ECLI:NL:RBLIM:2024:2229

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
C/03/326202 / HA ZA 24-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van woning en spaarpolis na overlijden van de eerste echtgenote en de gevolgen voor de huwelijksgemeenschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 april 2024 uitspraak gedaan over de verdeling van een woning en een spaarpolis na het overlijden van de eerste echtgenote van de man. De centrale vraag was of het vermogen geheel in de huwelijksgemeenschap valt of deels toebehoort aan de erfgenamen van de overleden echtgenote. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning en de spaarpolis in de gemeenschap van goederen van de huidige echtgenoten vallen, en dat de kinderen van de overleden echtgenote een geldvordering hebben op hun vader, die voortvloeit uit de wettelijke verdeling van de nalatenschap. De rechtbank heeft geoordeeld dat de woning aan de man wordt toegedeeld, onder de voorwaarde dat de vrouw wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire leningen. Indien deze voorwaarde niet wordt nagekomen, zal de woning worden verkocht en de opbrengst verdeeld. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man verificatoire bescheiden moet overleggen over de hypothecaire leningen en de waarde van het spaardeel. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/326202 / HA ZA 24-19 (voorheen C/03/313638 / HA ZA 23-39)
Vonnis van 24 april 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ,
advocaat: mr. R.H.L. van de Laar,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
advocaat: mr. R.P.H.W. Haas.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
zaaknummer C/03/313638 / HA ZA 23-39
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met productie 1,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 juni 2023,
- de verwijzing naar de parkeerrol gevolgd door ambtshalve doorhaling op de rol van
4 oktober 2023,
zaaknummer C/03/326202 / HA ZA 24-19- het verzoek van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot het opbrengen van de doorgehaalde zaak van 29 december 2023,
- de plaatsing van de zaak onder opgemeld zaaknummer op de actieve rol van 10 januari 2024,
- de akte van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] met productie 11,
- de akte van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met productie 2.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gehuwd geweest met [erflaatster] (verder: ‘ [erflaatster] ’). Uit dat huwelijk zijn drie kinderen geboren, en wel op [geboortedatum 1] 1992 ( [naam 1] ), [geboortedatum 2] 1994 ( [naam 2] ) en [geboortedatum 3] 1999 ( [naam 3] ).
2.2.
Op 13 maart 1993 hebben [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] de woning met ondergrond en bijbehorende garage aan de [adres] te [woonplaats] gekocht, zoals nader omschreven in de door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] als productie 3 overgelegde notariële akte van 13 mei 1993 waarbij deze woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] is geleverd. Dit onroerend goed zal hierna ‘de woning’ worden genoemd. Ten behoeve van de financiering van de aanschaf de woning zijn [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] een hypothecaire lening aangegaan met ABN AMRO Bank N.V. waarbij zij 132.000 gulden hebben geleend. Later hebben zij aanvullend 60.000 gulden van ABN AMRO Bank N.V. geleend, in verband waarmee zij eveneens een hypotheekrecht ter zake van de woning aan ABN AMRO Bank N.V. hebben verleend. Een deel van het aldus geleende bedrag is geadministreerd als een zogenoemde ‘Spaar/Levenhypotheek’ (productie 1 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ).
2.3.
[erflaatster] is overleden op [overlijdensdatum] 2006. Haar erfgenamen zijn [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en de drie kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] .
2.4.
Op 2 januari 2014 zijn [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehuwd. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren, en wel op [geboortedatum 4] 2017 ( [minderjarige 1] ) en [geboortedatum 5] 2019 ( [minderjarige 2] ).
2.5.
Bij verzoekschrift van 2 juni 2021 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] de echtscheiding van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verzocht. De echtscheiding is uitgesproken bij beschikking van deze rechtbank van
16 augustus 2021 (productie 1 van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ). Deze beschikking is op 30 december 2021 ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand van de gemeente Heerlen (productie 2 van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ).
2.6.
Vanaf begin 2022 zijn partijen in overleg over de verdeling van de woning. Zij hebben daarover geen overeenstemming bereikt.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vordert - samengevat - dat de rechtbank:
primair
- de woning toedeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de voorwaarde dat hij binnen drie maanden zorgdraagt voor het ontslag van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit de (hoofdelijke) aansprakelijkheid met betrekking tot alle op de woning rustende hypothecaire geldleningen,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om mee te werken aan taxatie van de woning op straffe van een dwangsom,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot het overleggen van verificatoire bescheiden waaruit het openstaande hypotheekbedrag per datum verdeling, zijnde de datum van het vonnis, blijkt, op straffe van een dwangsom,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot het overleggen van verificatoire bescheiden met betrekking tot de aan de hypotheek gekoppelde/verpande spaardeelrekening of kapitaalverzekering (beleggings- of kapitaalverzekering) en de waarde van deze spaardeelrekening of kapitaalverzekering per datum verdeling, zijnde de datum van het vonnis, op straffe van een dwangsom,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om medewerking te verlenen aan de verdeling van (de waarde van) de woning, waarbij heeft te gelden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen drie maanden na het wijzen van het vonnis aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] moet betalen haar aandeel in de woning, zijnde de helft van de waarde van de woning minus de helft van het openstaande hypotheekbedrag per datum verdeling en haar aandeel in de aan de hypotheek verpande spaardeelrekening of kapitaalverzekering, zijnde de helft van de waarde daarvan,
subsidiair
voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er niet in slaagt om [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de op de woning rustende hypothecaire geldleningen te doen ontslaan dan wel er geen gehele aflossing van die geldleningen kan plaatsvinden binnen drie maanden na het wijzen van het vonnis:
- bepaalt dat de woning moet worden verkocht en - kort gezegd - de netto verkoopopbrengst tussen partijen bij helfte moet worden verdeeld,
- bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - kort gezegd - zijn medewerking moet verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan een derde, op straffe van een dwangsom,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om mee te werken aan verdeling van - kort gezegd - de netto verkoopopbrengst, op straffe van een dwangsom,
meer subsidiair
- bepaalt dat aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] - kort gezegd - vervangende toestemming wordt verleend voor verkoop en levering van de woning met bepaling dat het vonnis in de plaats treedt van de toestemming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor de levering,
alles met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert - samengevat - dat de rechtbank bepaalt dat:
- de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toegedeeld en dat de notariële levering binnen vier maanden na het vonnis, met een ontslag van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid, zal plaatsvinden, waarbij makelaar Brandsma te Heerlen de waarde van de woning zal bepalen,
- bij de verdeling van de overwaarde niet alleen rekening wordt gehouden met de hypotheekschuld en de spaardeelrekening maar ook met de wilsrechten van de drie kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] zodat het aandeel van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] hooguit de helft van 5/8 dient te bedragen,
met veroordeling van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de proceskosten.
3.4.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie in reconventie

4.1.
Gelet op de verwevenheid van de vorderingen en conventie en reconventie, zullen deze gezamenlijk worden besproken.
Juridische verhoudingen
4.2.
Vast staat dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] de woning gezamenlijk hebben verworven. In de notariële leveringsakte is onder meer vermeld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] toen beiden de Marokkaanse nationaliteit hadden en gehuwd waren ‘naar Marokkaans recht’. Derhalve kan niet zonder meer worden aangenomen dat de woning in een algehele huwelijksgoederengemeenschap is gevallen. Mocht dat niet zo zijn, dan moet ervan uit worden gegaan dat tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] een eenvoudige gemeenschap is ontstaan ter zake van de woning waarin zij ieder voor een gelijk deel deelgenoot waren. Hoe dan ook was het aandeel van [erflaatster] in de woning onderdeel van haar nalatenschap.
4.3.
Op grond van artikel 3 van het op de nalatenschap van [erflaatster] toepasselijke Haags Erfrechtverdrag is op deze nalatenschap het Nederlands recht van toepassing, ofwel omdat [erflaatster] inmiddels de Nederlandse nationaliteit had ofwel omdat zij bij overlijden gedurende een tijdvak van ten minste vijf jaar haar verblijfplaats in Nederland had. In lijn daarmee is dat de notaris die de verklaring van erfrecht opstelde daarin vermeldt welke erfgenamen [erflaatster] volgens ‘de Nederlandse wet’ heeft achtergelaten (productie 4 van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en productie 2 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ).
4.4.
Omdat [erflaatster] is overleden na 1 januari 2003 is op haar nalatenschap de wettelijke verdeling als bedoeld in artikel 4:13 Burgerlijk Wetboek (verder: ‘BW’) van toepassing. Dit vermeldt de notaris ook in de verklaring van erfrecht (onder ‘G’). Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van rechtswege alle goederen van de nalatenschap van [erflaatster] heeft verkregen en dat de kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] een geldvordering ten laste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben verkregen overeenkomend met de waarde van hun erfdeel. In verband met het hertrouwen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (met [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ) kwam deze kinderen het wilsrecht als bedoeld in artikel 4:19 BW toe, inhoudend dat zij aanspraak konden maken op het aan hen overdragen van goederen met een waarde van ten hoogste hun geldvordering.
4.5.
Aangezien [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] blijkens de echtscheidingsbeschikking in Heerlen zijn gehuwd, gaat de rechtbank er - mede bij gebreke van andersluidende stellingen - van uit dat zij daarna samen in Nederland zijn gaan of blijven wonen. Dit betekent dat op grond van artikel 4 lid 1 van het Haag Huwelijksvermogensverdrag het Nederlands recht zoals dat in 2014 gold van toepassing is op het huwelijksvermogen. Daaruit volgt dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , bij gebreke van het maken huwelijksvoorwaarden, in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd en dat de woning - die tot aan het huwelijk van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was, zie 4.4. - in deze gemeenschap is gevallen (artikel 1:94 BW zoals geldend in 2014). Ook volgt hieruit dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] op grond van artikel 1:102 BW hoofdelijk aansprakelijk is voor de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] aangegane hypothecaire schuld(en) aan ABN AMRO Bank N.V., met dien verstande dat daarvoor slechts kan worden uitgewonnen hetgeen [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit hoofde van verdeling van de huwelijksgemeenschap met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verkregen.
Aandeel woning
4.6.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] legt aan haar vordering mede ten grondslag dat zij voor de helft gerechtigd is in de woning. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ten hoogste voor de helft van 5/8e deel in de woning is gerechtigd omdat de kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] voor 3/8e in de woning gerechtigd zouden zijn. In die stelling kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] echter niet worden gevolgd. Zoals uiteengezet onder 4.4. is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als gevolg van het overlijden van [erflaatster] de enige eigenaar geworden van de voordien met [erflaatster] gezamenlijk in eigendom gehouden woning. De kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] zijn geen mede-eigenaar geworden, maar hebben (slechts) een vordering op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter hoogte van hun erfdeel in de nalatenschap van [erflaatster] . Als gevolg van het huwelijk tussen [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is de woning volledig in de gemeenschap van goederen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevallen en is [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] daartoe, na ontbinding van de gemeenschap, voor de helft gerechtigd (artikel 1:100 BW).
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt weliswaar dat de kinderen van hem en [erflaatster] een beroep hebben gedaan op hun wilsrecht als bedoeld in artikel 4:19 BW maar dat doet aan het vorenstaande niet af omdat dat niet zou betekenen dat de kinderen daardoor medegerechtigd zouden worden in de woning. Overigens is uit niets gebleken dat de kinderen zich op hun wilsrecht hebben beroepen terwijl - ondanks dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] daar herhaaldelijk aandacht voor heeft gevraagd - bovendien niets bekend is over de omvang van hun vordering ter zake van het erfdeel van [erflaatster] (aan de hand waarvan zou kunnen worden vastgesteld tot welke waarde er eventueel goederen zouden moeten worden overgedragen). Ten overvloede wordt nog overwogen dat de vordering van de kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [erflaatster] in de gemeenschap van goederen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] valt maar dat op dat punt in deze procedure niets wordt gevorderd (nog los van het feit dat over de omvang daarvan dus niets is gesteld). Een aanspraak van de ene deelgenoot op de andere zou aan de orde kunnen zijn als een van hen - [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - voor meer dan haar of zijn aandeel de aanspraak van de kinderen zou hebben voldaan en deze voor het meerdere verhaal zoekt op de andere deelgenoot. Een dergelijke vordering ligt dus niet voor.
Wat moet er verdeeld worden?
4.8.
Partijen zijn het erover eens dat de woning verdeeld moeten worden en ook het vermogen dat is gevormd in het financiële product dat is gekoppeld aan (een van) de hypothecaire lening(en). [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft gesteld dat zij over dat financiële product geen informatie heeft en zij noemt het (daarom) een spaardeelrekening of levensverzekering of beleggingsverzekering. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft het over het spaardeel en heeft toegezegd nog informatie in het geding te brengen, maar dat deed hij niet. De rechtbank zal het vermogen hierna ook het spaardeel noemen. Daarmee wordt gedoeld op het vermogen dat is opgebouwd in een financieel product zoals (maar niet zonder meer beperkt tot) een verzekeringspolis of bankrekening die is verpand is aan de ABN AMRO Bank N.V. tot zekerheid van nakoming van de verplichtingen uit de hypothecaire lening(en) of anderszins aan die leningen is gekoppeld.
Verdeling nu?
4.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de rechtbank aanvankelijk verzocht te bepalen dat de verdeling voor een periode van drie dan wel twee jaren wordt uitgesloten (artikel 3:178 lid 3 BW). In zijn laatste akte verzoekt hij een termijn van drie a vier maanden aan te houden.
4.10.
Ter onderbouwing van zijn standpunt voert [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan dat:
- hij sinds de echtscheiding alle aan de woning verbonden lasten draagt,
- hij en zijn kinderen (waarmee hij kennelijk bedoelt: de kinderen van hem en [erflaatster] ) dakloos raken als de woning moet worden verkocht en/omdat hij gezien zijn inkomen en de gezinssamenstelling geen geschikte andere woonruimte zal kunnen vinden,
- hij verknocht is aan de woning,
- [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] toch geen ander onroerend goed zal kunnen kopen.
4.11.
In reactie op de stellingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] aangevoerd dat:
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al van vóór de echtscheiding weet dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] aanspraak maakt op haar aandeel in de woning, nu dat eind 2020 al tijdens een bespreking bij de toenmalige raadsman van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] is aangegeven en later is herhaald,
- het feit dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kennelijk heeft stilgezeten en zijn mogelijkheden voor overname van de woning en/of het verkrijgen van vervangende woonruimte niet heeft onderzocht, niet voor risico van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] mag komen,
- de kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit het huwelijk van [erflaatster] allen meerderjarig zijn en voor zichzelf kunnen zorgen,
- de bij [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bekende gegevens over het inkomen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot de conclusie moeten leiden dat hij weldegelijk elders woonruimte kan kopen of huren, eventueel met bijstand van zijn volwassen kinderen,
- [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weliswaar de eigenaarslasten van de woning draagt maar dat hij ook het exclusief gebruik daarvan heeft, terwijl [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] geen aanspraak maakt op een gebruiksvergoeding,
- het niet aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is om te bepalen of zij ander onroerend goed kan kopen, maar dat zij daartoe in ieder geval niet in staat is zolang de woning onverdeeld blijft,
- [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ook anderszins hinder ondervindt van het onverdeeld blijven van de woning nu zij aansprakelijk blijft voor de hypothecaire schuld en zij niet vrijelijk kan beschikken over haar aandeel in de woning.
4.12.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat de mogelijkheid om de verdeling voor een bepaalde periode uit te stellen, bedoeld is om te voorkomen dat er misbruik wordt gemaakt van het recht om verdeling te eisen. Dit betekent dat er voor de rechtbank niet snel aanleiding zal bestaan om deze bevoegdheid aan te wenden. Het feit dat het uitstellen van de verdeling de voorkeur heeft van degene die dat wil, is daarvoor niet voldoende, ook als de argumenten daarvoor begrijpelijk zijn.
