Uitspraak
1.De verdere procedure
- de aantekening van de griffier op de rol van 20 maart 2024 dat [gedaagde] niet heeft gereageerd.
2.De verdere beoordeling
25% te verminderen
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg te Maastricht is behandeld, heeft de vennootschap naar buitenlands recht Alektum Capital V AG, gevestigd te Zug, Zwitserland, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De zaak betreft een consumentenkoop waarbij de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van een gesanctioneerde hoofdsom. In een tussenvonnis van 21 februari 2024 heeft de kantonrechter overwogen de betalingsverplichting van de gedaagde met 25% te willen verminderen en de gedaagde in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. De gedaagde heeft echter niet gereageerd op deze gelegenheid.
In het eindvonnis van 24 april 2024 heeft de kantonrechter de vordering van Alektum gedeeltelijk toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een bedrag van € 52,46 aan gesanctioneerde hoofdsom verschuldigd is, evenals € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, wat resulteert in een totaalbedrag van € 92,46. De kantonrechter heeft ook de wettelijke rente toegewezen over de gesanctioneerde hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding, 8 augustus 2023, tot de dag van volledige voldoening.
Daarnaast is de gedaagde in het ongelijk gesteld en is hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 295,84. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter E.V.L. Heuts op 24 april 2024.