ECLI:NL:RBLIM:2024:1931

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
10841584 \ CV EXPL 23-5560
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Wonen Zuid en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De procedure betrof een verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woonruimte vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De gedaagde had, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank, geen ondertekende procesvolmacht overgelegd en was niet verschenen op de mondelinge behandeling. Hierdoor kon de ingediende conclusie van antwoord van de gemeente Heerlen niet als geldig worden beschouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand inmiddels was opgelopen tot vier maanden, wat een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De vordering van Wonen Zuid werd als niet weersproken toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10841584 \ CV EXPL 23-5560
Vonnis van de kantonrechter van 17 april 2024
in de zaak van:
de stichting STICHTING WONEN ZUID,
gevestigd te Roermond,
eisende partij,
gemachtigde Adactio Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna Wonen Zuid en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het verzoek om uitstel door de gemeente Heerlen;
- de brief van de rechtbank van 20 december 2024 waarin de zaak is verwezen naar de rol van 24 januari 2024 voor het nemen van een conclusie van antwoord én de gemeente is gevraagd een procesvolmacht te overleggen;
- De e-mail van de gemeente waarbij was bijgevoegd een niet-ondertekende “conclusie van antwoord” zonder procesvolmacht;
- De ondertekende “conclusie van antwoord” van de gemeente;
- De brief van de rechtbank van 6 maart 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- De mondelinge behandeling van 12 april 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Gelet op het feit dat de gemeente Heerlen geen door [gedaagde] ondertekende procesvolmacht heeft overgelegd, kan het door haar ingediende stuk niet worden beschouwd als een conclusie van antwoord. De kantonrechter heeft [gedaagde] in de gelegenheid willen stellen deze omissie te herstellen en ook verder de gelegenheid te geven zich uit te laten over de vordering en eventueel een regeling te treffen, maar [gedaagde] , noch naar gemachtigde, zijn op de mondelinge behandeling verschenen. Vlak vóór de zitting, waar Wonen Zuid wel was vertegenwoordigd, heeft een medewerker van bewindvoerderskantoor [naam] laten weten dat niemand namens [gedaagde] zou verschijnen en [gedaagde] zelf ook niet zou komen. In de brief is melding gemaakt dat bewind is aangevraagd.
2.2.
Het komt erop neer dat [gedaagde] , na verkregen uitstel, niet meer heeft geantwoord. De vordering van Wonen Zuid staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en zal als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
2.3.
Op de mondelinge behandeling is gebleken dat de huurachterstand nog verder is opgelopen omdat ook de huur over de maand april 2024 is gestorneerd. De huurachterstand bedraagt thans 4 maanden, wat een tekortkoming is in de nakoming die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
2.4.
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van Wonen Zuid worden begroot op:
  • dagvaarding € 130,49
  • griffierecht € 365,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 903,49

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan [adres] ,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] , om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] voorts om aan Wonen Zuid tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van € 2.397,32 (bestaande uit de huurachterstand tot en met april 2024 van € 2.173,11 en de buitengerechtelijke kosten van € 224,21), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.704,21 (de huurachterstand ten tijde van de dagvaarding) vanaf 8 december 2023 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wonen Zuid te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 468,90 voor elke ingegane maand met ingang van 1 mei 2024 tot en met de maand waarin [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt [gedaagde] voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van Wonen Zuid gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 903,49,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.