In dit geval is er onvoldoende reden om te concluderen dat van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] kan worden geëist te accepteren dat de verdeling nog langer wordt uitgesteld. Daarbij is allereerst van belang dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] geacht moet worden een relevant belang bij verdeling op korte termijn te hebben, in ieder geval bestaande uit het eindigen van haar aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening(en) en het kunnen beschikken over haar aandeel in de woning. Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de lasten betaalt doet aan die belangen niet af en is geen belang van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf. De overige argumenten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zien op het geval dat de woning moet worden verkocht - wat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet als verdelingswijze voorop stelt - en zijn belang om dat te voorkomen. Terecht heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] echter aangevoerd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] al ruime tijd heeft gehad om daar een voorziening voor te treffen, bestaande uit het kunnen overnemen van de woning of - als hij dat niet kan of wil - het regelen van vervangende woonruimte. Ook als dat niet eenvoudig is, is dat geen reden de verdeling nog langer uit te stellen. Dat zou namelijk betekenen dat de verdeling op de lange baan zou worden geschoven zonder dat er concreet zicht op is dat daarmee uiteindelijk wordt bereikt wat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wil. Dat kan van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] niet verlangd worden. De belangen van de meerderjarige kinderen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] leggen in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal omdat zij inderdaad geacht moeten worden niet afhankelijk meer te zijn van (de woonsituatie van) hun vader. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft daar ook niets meer over gesteld. De slotsom is dat het verzoek tot het verder uitstellen van de verdeling niet zal worden gehonoreerd. De rechtbank merkt daarbij op dat in de vordering van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ligt besloten dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toch nog enige tijd zal hebben om de woning over te nemen.
In de verdeling te betrekken waarde
4.13.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen overeengekomen dat zij opdracht geven aan een makelaar die de woning taxeert en dat de taxatiewaarde geldt als de waarde waartegen de woning in de verdeling wordt betrokken als de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toegedeeld. Partijen hebben uitvoering gegeven aan die afspraak. De woning is getaxeerd op € 210.000,00 zodat deze waarde tussen partijen geldt bij toedeling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.14.
Partijen hebben geen expliciete afspraak gemaakt over de in de verdeling te betrekken waarde indien de woning moet worden verkocht (zie hierna). Voor het geval [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn eerder ingenomen standpunt - dat de dag van indiening van het echtscheidingsverzoek als peildatum moet gelden - handhaaft indien de woning moet worden verkocht, zal de rechtbank daarop ingaan.
De hoofdregel is dat een te verdelen goed wordt gewaardeerd tegen het moment van verdeling. Ingeval van verdeling middels verkoop van het goed betekent dit dat die waarde wordt gesteld op de verkoopprijs. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft een uitzondering op die hoofdregel bepleit, daarbij aanvoerend dat hij alle woon- en eigenaarslasten heeft voldaan. Dat is onvoldoende om een afwijking van de hoofdregel te rechtvaardigen. De woonlasten doen er in dat kader sowieso niet toe - [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft de woning immers niet meer bewoond - en de betaling van de eigenaarslasten houdt onvoldoende verband met de waarde van de woning. Ten overvloede wordt opgemerkt dat als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanspraak zou willen maken op de draagplicht voor de eigenaarslasten van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] - wat hij in deze procedure niet doet - het relevant is dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] tot nu toe heeft afgezien van een gebruiksvergoeding waarop zij in beginsel wel recht heeft.
4.15.
Ten aanzien van de waarde van het spaardeel geldt dezelfde hoofdregel. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet apart toegelicht op grond waarvan van de hoofdregel zou moeten worden afgeweken, maar de rechtbank begrijpt dat hij zich beroept op het feit dat hij de ten behoeve van het spaardeel verschuldigde premies is blijven betalen. Omdat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] zich ermee akkoord heeft verklaard dat de sinds de echtscheiding door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalde premies ‘ten gunste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden verrekend met de waarde’ wordt (in voldoende mate) tegemoet gekomen aan het bezwaar van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Dit betekent dat van de waarde van het spaardeel allereerst aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toekomt een waarde ter hoogte van het bedrag dat hij vanaf januari 2022 aan premies betaalde (het huwelijk eindigde op 30 december 2021) en dat de resterende waarde aan ieder van partijen voor een gelijk deel toekomt.
Conclusies ten aanzien van vorderingen
4.16.
