ECLI:NL:RBLIM:2024:2312

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 mei 2024
Publicatiedatum
6 mei 2024
Zaaknummer
C/03/328987 / KG ZA 24-88
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Merkinbreuk en Auteursrechtelijke Inbreuk tussen Mediahuis Limburg en Stichting Omroep Limburg

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 2 mei 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Mediahuis Limburg B.V. en Stichting Omroep Limburg, alsook Televisiebedrijf Limburg B.V. Mediahuis Limburg, eiseres, stelt dat er sprake is van merkinbreuk en inbreuk op de Auteurswet door het gebruik van een logo door L1 dat te veel lijkt op het logo van De Limburger. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen de nieuwsapps van beide partijen. Mediahuis Limburg heeft aangevoerd dat de logo's visueel te veel op elkaar lijken, wat zou leiden tot verwarring bij het publiek. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de totaalindruk van de logo's duidelijk verschillend is en dat er geen sprake is van merkinbreuk of inbreuk op de Auteurswet. De vorderingen van Mediahuis Limburg worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. De uitspraak benadrukt het belang van de visuele verschillen tussen merken en de noodzaak voor een duidelijke juridische basis voor claims van merkinbreuk.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/328987 / KG ZA 24-88
Vonnis in kort geding van 2 mei 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDIAHUIS LIMBURG B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres,
advocaat: mr. Ch.E. Koster;
tegen:
de stichting
STICHTING OMROEP LIMBURG,
gevestigd te Maastricht;
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TELEVISIEBEDRIJF LIMBURG B.V.,
gedaagden,
advocaten: mr. H.W. Roerdink en mr. J.J.H. Vos.
Partijen zullen hierna “Mediahuis Limburg”, dan wel “De Limburger” enerzijds en “Stichting Omroep Limburg”, dan wel “L1”, en “Televisiebedrijf Limburg” genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 21;
  • de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 18;
  • het e-mailbericht van mr. Roerdink van 17 april 2024, waarbij hij namens Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg de producties 19 en 20 in het geding brengt;
  • het e-mailbericht van mr. Koster van 17 april 2024, waarbij zij namens Mediahuis Limburg de producties 22 t/m 27 alsmede een aanvulling op productie 20 in het geding brengt,
  • de mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mediahuis Limburg (verder ook te noemen: De Limburger) geeft een krant uit onder de naam De Limburger. Aanvullend daarop publiceert zij ook nieuwsberichten via haar website en door middel van een nieuwsapp.
2.2.
Stichting Omroep Limburg (verder ook te noemen: L1) is een regionale radio- en televisiezender die, onder de naam L1, via deze kanalen programma’s, waaronder nieuws, uitzendt en bovendien ook via haar website en door middel van een nieuwsapp nieuws verspreidt.
2.3.
In 2014 zijn De Limburger en L1 een samenwerkingsverband aangegaan voor het opzetten van de nieuwssite 1Limburg.nl (hierna verder te noemen: 1Limburg), die diende als nieuwsportaal voor Nederlands Limburg. Partijen hebben die samenwerking in 2017 beëindigd. In verband met de beëindiging van de samenwerking tussen partijen, hebben zij op 8 februari 2017 een vaststellingsovereenkomst gesloten. [1]
2.4.
Aanvankelijk is L1 alléén doorgegaan met de exploitatie van 1Limburg en de daarbij behorende app. L1 heeft een restyling doorgevoerd van het 1Limburg logo.
2.5.
Op 4 maart 2024 heeft L1 in een persbericht bekend gemaakt dat zij ook afscheid zou nemen van de website 1Limburg en dat zij haar nieuwsvoorziening zal voortzetten onder de naam “L1 Nieuws”. Daarbij heeft zij tevens een nieuwe huisstijl en een logo gepresteerd. Voor de nieuwsapp heeft L1 gekozen voor het onderstaande logo, waarop al dan niet (vgl. randnummer 25 van de dagvaarding) ook het woord “nieuws” voorkomt:
2.6.
De Limburger verzorgt eveneens een nieuwsapp, die sedert 2021 het volgende logo heeft:
2.7.
De Limburger heeft voor dat logo op 6 maart 2024 een spoedmerkinschrijving gedaan onder nummer [nummer] , onder meer in de klasse 9 (o.a. voor apps), klasse 16 (o.a. kranten) en klasse 41 (o.a. voor het (online) verspreiden van nieuws).
2.8.
L1 gebruikte vroeger het onderstaande logo:
2.9.
Thans gebruikt zij het onderstaande logo voor haar corporate website/app (niet-nieuws gerelateerde) activiteiten:

3.Het geschil

3.1.
De Limburger stelt zich op het standpunt dat het nieuwe logo dat L1 gebruikt voor haar nieuwsapp te veel lijkt op het logo dat De Limburger gebruikt voor haar eigen nieuwsapp. Indien de logo’s naast elkaar worden beschouwd en vergeleken, is sprake van een zeer grote overeenstemming. Beide logo’s zijn volgens haar koningsblauw van kleur (althans hebben een sterk gelijkende kleur blauw), maken gebruik van een in wit uitgevoerde (gestileerde) L en gebruiken als toevoeging het woord “nieuws.” De L staat voor en verwijst volgens De Limburger in beide logo’s naar hetzelfde: te weten (de nieuwsvoorziening omtrent) Limburg.
3.2.
De Limburger stelt zich ten eerste op standpunt dat L1 door het gebruik van het bedoelde omstreden logo voor haar nieuwsapp merkinbreuk pleegt in de zin van artikel 2:20 lid 2 sub b BVIE. Het omstreden logo wordt immers gebruikt voor aan de dienstverlening door De Limburger identieke dienstverlening, te weten nieuwsvoorziening met betrekking tot de regio Limburg. Volgens haar heeft dat een versterkend effect op de vraag of sprake is van een merkinbreuk, ook in het geval de logo’s minder overeenstemmen. De overeenstemming tussen de bedoelde logo’s is echter volgens haar zeer groot. Beide logo’s maken gebruik van de kleur (Konings)blauw op een vierkante achtergrond met groot in het midden een wit dominant element, te weten een L bij De Limburger en een gestileerde L en 1 bij L1. Daarbij wordt in diverse gevallen, waaronder op socialemediakanalen ook gebruik gemaakt van het onderschrift “nieuws” in witte letters, waardoor de overeenstemming op visueel vlak alleen maar groter wordt. Beide logo’s gebruiken dan immers dit (beschrijvende) onderschrift. De totaalindruk van de logo’s komt sterk overeen. Er is sprake van een reëel direct en indirect verwarringsgevaar: de gemiddelde consument zal de beide tekens eenvoudig met elkaar verwarren.
3.3.
Voor zover geen sprake is van direct verwarringsgevaar, is volgens De Limburger sprake van indirect verwarringsgevaar: door de grote gelijkenis tussen de logo’s zal het publiek menen dat de beide apps uit dezelfde of met elkaar verbonden ondernemingen afkomstig zijn. Daarbij speelt volgens De Limburger nog mee dat partijen een samenwerkingsverband hebben gehad en dat het publiek dit zal meewegen in de (onjuiste) gedachte dat de apps van aan elkaar gelieerde ondernemingen afkomstig zijn.
3.4.
Ten tweede stelt De Limburger dat door L1 inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten van De Limburger in de zin artikel 2:20 lid 2 sub c BVIE. Ook in dit verband is volgens De Limburger sprake van een aan het merk gelijk, dan wel overeenstemmend teken, dat voor dezelfde waren en diensten wordt gebruikt. Daarbij heeft te gelden dat het een in de Benelux, dan wel een deel daarvan, bekend merk betreft en waarbij geldt dat door het gebruik in het economisch verkeer ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk.
3.5.
Ten derde voert De Limburger aan dat L1 handelt in strijd met de Auteurswet door een logo te gebruiken met een vergelijkbare totaalindruk als het logo dat De Limburger gebruikt voor haar nieuwsapp. De Limburger heeft creatieve keuzes gemaakt in het ontwerpen en hanteren van haar huisstijl, welke keuzes ook steeds terugkomen in de diverse mediakanalen die zij gebruikt. Het L1 nieuwsapp logo heeft een vergelijkbare totaalindruk. Juist doordat het logo van L1 (opeens) ook hetzelfde kleurgebruik heeft, is er een realistisch gevaar dat gebruikers de ene app downloaden of aanklikken terwijl de ze andere app dachten te gebruiken.
3.6.
Daarnaast is volgens De Limburger sprake van niet-toegestane ontlening. Aan de criteria hiervoor is volgens De Limburger voldaan, te meer omdat de nieuwe huisstijl van L1 een geel/blauw logo omvat, behalve op het gebied waar De Limburger haar De Limburger nieuwsapp gebruikt, te weten in de app en op sociale media. Het is volgens De Limburger volstrekt onwaarschijnlijk dat L1 zelfstandig de afweging heeft gemaakt om tot de keuze te komen dat voor haar app en sociale media een ander logo (althans een andere kleurstelling daarvan) noodzakelijk zou zijn.
3.7.
Ten vierde, en laatste, voert De Limburger aan dat L1 ook onrechtmatig jegens haar handelt. Omdat partijen in het verleden enkele jaren hebben samengewerkt, was L1 goed op de hoogte van de door De Limburger gebruikte huisstijl. Expliciet is daar volgens De Limburger een verwante afspraak over gemaakt in de vaststellingsovereenkomst, en ook rondom en voorafgaand aan het sluiten daarvan. L1 heeft op grond daarvan in de afgelopen jaren consequent gebruik gemaakt van een geel/donkerblauw logo voor haar huisstijl. Omdat [naam] , voormalig lid van de hoofdredactie van De Limburger, thans bestuurder/directeur van L1, de leiding had bij de rebranding van De Limburger, had deze ook een hogere mate van zorgvuldigheid aan de dag moeten leggen bij de niet voor de hand liggende keuze om aan te haken bij het ontwerp van de app van De Limburger.
3.8.
Gelet op de historie tussen partijen en het gebruik van verschillende kleuren in het hoofdlogo van L1, in combinatie met de voorgenomen nadruk op online en digitale aanwezigheid, kan volgens De Limburger gesteld worden dat L1 op lichtzinnige wijze tracht voordeel te halen uit reputatie, status, succes en de commerciële inspanningen en investeringen van De Limburger.
3.9.
Op grond van het vorenstaande vordert Mediahuis Limburg dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg hoofdelijk veroordeelt, dan wel beveelt:
I. binnen 24 uur na betekening van het door de voorzieningenrechter te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden het gebruik van het L1 Nieuwsapp Logo in blauw/witte kleurstelling, met of zonder vermelding van het woord Nieuws, dan wel een daarmee overeenstemmend of daarop sterk gelijkend logo in genoemde kleurstelling, waaronder in ieder geval:
a. het gebruik als logo voor hun nieuwsapplicatie in de Google Play Store en Apple App store; en
b. het gebruik als logo op hun websites met onder meer de domeinnamen www.l1.nl en www.l1nieuws.nl en sociale mediakanalen, waaronder in ieder geval (maar niet beperkt tot) de Instagram pagina (’s), X (Twitter) pagina (’s), Facebook pagina (’s) en You Tube;
c. iedere andere inzet van het logo, via welk medium en op welke wijze ook;
althans een zodanige veroordeling op te leggen aan Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg, als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen, een en ander op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 25.000,-- per overtreding, of per (deel van een) dag, dat Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg geheel of gedeeltelijk in gebreke blijven te voldoen aan de veroordeling, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
II. in de volledige kosten van dit geding, conform artikel 1019h Rv, met inachtneming van de in het lichaam van de dagvaarding genoemde toerekening (75/25), evenals in een forfaitaire toerekening van de proceskosten, zulks, voor het geval betaling binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente tot aan de dag van algehele voldoening.
3.10.
Stichting Omroep Limburg betwist de vorderingen en voert verweer.
3.11.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De Limburger moet een spoedeisend belang hebben om te kunnen worden ontvangen in haar vorderingen. Dat heeft zij naar het oordeel van de voorzieningenrechter, omdat het gaat om een gestelde inbreuk op haar merk- en auteursrecht.
4.2.
Om proceseconomische redenen zal de voorzieningenrechter eerst de verweren van L1 – die in feite de kern van het onderhavige geschil betreffen – beoordelen, inhoudende dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen het oudere door De Limburger gevoerde logo voor haar nieuwsapp (zie hierboven onder 2.6.) en het jongere, sedert kort, door L1 gevoerde logo (zie hierboven onder 2.5.) voor haar nieuwsapp en dat deze geen vergelijkbare totaalindruk maken.
4.3.
De voorzieningenrechter is allereerst van oordeel dat L1 niet heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 2:20 lid 2 sub b BVIE. De respectieve apps van partijen worden weliswaar gebruikt voor identieke diensten, te weten nieuwsvoorziening, maar aan het criterium dat sprake moet zijn van verwarringsgevaar is niet voldaan.
4.4.
Met L1 is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet aangenomen kan worden dat sprake is van verwarringsgevaar, nu de totaalindruk van de bedoelde logo’s duidelijk verschillend is. Weliswaar bestaan beide apps uit een vierkante, blauwe achtergrond in gradaties van blauw die niet veel van elkaar verschillen en bestaat de voorgrond bij beide logo’s uit witte symbolen, maar in (de vorm van) die witte symbolen zit naar het oordeel van de voorzieningenrechter het wezenlijke verschil tussen de bedoelde logo’s, die maken dat de totaalindruk duidelijk verschillend is, ook indien de apps op een mobiele telefoon worden getoond.
4.5.
Het logo van de nieuwsapp van De Limburger bestaat, naast de blauwe achtergrond, uit een witte letter L in het klassiek ogende lettertype Brando, terwijl het logo van L1 bestaat uit een gestileerde, modern en “strak” ogende letter L.
Daarnaastgebruikt L1 in haar logo nog een exacte kopie van het symbool dat is gebruikt om de
letterL uit te beelden, maar nu om het
cijfer1 uit te beelden. Het symbool dat is gebruikt om de
letterL uit te beelden als
cijfer1 is daartoe ten opzichte van die letter horizontaal en verticaal geroteerd. De letter L en het cijfer 1 zijn bovendien dicht tegen elkaar geschoven, zodanig dat de lange zijde van de letter L en het cijfer 1 tegenover elkaar liggen en de korte zijde van de letter L en het cijfer 1 tegenover elkaar liggen. Indien de letter en het cijfer tegen elkaar worden gedrukt ontstaat een “rechthoek” met twee rechte en twee afgeronde hoeken, hetgeen lijkt geïnspireerd op het logo onder 2.7., waarin de letter en het cijfer tegen elkaar zijn gedrukt en een perfecte rechthoek vormen.
4.6.
De voorzieningen merkt op dat De Limburger kennelijk niet zozeer bezwaar heeft tegen de door L1 gebruikt symbolen (de letter L en het cijfer 1), maar meer tegen de kleur waarin deze zijn afgebeeld in combinatie met de kleur van de achtergrond. De Limburger stelt immers [2] : “
Zoals hiervoor ook toegelicht, heeft De Limburger uitdrukkelijk geen bezwaar tegen het vernieuwde L1-logo in de kleur geel/donkerblauw, zoals dit ook is opgenomen onder randnummer 24(zie onder 2.8. van dit vonnis, de voorzieningenrechter)
en op de gevel van L1 prijkt. Het gezochte verbod strijkt zich dus niet daartoe uit, maar slechts tot het “blauw/witte Nieuwsapp Logo.” Dat komt er echter op neer dat De Limburger, zoals L1 ook heeft betoogd, op die manier het gebruik van een combinatie van witte symbolen op een blauwe achter monopoliseert en daarvoor bestaat geen juridische grondslag. Een dergelijke combinatie van blauw en wit is, zoals L1 heeft aangetoond, een gebruikelijke combinatie die veelvuldig in vergelijkbare nieuwsapps wordt gebruikt.
4.7.
Uit het vorenoverwogene volgt ook dat het verwijt van De Limburger, dat L1 in strijd met de Auteurswet handelt door een logo voor haar nieuwsapp te openbaren met een vergelijkbare totaalindruk aan het door De Limburger gehanteerde logo voor haar eigen nieuwsapp moet worden verworpen, omdat geen sprake is van een vergelijkbare totaalindruk.
4.8.
Ook het verwijt dat L1 handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2:20 lid 2 sub c BVIE moet worden gepasseerd. De voorzieningenrechter verwerpt de stelling van De Limburger dat L1 zonder geldige reden op het beweerde bekende merk van De Limburger tracht mee te liften op een wijze die niet is toegestaan om zodoende aan te haken bij de goodwill en populariteit van De Limburger.
4.9.
Allereerst is in dit verband van belang dat, zoals uit het hiervoor overwogene volgt, behalve ten aanzien van het gebruik van de kleuren, nauwelijks visuele overeenstemming bestaat tussen de logo’s van de nieuwsapps van partijen, zodat het lezerspubliek van nieuwsberichten van De Limburger en L1 daartussen geen samenhang zal zien. Dat publiek zal, geconfronteerd met het logo van de nieuwsapp van L1 dan ook geen verbinding leggen met het merk van De Limburger. Door het gebruik van het omstreden logo door L1 wordt door haar ook geen ongerechtvaardigd voordeel getrokken, noch wordt daarmee afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk van De Limburger.
4.10.
Van aanhaken bij het merk van De Limburger, om daaruit ongerechtvaardigd voordeel te trekken van de bekendheid van het merk De Limburger, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake. Het verwijt van aanhaken dat De Limburger L1 maakt moet al daarom worden verworpen, omdat aannemelijk is dat L1 niet heeft aangehaakt bij een logo dat De Limburger (heeft) gebruikt. L1 heeft overtuigend aangevoerd dat zij juist heeft aangehaakt bij haar
eigeneerdere logo (zie hierboven onder 2.8.). De Limburger erkent dat nota bene zelf. [3] De Limburger stelt in de dagvaarding namelijk het volgende: “
De nieuwe huisstijl(van L1, de voorzieningenrechter)
borduurt voort op de oude huisstijl van 1Limburg, met twee grafisch ontworpen tekens inéén, in de kleurstelling geel/donkerblauw. Echter, voor de nieuwsapp heeft L1 deze kleurstelling opeens verlaten, en heeft zij gekozen voor een logo in blauw/wit en daarbij vermelding van het woord NIEUWS.” Dat de nieuwsapp van L1, net als die van De Limburger, enkel de kleuren blauw en wit gebruikt, terwijl de “corporate” app van L1 daarnaast de kleur geel gebruikt, maakt dat niet anders. Aannemelijk is dat L1 met die aangepaste, eenvoudigere kleurstelling niet heeft willen aanhaken bij het logo van de nieuwsapp van De Limburger, maar bij kleurenschema’s die door nieuwsapps van vele andere partijen worden gebruikt.
4.11.
