Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
- Meerderweert te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres] te betalen het loon van € 3.197,40 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50% ingevolge artikel 7:625 BW en de wettelijke rente over het totaalbedrag vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening;
- Meerderweert te veroordelen om aan [eiseres] een deugdelijke bruto-netto-specificatie te verstrekken waaruit blijkt op welke wijze Meerderweert uitvoering heeft gegeven aan het voorgaande;
- Meerderweert te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten conform de Staffel buitengerechtelijke incassokosten en salarissen in de rechtsgebieden kanton en civiel;
- Veroordeling van Meerderweert in de kosten van het geding, waaronder het salaris van de gemachtigde alsmede de (nog te maken) nakosten waarvoor de veroordeling een executoriale titel biedt, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn.