ECLI:NL:RBLIM:2024:2092

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10979498 \ EZ VERZ 24-76
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming tijdelijk beheerder van de nalatenschap op grond van artikel 4:190 lid 1 BW

Op 6 maart 2024 is er een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Limburg, locatie Roermond, door mr. G.H.M. van Kan, notaris te Beekdaelen, als gevolmachtigde van de verzoekster. Het verzoek betreft de benoeming van mr. G.H.M. van Kan tot beheerder van de nalatenschap van de overledene, die op [overlijdensdatum] 2022 is overleden. De overledene heeft geen testament achtergelaten, waardoor de nalatenschap volgens de wet vererft. De verzoekster, zus van de overledene, stelt dat de nalatenschap onbeheerd is en dat het noodzakelijk is dat een professionele beheerder wordt aangesteld om de nalatenschap te beheren en de nodige handelingen te verrichten.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2024 zijn de belanghebbenden, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. Een van de belanghebbenden, de broer van de overledene, heeft schriftelijk verweer gevoerd en geeft aan dat er een beschermingsbewind was ingesteld over de goederen van de overledene. Hij heeft onvoldoende inzicht in de omvang van de nalatenschap en ziet het belang van een tijdelijk beheerder niet in.

De kantonrechter overweegt dat artikel 4:191 lid 2 BW voorziet in een beheersmaatregel tot behoud van de goederen van de nalatenschap. De kantonrechter is van oordeel dat de verzoekster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat benoeming van een tijdelijk beheerder noodzakelijk is. De kantonrechter benoemt mr. G.H.M. van Kan tot tijdelijk beheerder van de nalatenschap en verleent hem de bevoegdheden die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taak. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Rijksen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 10979498 \ EZ VERZ 24-76

Beschikking erfrecht van de kantonrechter van 26 april 2024

Op 6 maart 2024 is ter griffie van de rechtbank Limburg, burgerlijk recht / kanton, locatie Roermond ingekomen een verzoekschrift met bijlagen, ingediend door mr. G.H.M. van Kan, notaris te Beekdaelen (kantooradres: Raadhuisstraat 1 te 6447 AP Merkelbeek), handelend als gevolmachtigde van [verzoeker] , wonende te [adres 1] , hierna verzoekster genoemd.
Het verzoek strekt tot benoeming van mr. G.H.M.van Kan voornoemd tot beheerder van de hierna te noemen nalatenschap ex artikel 4:191 lid 2 BW.
Op [overlijdensdatum] 2022 is in de gemeente Echt-Susteren overleden [erflater] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1955. Het laatste woonadres van de overledene was [adres 2] (hierna: erflater).
Erflater heeft niet bij uiterste wil over zijn nalatenschap beschikt. De nalatenschap van erflater vererft volgens de wet.
Als belanghebbenden/erfgenamen in deze zaak worden aangemerkt:
[belanghebbende 1] , wonende te [adres 3]
[belanghebbende 2] , wonende te [adres 1]
[belanghebbende 3] , wonende te [adres 4]
[belanghebbende 4] , wonende te [adres 5]
[belanghebbende 5] , wonende te [adres 7] ,
[belanghebbende 6] , wonende te [adres 8]
Op 24 april 2024 heeft de mondelinge behandeling van het verzoek plaats gehad. Namens verzoeker is verschenen [medewerker X] , jurist ten kantore van Van Kan notariaat. De hiervoor genoemde belanghebbenden zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De hiervoor onder 6 genoemde belanghebbende, [belanghebbende 6] , heeft schriftelijk verweer gevoerd.
Verzoekster vraagt om op grond van het bepaalde in art. 4:191 lid 2 BW
mr. Van Kan voornoemd tot beheerder van de nalatenschap van [erflater] te benoemen, aangezien de nalatenschap op dit moment onbeheerd is.
Verzoekster voert daartoe aan dat de erflater ten tijde van het overlijden ongehuwd was en geen afstammelingen heeft achtergelaten. De hierboven genoemde belanghebbenden, tevens erfgenamen, hebben ten aanzien van de nalatenschap nog geen keuze als bedoeld in artikel 4:190 lid 1 BW gemaakt.
Verzoekster, zus van erflater, stelt zich op het standpunt dat het noodzakelijk is dat de nalatenschap wordt beheerd door een professionele beroepsbeoefenaar die een afstammelingenonderzoek kan doen, vorderingen kan innen, banktegoeden kan opnemen, betalingen bij banken kan doen, (tijdelijke) opslagruimten en kluislokketten kan openen, de verschuldigde belastingaangiften kan doen, verschuldigde belastingen kan betalen, over de tot de nalatenschap behorende goederen kan beschikken en alle daarvoor noodzakelijke handelingen zoals het voldoen van de schulden van de nalatenschap dient te verrichten. Deze handelingen zijn nodig ten behoeve van het behoud van de goederen van de nalatenschap en om ervoor te zorgen dat de kosten voor de nalatenschap niet zullen oplopen, aldus verzoekster.
[belanghebbende 6] , broer van erflater, (hierna: verweerder) heeft schriftelijk verweer gevoerd.
Verweerder geeft aan dat er ten aanzien van de goederen van erflater een beschermingsbewind was ingesteld en dat de in dat kader benoemde bewindvoerder, [bewindvoerder] , niet de benodigde informatie wil verschaffen. Verweerder heeft onvoldoende inzicht verkregen in de omvang van de nalatenschap, waardoor hij nog geen keuze ten aanzien van de nalatenschap van zijn broer heeft kunnen maken. Verweerder ziet het belang van het aanstellen van een tijdelijk beheerder niet in.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Art. 4:191 lid 2 BW ziet op een beheersmaatregel tot het behoud van de goederen van de nalatenschap waarbij de kantonrechter maatregelen kan voorschrijven die hij tot het behoud van de goederen nodig acht. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft verzoekster het aan het verzoek ten grondslag liggend belang in voldoende mate aannemelijk gemaakt.
Van belang is dat vastgesteld wordt wat de omvang van de nalatenschap is, waarna de erfgenamen hun keuze als bedoeld in artikel 4:190 lid 1 BW kunnen maken.
De kantonrechter zal overgaan tot benoeming van mr. G.H.M. van Kan tot tijdelijk beheerder van de nalatenschap van [erflater] . De kantonrechter zal aan mr. Van Kan die bevoegdheden verlenen die nodig zijn om de functie van tijdelijk beheerder naar behoren te kunnen uitoefenen. Daaronder wordt tevens verstaan het vrijelijk kunnen beschikken over bankrekeningen van erflater.
Mr. van Kan voornoemd heeft verklaard de benoeming tot tijdelijk beheerder te aanvaarden Vaststelling van het salaris van de tijdelijk beheerder zal plaatsvinden overeenkomstig de Recofa-richtlijnen, een en ander zoals verzocht.

De beslissing

De kantonrechter:
benoemt mr. Ghislenus Hendrikus Maria van Kan tot tijdelijk beheerder van de nalatenschap van [erflater] ,
verleent aan mr. Van Kan alle bevoegdheden die nodig zijn bij de uitoefening van zijn taak als tijdelijk beheerder,
wijst - voor zover van belang - het meer of anders verzochte.
Aldus gegeven door mr. J.W. Rijksen, en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: