ECLI:NL:RBLIM:2024:2337
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot registratie echtscheiding in basisregistratie personen
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Syrische man, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. Eiser had verzocht om zijn echtscheiding te laten registreren in de basisregistratie personen (brp). Dit verzoek werd afgewezen door verweerder op basis van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat verweerder meende dat het ging om een herhaalde aanvraag zonder nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Eiser had eerder een verzoek ingediend om zijn huwelijk met zijn tweede vrouw te schrappen uit de brp, wat door verweerder was afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een herhaalde aanvraag, omdat de huidige aanvraag van eiser gericht was op het registreren van de echtscheiding, terwijl de eerdere aanvraag betrekking had op het schrappen van het huwelijk. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder ten onrechte had aangenomen dat er sprake was van een herhaalde aanvraag. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser niet het bewijs heeft geleverd dat hij en zijn tweede vrouw daadwerkelijk zijn gescheiden, waardoor het verzoek om registratie van de echtscheiding niet kon worden ingewilligd.
De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiser, maar heeft de beslissing van verweerder om de echtscheiding niet te registreren in de brp in stand gelaten. Eiser werd geadviseerd om een echtscheidingsprocedure in Nederland te starten om zijn situatie te verhelpen.