Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
verwerende partij in het verzoek, verzoekende partij in het (voorwaardelijk) tegenverzoek.
1.De procedure
2.De feiten
“In Ortec ben ik in gebreke gebleven dat is niet met opzet gebeurt”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Ik heb inderdaad niet gewerkt maar de dienst geruild met de oproepkracht [naam oproepkracht] . Ik dacht dat de roosteraar mijn dienst uit het rooster had verwijderd.
- Ik heb die dag wel gewerkt.
In Ortec ben ik in gebreke gebleven dat is niet met opzet gebeurd”. Kortom, zij lijkt toch te weten dat zij verzuimd had de juiste procedure te volgen.
- griffierecht verzoek € 128,00
- salaris gemachtigde