ECLI:NL:RBLIM:2024:2119

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10725516 \ CV EXPL 23-4227
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van kosten voor niet uitgevoerde werkzaamheden na motorfiets onderhoud

In deze zaak heeft eiser, die in persoon procedeert, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een autobedrijf, wegens ontevredenheid over de verrichte werkzaamheden aan zijn motorfiets. Eiser had gedaagde opdracht gegeven om een grote beurt uit te voeren en de kleppen te controleren voor een prijs van € 400,00. Na het ophalen van de motorfiets, waarvoor eiser € 1.020,00 had betaald, uitte hij klachten over de uitvoering van de werkzaamheden. Eiser stelde dat de koelvloeistof niet was vervangen en dat de kleppen niet waren gesteld, terwijl gedaagde betwistte dat er tekortkomingen waren en stelde dat eiser zelf aan de motor had gesleuteld, waardoor de garantie niet meer van toepassing was.

Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld en vorderde terugbetaling van de kosten, inclusief expertisekosten en portokosten. Gedaagde voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van eiser. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet duidelijk was in de juridische grondslag van zijn vordering en dat hij geen recht had op terugbetaling. De rechter stelde vast dat eiser de motorfiets zonder inspectie had opgehaald en dat hij de kosten had voldaan zonder voorbehoud. Hierdoor lag het risico voor eventuele gebreken bij eiser. De rechter wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten van gedaagde, inclusief wettelijke rente.

De beslissing van de kantonrechter werd op 24 april 2024 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10725516 \ CV EXPL 23-4227
Vonnis van 24 april 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
[gedaagde] ,H.O.D.N. [handelsnaam],
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
gemachtigde: Stichting Univé Rechtshulp.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 12 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft [handelsnaam] opdracht gegeven om zijn motorfiets een grote beurt te geven en de kleppen te controleren voor een prijs van € 400,00. Hij heeft zijn motorfiets achtergelaten bij [handelsnaam] op 25 april 2023.
2.2.
Op 16 juni 2023 heeft [eiser] de motorfiets opgehaald bij [handelsnaam] . De rekening bedroeg € 1.020,00. Die is door [eiser] voldaan. Op de factuur staat dat de volgende werkzaamheden zijn verricht:
Grote beurt incl korting € 100,00 € 328,93
Klein mat en startron € 19,90
Kleppen stellen arbeid € 227,50 (3,5 uur x € 65,00)
Pakking klep deksel € 30,99
Shims € 151,20 (12 x € 12,60)
Klein mat € 9,50
Synchroniseren € 75,00
Totaal € 843,02 ex btw, € 1.020,05 incl btw
2.3.
Op 21 juni 2023 heeft [eiser] gebeld met [handelsnaam] . [handelsnaam] heeft daarop gereageerd middels een e-mail van dezelfde datum. Blijkens deze e-mail had [eiser] in het telefoongesprek gezegd dat hij dacht dat de koelvloeistof niet was vervangen, dat de kleppen niet waren gesteld en dat hij had gevraagd of het luchtfilter vervangen was. [handelsnaam] heeft hierop gereageerd dat de koelvloeistof uiteraard vervangen was, dat de kleppen waren gesteld en dat [eiser] uitleg had gekregen over de kosten en de werkzaamheden en dat het luchtfilter wel was gereinigd maar niet vervangen. Ook schrijft [handelsnaam] dat hij heeft begrepen dat [eiser] zelf aan de motor heeft gesleuteld en hem dus de kans heeft ontnomen iets te herstellen als hij al iets vergeten zou zijn, wat volgens [handelsnaam] niet het geval was. [handelsnaam] wijst erop dat de garantie daarom niet meer van toepassing is, maar dat [eiser] wel kan langskomen met de motorfiets om die te laten nakijken.
2.4.
Op 3 juli 2023 heeft [eiser] een ingebrekestelling verstuurd aan [handelsnaam] . [eiser] schrijft dat hij in het geheel niet te spreken is over de wijze waarop [handelsnaam] de grote beurt heeft ingevuld. Hij beschrijft diverse klachten die hij heeft en stelt voor een afspraak te maken om samen het kleppendeksel los te schroeven in een door hem aan te wijzen werkplaats. Tot slot stelt hij voor aan [handelsnaam] “als uw reputatie u iets waard is” om binnen 14 dagen 75% van de totale rekening terug te betalen, waarna hij afziet van verdere juridische stappen of het wereldkundig maken van het bovenstaande.
2.5.
[handelsnaam] heeft daarop op 4 juli 2023 gereageerd dat hij de beschuldigingen en bedreigingen jammer vindt, maar dat hij aanbiedt dat [eiser] langs komt met de motorfiets en dat hij die op de punten van ontevredenheid kosteloos zal repareren/herstellen.
2.6.
[eiser] heeft dezelfde dag op zijn beurt weer gereageerd op deze e-mail, maar is niet ingegaan op het voorstel om de motorfiets langs te brengen.
2.7.
Op 18 juli 2023 heeft [eiser] schriftelijk aan [handelsnaam] bericht dat hij geen enkel voorstel heeft ontvangen hoe [handelsnaam] de door hem geconstateerde tekortkomingen denkt te herstellen, dat de termijn is verstreken en dat [handelsnaam] in verzuim is.
2.8.
Op 2 augustus 2023 heeft [eiser] de motorfiets laten onderzoeken door [naam] Motorkeuringen. [handelsnaam] is niet voor dit onderzoek uitgenodigd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van [handelsnaam] tot betaling van € 1.020,00 aan hoofdsom, € 194,48 aan expertisekosten (voor het onderzoek door [naam] ) en € 27,75 aan portokosten en veroordeling van [handelsnaam] in de proceskosten.
3.2.
[handelsnaam] voert verweer. [handelsnaam] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] , die in persoon procedeert, is niet heel duidelijk in de juridische grondslag van zijn vordering. Nu hij terugbetaling vraagt van de geheel door hem betaalde prijs voor de door [handelsnaam] verrichte werkzaamheden, gaat de kantonrechter ervan uit dat hij een beroep doet op ontbinding van de tussen hem en [handelsnaam] gesloten overeenkomst.
4.2.
Ontbinding is geregeld in artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Voor een rechtsgeldig beroep op ontbinding van een overeenkomst moet er sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming van de verbintenissen door de wederpartij. De kantonrechter begrijpt uit de stellingen van [eiser] dat hij zich op het standpunt stelt dat [handelsnaam] de overeengekomen werkzaamheden helemaal niet heeft uitgevoerd. [handelsnaam] heeft geen beurt verricht en hij heeft de kleppen niet eens aangeraakt, zo volgt uit de dagvaarding en de opmerkingen van [eiser] op de mondelinge behandeling.
4.3.
