Uitspraak
RECHTBANK Limburg
2.
[gedaagde sub 2],
3.
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de akte uitlating na tussenvonnis d.d. 8 november 2023 van [eiseres] ,
- de antwoordakte van [gedaagden]
2.De verdere beoordeling
- het fotomateriaal dat als productie 1 bij de dagvaarding in het geding is gebracht;
- het resultaat van het bloedonderzoek d.d. 18 november 2019, dat als productie 2 in
- het rapport van dierenartspraktijk [naam praktijk] d.d. 3 januari 2020 (productie 3);
- de foto’s van de wonden d.d. 18 november 2019 (productie 4);
- het rapport van dierenartsenpraktijk [naam praktijk] d.d. 27 april 2020 en de daarbij gevoegde foto’s (productie 9);
- de verklaring van [naam dierenarts 1] d.d. 11 november 2020 (productie 11);
- de verklaring van [naam dierenarts 1] d.d. 13 november 2020 (productie 12);
- de verklaring van Dier-N-Artsen d.d. 2 december 2020 (productie 13);
- de taxatierapporten d.d. 11 februari 2022 (productie 18 en 19);
- de foto’s van de toestand van de paarden ten tijde van het afhalen op18 november 2019 (productie 23 en 24);
- de video van de aankomst van de paarden bij [gedaagden] (productie 25).
3.De beslissing
22 mei 2024voor uitlating
[eiseres] over hetgeen onder r.o. 2.9. is overwogen,
getuigenwil laten horen, de verhinderdagen van de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juli 2024 tot en met december 2024 direct op
22 mei 2024moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,