Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
toepassing schuldsaneringsregeling
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
[verzoeker] ,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft verzoeker op 26 januari 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 april 2024, waarbij verzoeker en vertegenwoordigers van de gemeente Peel en Maas en de bewindvoerder aanwezig waren. De rechtbank heeft op 23 april 2024 uitspraak gedaan in deze hoofdinsolventieprocedure, waarbij werd vastgesteld dat het verzoekschrift voldeed aan de eisen van de Faillissementswet. De rechtbank heeft de regels van de schuldsanering met verzoeker besproken en een ondertekend exemplaar van deze regels aan het vonnis gehecht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldsaneringsregeling normaal 18 maanden duurt, maar dat er onder bepaalde voorwaarden een eerdere aanvangsdatum kan worden vastgesteld. De rechtbank heeft de aflossingen van verzoeker tijdens de buitengerechtelijke schuldregeling beoordeeld en vastgesteld dat verzoeker niet het maximaal haalbare resultaat heeft gerealiseerd voor zijn schuldeisers. Dit werd onderbouwd door een overzicht van de afdrachten en een VTLB-berekening die niet correct was toegepast.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten om de schuldsaneringsregeling toe te passen, maar zonder verkorting van de looptijd. De termijn van de schuldsaneringsregeling is vastgesteld op 18 maanden, te rekenen vanaf de dag van de uitspraak. De rechtbank heeft mr. G.M. Drenth benoemd tot rechter-commissaris en A.T.M. Brekelmans tot bewindvoerder. Tevens is bepaald dat alle gelegde bijzondere beslagen met onmiddellijke ingang komen te vervallen.