[handelsnaam] heeft betwist dat hij de werkzaamheden niet heeft uitgevoerd. Hij heeft de grote beurt gedaan en de kleppen gecontroleerd. Daarna heeft hij gebeld met [eiser] en doorgegeven dat de kleppen moesten worden gesteld. Het stellen van de kleppen was niet inbegrepen in de prijs van € 400,00. Daarvoor was een meerprijs verschuldigd. [handelsnaam] stelt dat hij dat al bij het brengen van de motorfiets en ook tijdens het telefoongesprek tegen [eiser] heeft gezegd. [eiser] heeft bij het ophalen van de motorfiets de rekening geheel betaald en is met de motorfiets weggereden. Pas na vijf dagen kwam hij met klachten over de uitvoering van de werkzaamheden. [handelsnaam] heeft ook gesteld dat, als hij de werkzaamheden niet goed zou hebben gedaan, [eiser] hem geen gelegenheid heeft gegeven dit te herstellen. Hij is dus nooit in verzuim geraakt en niet gehouden tot het betalen van enig bedrag.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat in het midden kan blijven of [handelsnaam] tekort is gekomen in de nakoming van de overeenkomst. [eiser] wil ontbinding en terugbetaling van de door hem betaalde prijs. Ontbinding is pas mogelijk als [handelsnaam] in verzuim zou verkeren. Verzuim treedt pas in als degene die vindt dat de ander tekort is geschoten in de nakoming, die ander in de gelegenheid stelt om alsnog behoorlijk zijn verplichtingen na te komen. In dit geval was er tussen partijen sprake van een overeenkomst tot aanneming van werk. Ook uit artikel 7:759 BW volgt dat als er na oplevering gebreken worden ontdekt, deze aan de opdrachtnemer bekend moeten worden gemaakt en dat hij in de gelegenheid moet worden gesteld die weg te nemen. Bovendien volgt uit artikel 7:758 BW dat gebreken die [eiser] had kunnen zien bij de oplevering (in dit geval het ophalen van de motorfiets) voor zijn risico kwamen. Tot slot is nog artikel 6:89 BW van belang. Daarin is de klachtplicht vastgelegd. Als iemand op de hoogte komt van een gebrek in een prestatie moet hij daar binnen bekwame tijd na ontdekking over protesteren. Doet hij dat niet, dan verspeelt hij zijn recht dat later alsnog te doen.
4.5.
Uit dit alles volgt dat [eiser] geen vordering op [handelsnaam] heeft. [eiser] heeft zijn motorfiets opgehaald en is kennelijk zonder die te inspecteren erop weggereden. Hij heeft zonder voorbehoud de prijs betaald. Daarmee kwam het risico voor gebreken die op dat moment kenbaar waren geweest bij hem te liggen.
4.6.
Als het al zo is dat op de rit naar huis de motor van de motorfiets al begon te koken en [eiser] koelvloeistof heeft moeten bijvullen, dan had hij dat meteen had kunnen en moeten melden bij [handelsnaam] . Hij heeft daar echter 5 dagen mee gewacht en daarmee zijn rechten verspeeld.
4.7.
Vervolgens heeft [eiser] heel veel klachten geuit over de door [handelsnaam] verrichte werkzaamheden, die er in de kern op neerkomen dat hij stelt dat [handelsnaam] de motorfiets niet eens heeft aangeraakt. Hij is echter niet ingegaan op het meermalen gedane aanbod van [handelsnaam] om met de motorfiets langs te komen om deze op punten van ontevredenheid te herstellen. De reden die [eiser] daarvoor heeft gegeven, te weten dat [handelsnaam] eerst moest erkennen dat er slecht werk was geleverd, is geen goede reden. Gelet op de aantijgingen van [eiser] moest aan [handelsnaam] de kans worden geboden haar visie te geven op de geuite beschuldigingen en een aanbod te doen voor herstel als die juist zouden zijn. [eiser] heeft aan [handelsnaam] die kans onthouden en de gevolgen daarvan moeten voor zijn rekening blijven.
4.8.
Het rapport van [naam] maakt het bovenstaande niet anders. In de eerste plaats is [handelsnaam] niet uitgenodigd voor het onderzoek van [naam] en heeft hij geen opmerkingen kunnen maken of zijn visie geven. Dat maakt dat het rapport niet beschouwd kan worden als een onafhankelijk deskundigenrapport en dat de bevindingen niet zonder meer kunnen worden overgenomen. [handelsnaam] heeft alle bevindingen van [naam] weersproken. Maar zelfs al zouden de bevindingen van [naam] wel kloppen, dan nog had [handelsnaam] de gelegenheid moeten krijgen om eventuele tekortkomingen te herstellen. Dat is niet gebeurd. Dat maakt dat ook de kosten voor het rapport van [naam] voor rekening van [eiser] zelf dienen te blijven.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen worden afgewezen.
4.10.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [handelsnaam] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
270,00
(2,00 punten × € 135,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
337,50
4.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 337,50, te betalen aan [handelsnaam] binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.