ECLI:NL:RBLIM:2024:2140

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
C/03/323634 / FA RK 23-4033
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot wijziging van voornaam wegens zwaarwichtig belang en negatieve associaties

Op 9 januari 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van de voornaam van de verzoekster. De verzoekster, geboren in 1996, heeft verzocht haar voornaam te wijzigen van [voornaam 1] naar [voornaam 2]. Dit verzoek is ingediend omdat de verzoekster een sterke negatieve associatie heeft met haar huidige voornaam, die zij als gevolg van een vechtscheiding van haar ouders en de daarmee samenhangende omstandigheden heeft ontwikkeld. De verzoekster heeft aangegeven dat zij al vanaf haar geboorte met de naam [voornaam 2] wordt aangesproken en dat het niet registreren van deze naam haar dagelijks leven bemoeilijkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een voldoende zwaarwichtig belang, zoals vereist door artikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de argumenten van de verzoekster overtuigend bevonden en heeft geen beletselen geconstateerd tegen de gewenste wijziging van de voornaam. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot wijziging van de voornaam toe te wijzen, zodat de verzoekster voortaan [voornaam 2] Harsin zal heten. De griffier is opgedragen om de wijziging aan de akte van geboorte van de verzoekster toe te voegen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum uitspraak: 9 januari 2024
Zaaknummer: C/03/323634 / FA RK 23-4033
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de volgende beschikking gegeven inzake:
[verzoekster] ,
verzoekster,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudend in Alkmaar.

1.Het verloop van de procedure

Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 20 oktober 2023;
  • het F9-formulier van verzoekster van 13 december 2023, met bijlage.

2.De feiten

Verzoekster is geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] . De geboorteakte van verzoekster komt voor in het register van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] in het jaar 1996 onder aktenummer 102787. Aan deze geboorteakte is een latere vermelding betreffende vaststelling geslachtsnaam en voornaam vader en kind gehecht met ref. 102787/1996. In genoemde geboorteakte en genoemde latere vermelding is verzoekster vermeld met de voornaam [voornaam 1] .
In de basisregistratie personen is verzoekster geregistreerd met de Nederlandse nationaliteit.

3.Het verzoek

Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank de wijziging zal gelasten van de voornaam van verzoekster, in die zin dat de voornaam [voornaam 1] wordt gewijzigd in [voornaam 2] , zodat verzoekster voortaan [voornaam 2] Harsin zal heten.
Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar verzoek gesteld dat haar ouders het bij haar geboorte niet eens konden worden over haar naam, reden waarom haar vader haar aangaf met de naam [voornaam 1] , maar dat lag niet in lijn met de wens van haar moeder. Kort na de geboorte van verzoekster belandden haar ouders in een vechtscheiding en mede omdat verzoekster eigenlijk al vanaf de geboorte werd aangesproken met de naam [voornaam 2] , heeft ze een grote afkeer ontwikkeld jegens haar officiële voornaam, omdat aan de naam aldus een sterke negatieve associatie gekoppeld is. Verzoekster ervaart er veel last van dat de roepnaam niet is geregistreerd, omdat ze vaak in discussies verzeilt raakt over haar naam en ze vaak aan anderen dient uit te leggen dat ze eigenlijk [voornaam 2] heet en niet [voornaam 1] . In dit verband heeft ze in eerste instantie de wens om de roepnaam [voornaam 2] te formaliseren en meent zij dat dit haar dagelijks welzijn en geluksgevoel ten goede zou komen. Dit zou haar ook sterken in haar gevoel van identiteit. Niet alleen verzoekster zelf, maar ook anderen hebben er belang bij dat de roepnaam [voornaam 2] officieel zal zijn vastgelegd, want het levert immers vaak hinder en verwarring op. Ze heeft daarnaast de wens om niet langer met de voornaam [voornaam 1] te worden geconfronteerd bij, omdat ze niets op heeft met die voornaam. Al eerder heeft verzoekster de wens gehad om de roepnaam te formaliseren, maar aangezien ze volgend jaar gaat trouwen, is de kwestie meer urgent geworden.
Gezien het voorgaande stelt verzoekster dat zij een zwaarwichtig belang bij haar verzoek tot voornaamswijziging heeft. De voornaam is daarbij geoorloofd.

4.De beoordelingArtikel 1:4 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geeft de rechter de (discretionaire) bevoegdheid op verzoek van de betrokken persoon de wijziging te gelasten van zijn voornamen. Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. Bepalend bij de vraag of sprake is van een zwaarwichtig belang, is de mate van ongemak en/of overlast die de betrokkene in het dagelijks leven van zijn voornamen ondervindt. Daarbij dienen alle feiten en omstandigheden te worden meegewogen. Daarnaast dient het verzoek te worden getoetst aan artikel 1:4 lid 2 BW. Beoordeeld moet worden of de gewenste voornamen niet ongepast zijn of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen, tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.

De rechtbank is van oordeel dat verzoekster door haar in het verzoekschrift en in de motivatiebrief gegeven toelichting, op overtuigende wijze naar voren heeft gebracht dat zij een voldoende zwaarwichtig belang heeft bij de door haar verzochte wijziging van de voornaam.
Niet gebleken is van beletselen als bedoeld in artikel 1:4 lid 2 BW tegen de gewenste voornaam van verzoekster. Gezien het vorenstaande zal het verzoek tot wijziging van de voornaam van verzoekster worden toegewezen, in die zin dat de voornaam [voornaam 1] wordt gewijzigd in [voornaam 2] , zodat verzoekster voortaan [verzoekster] zal heten.
Ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW geschiedt de wijziging van de voornaam doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte van de betrokken persoon wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 1:20a lid 1 BW. In verband daarmee dient de griffier niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] in wiens registers de geboorteakte van verzoekster voorkomt.

5.De beslissing

De rechtbank:
gelast de wijziging van de voornaam van [verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] , in die zin dat de voornaam [voornaam 1] wordt gewijzigd in de voornaam [voornaam 2] , zodat verzoekster voortaan [verzoekster] zal heten;
bepaalt dat de griffier op de voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [geboorteplaats] , dit met het oog op het bepaalde in artikel 1:20 lid 1 en onder a BW juncto artikel 1:20a lid 1 BW.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.J. Frénay, rechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.M.L.C. Vos-Limpens, griffier op 9 januari 2024.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.