoeding vanaf
- € 10.000,00 aan immateriële schadevergoeding
- € 305,77 aan materiële schadevergoeding
- de proceskosten en de nakosten met rente.
4.De beoordeling
€ 693,00 aan griffierecht en € 129,85 aan explootkosten.
Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ten slotte nog betoogt, niet aan zijn schadebeperkingsplicht heeft voldaan doordat hij in voornoemd kort geding niet heeft gevorderd dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de betreffende spullen in het gehuurde dient (terug) te plaatsen, gaat niet op: dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat in die procedure heeft nagelaten, betekent – uiteraard – niet dat hij deze schade niet alsnog kan vorderen. Dit onderdeel zal derhalve worden toegewezen.