Ook het laatste verwijt, inhoudende dat L1 onrechtmatig jegens De Limburger zou hebben gehandeld, moet worden verworpen. De Limburger stelt ten onrechte dat partijen in de vaststellingsovereenkomst een afspraak hebben gemaakt over de door L1 te hanteren huisstijl en dat L1 op grond daarvan in de afgelopen jaren consequent gebruik heeft gemaakt van een geel/donkerblauw logo voor haar huisstijl. De vaststellingsovereenkomst bevat immers enkel afspraken over het (kleurgebruik van het) voormalige logo/de aanduiding/het teken “1Lokaal”, dat is aangepast in “EENLOKAAL” en dat enkel door De Limburger mag worden gebruikt en daarmee dus geen afspraken over de door L1 te hanteren huisstijl.
4.12.
Niet (meer) relevant is de stelling van De Limburger dat partijen in het verleden enkele jaren hebben samengewerkt, zodat L1 goed op de hoogte was van de door De Limburger gebruikte huisstijl en dat [naam] , voormalig lid van de hoofdredactie van De Limburger, thans bestuurder/directeur van L1, de leiding had bij de rebranding van De Limburger, een hogere mate van zorgvuldigheid aan de dag moeten leggen bij de niet voor de hand liggende keuze om aan te haken bij het ontwerp van de app van De Limburger. Uit het hiervoor overwogene volgt immers dat van aanhaken van L1 bij het logo van de nieuwsapp van De Limburger geen sprake is.
4.13.
Omdat op grond van het vorenstaande de vorderingen van De Limburger al moeten worden afgewezen, behoeven de overige verweren van L1 geen beoordeling meer.
4.14.
Ten aanzien van de proceskosten overweegt de voorzieningenrechter het volgende. L1 heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van de gemaakte proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv, waarbij L1 haar kosten heeft begroot op € 17.627,50 (excl. BTW) en waarbij 95% van de kosten geacht is te zijn besteed aan de IE-gerelateerde aspecten en 5% aan de onrechtmatige daad. De Limburger betwist op zich de omvang van de door L1 begrote kosten niet, maar heeft wel betoogd dat, indien zij in het ongelijk wordt gesteld, uitgegaan moet worden uitgegaan van 75% voor zover het het IE rechtelijke deel betreft, van de indicatietarieven voor een eenvoudige zaak.
4.15.
De voorzieningenrechter begroot het deel van het verweer van L1 dat als IE-gerelateerd moet worden beschouwd met L1 op 95%. De door L1 begrote proceskosten bedragen
€ 17.627,50 (excl. BTW) en zijn door De Limburger niet betwist.
4.16.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze zaak als eenvoudige zaak in de zin van het Indicatietarieven in IE-zaken moet worden gekwalificeerd. Dat betekent dat maximaal € 6.000,-- aan advocaatsalaris kan worden toegekend. Bij de begroting van de proceskosten zal de rechtbank ook uitgaan van dat maximum. De voorzieningenrechter begroot daarnaast het deel van het verweer van L1 dat als IE-gerelateerd moet worden beschouwd, zoals L1 heeft aangevoerd, op 95% Dat betekent dat het salaris van de advocaat van L1 moet worden begroot op 95% x € 6.000,-- + 5% x € 1.079,-- = € 5.753,95.
4.17.
De Limburger wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van deze procedure veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg worden begroot op:
- griffierecht € 688,00;
- salaris advocaat €
5.753,95;
Totaal € 6.443,35.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Mediahuis Limburg in de proceskosten, aan de zijde van Stichting Omroep Limburg en Televisiebedrijf Limburg tot op heden begroot op € 6.443,35;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling onder 5.2 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [4]

Voetnoten

1.Zie productie 13 bij de dagvaarding.
2.Zie nummer 58 van de dagvaarding.
3.Zie nummer 8 van de dagvaarding.
4.type: MT