Uit het hiervoor overwogene volgt dat de woning en het spaardeel tussen partijen moeten worden verdeeld waarbij ieder in beginsel een gelijk aandeel heeft. De waardering van de te verdelen bestanddelen vindt plaats tegen het moment van verdeling, met dien verstande dat aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een groter deel van de waarde van het spaardeel toekomt en at, als de woning wordt toegedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dit geschiedt tegen een waarde va
€ 210.000,00. De rechtbank merkt op dat uit de uitspraak van de Hoge Raad van 17 april 1998 (ECLI:NL:HR:1998:ZC2631) volgt dat dat de rechter die de verdeling vaststelt op de voet van art. 3:185 lid 1 BW - wat hier gebeurt - niet gebonden is aan hetgeen partijen hebben gevorderd. Daarom zal in het dictum, waar dat nodig wordt geacht voor de duidelijkheid van de beslissing en het past binnen het partijdebat, op onderdelen worden afgeweken van het gevorderde.
4.17.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft - kort gezegd - primair gevorderd dat de woning en het spaardeel aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden toegedeeld onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Deze vordering is, met inachtneming van het bovenstaande, toewijsbaar. Dat zou in beginsel betekenen dat niet meer wordt toegekomen aan de subsidiaire vordering. Deze subsidiair voorgebrachte vordering - die kort gezegd inhoudt dat de woning moet worden verkocht als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] er niet in slaagt [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid - is echter kennelijk bedoeld als een voorwaardelijke vordering die dus ook moet worden beoordeeld als de primaire vordering toewijsbaar is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal dat ook zo moeten hebben begrijpen, zodat de rechtbank deze vordering beoordeelt en vaststelt dat ook deze toewijsbaar is. Aan de meer subsidiair door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ingestelde vordering wordt niet toegekomen.
4.18.
Ter vaststelling van de overwaarde zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals gevorderd, bewijsstukken over de (stand van de) hypothecaire lening(en) en de omvang van het spaardeel moeten overleggen. Omdat dit relevant is in beide varianten van verdeling zal dat voorop worden gesteld. Zoals gevorderd zal deze verplichting worden opgelegd op straffe van een dwangsom.
4.19.
De door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gevorderde medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan uitvoering van de verdeling zal eveneens worden toegewezen. Enkel ten aanzien van de variant waarin de woning moet worden verkocht, heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] gevorderd dat aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een dwangsom wordt opgelegd, zodat de dwangsom ook alleen in zoverre kan worden toegewezen. Geen dwangsom zal echter worden gezet op de verplichting om mee te werken aan het geven van een opdracht aan een makelaar indien de woning verkocht moet worden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in voorkomend geval wel gehouden tot medewerking ter zake maar omdat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] geen specifieke makelaar heeft genoemd is de vordering op dat punt niet zo concreet geformuleerd dat daaraan een dwangsom aan kan worden verbonden, terwijl het de taak van de rechtbank te buiten gaat om dat zelf concreter te maken.
4.20.
Omdat een dwangsom alleen kan verbeuren nadat het vonnis waarbij het is opgelegd is betekend, zal in het dictum deze koppeling ook worden gelegd. De dwangsommen zullen worden beperkt zoals in het dictum vermeld.
4.21.
De vordering in reconventie overlapt deels met het in conventie toe te wijzen deel van de vordering en wordt dus in zoverre ook toegewezen. Voor het overige wordt het afgewezen.
4.22.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en reconventie
verstrekken informatie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] verificatoire bescheiden over te leggen waaruit blijkt:
a. wat de omvang is van de schuld per vandaag uit hoofde van de hypothecaire leningen die zijn aangegaan bij ABN AMRO Bank N.V. tot zekerheid van terugbetaling waarvan aan ABN AMRO Bank N.V. (een) hypotheekrecht(en) is/zijn verstrekt op de woning (zie 2.2. hierboven), en
b. welk financieel product het spaardeel betreft (zie 4.8. hierboven) en wat de waarde van dat vermogensbestanddeel per vandaag is,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de in 5.1. uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
toedeling woning en spaardeel aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
5.3.
deelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toe de woning en het spaardeel onder de voorwaarde dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] binnen drie maanden na vandaag wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de schuld uit hoofde van de hypothecaire leningen die zijn aangegaan bij ABN AMRO Bank N.V., tot zekerheid van terugbetaling waarvan aan ABN AMRO Bank N.V. (een) hypotheekrecht(en) zijn verstrekt op de woning,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om, indien voldaan is aan de voorwaarde zoals vermeld onder 5.3.:
a. aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit hoofde van overbedeling te betalen de helft van de overwaarde, welke overwaarde als volgt wordt berekend: € 210.000,00 verminderd met het bedrag ter hoogte van de schuld als bedoeld onder 5.1. onder a en vermeerderd met de waarde van het spaardeel als bedoeld onder 5.1. onder b en verminderd met het bedrag ter hoogte van de premies die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 1 januari 2022 heeft betaald ten behoeve van dit spaardeel,
en
b. medewerking te verlenen aan de levering als bedoeld in artikel 3:186 lid 1 BW van het aandeel van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de woning en het spaardeel,
5.5.
bepaalt dat, indien voldaan is aan de voorwaarde zoals vermeld onder 5.3., [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het bedrag zoals vermeld onder 5.4. onder a uiterlijk moet voldoen op het moment van levering als bedoeld in artikel 3:186 lid 1 BW van het aandeel van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] in de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
verkoop woning en verdeling spaardeel als niet aan voorwaarde is voldaan
5.6.
stelt,
indien niet wordt voldaan aan de voorwaarde zoals vermeld onder 5.3,de wijze van verdeling van de woning en het spaardeel vast als volgt:
1. de woning wordt verkocht aan een derde,
2. uit de verkoopopbrengst en - als dat nodig is - de opbrengst van het bij gelegenheid van de verkoop/overdracht van de woning te gelde te maken spaardeel worden voldaan:
- de schuld uit hoofde van de hypothecaire lening(en) bij ABN AMRO Bank N.V.,
- de verkoopkosten waaronder de kosten voor een in te schakelen verkoopmakelaar,
3. van hetgeen vervolgens van de verkoopsom en (het resterende deel van) de opbrengst van het spaardeel resteert, komt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toe een bedrag ter hoogte van de premies die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 1 januari 2022 heeft betaald ten behoeve van het spaardeel; het restant komt ieder van partijen voor een gelijk deel toe,
4. als het spaardeel niet te gelde hoeft te worden gemaakt ten behoeve van de aflossing van de hypothecaire schuld(en) aan ABN AMRO Bank N.V. wordt het spaardeel toegedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder de verplichting om aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] uit hoofde van overbedeling te betalen de helft van de waarde per datum van de levering van de woning nadat daarvan is afgetrokken een bedrag ter hoogte van de premies die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 1 januari 2022 heeft betaald ten behoeve van het spaardeel; dit bedrag dient uiterlijk te worden betaald op het moment van levering als bedoeld in artikel 3:89 BW van de woning aan de derde,
5.6.2.
1. partijen dienen binnen twee weken na het verstrijken van de onder 5.3. vermelde termijn aan een gezamenlijk aan te wijzen makelaar opdracht te geven voor bemiddeling bij de verkoop van de woning,
2. partijen dienen alle benodigde medewerking te verlenen aan de uitvoering van de bemiddelingsovereenkomst door de makelaar, onder andere door mee te werken aan bezichtigingen van de woningen door potentiële kopers, het meewerken aan redelijke verzoeken van de makelaar en het opvolgen van redelijke adviezen van de makelaar,
3. Ten aanzien van de minimaal te behalen verkoopprijs en realistische vraagprijs sluiten partijen zich aan bij het advies van de makelaar, ook ten aanzien van de bijstelling daarvan als dat door de makelaar nodig wordt geacht,
4. partijen zijn jegens elkaar gehouden medewerking te verlenen aan verkoop en levering van de woning indien een potentiële koper bereid is een naar de mening van de makelaar acceptabele koopprijs te betalen en een koopovereenkomst te sluiten onder overigens gebruikelijke condities,
5.6.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij na betekening van dit vonnis niet aan de in 5.6.2. onder 2, 3 en 4 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet en hij ter zake tevergeefs door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] schriftelijk is gesommeerd met inachtneming van een termijn van ten minste twee dagen, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
Overig
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.