ECLI:NL:RBLIM:2024:1912

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
03.197155.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van vier medeverdachten tot (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen voor het bezit van en de handel in hard- en softdrugs, inclusief beïnvloeding van getuigen

Op 18 april 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994, die samen met drie medeverdachten werd beschuldigd van het bezit en de handel in hard- en softdrugs. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 maart 2024, waarbij de verdachte en zijn advocaat, mr. J.H.M. Verstraten, aanwezig waren. De officier van justitie eiste een bewezenverklaring voor alle ten laste gelegde feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte voor enkele feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere feiten, waaronder het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het beïnvloeden van getuigen. De rechtbank achtte de feiten 1, 2, 4, 5, 7 en 8 wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van de feiten 3 en 6. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank legde geen geldboete op, omdat de omvang van de winst uit de drugshandel niet kon worden ingeschat. De uitspraak benadrukt de schadelijkheid van de handel in verdovende middelen en de noodzaak om de rechtspleging te beschermen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.197155.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1994,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.H.M. Verstraten, advocaat kantoorhoudende te Tegelen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 maart 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens op 4 april 2024 gesloten.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten:
- [medeverdachte 1] met parketnummer 03.189531.21;
- [medeverdachte 2] met parketnummer 03.197153.21;
- [medeverdachte 3] met parketnummer 03.197152.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021, in/vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, samen met (een) ander(en):
feit 1:opzettelijk amfetamine, MDMA, metamfetamine, cocaïne, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd;
feit 2:opzettelijk 5.237,7 gram amfetamine, 157,63 gram MDMA, 4.573,42 gram metamfetamine en 48,18 gram cocaïne, aanwezig heeft gehad;
feit 3:opzettelijk amfetamine, MDMA en cocaïne, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 4:in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk meer dan 30 gram hennep heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd;
feit 5:opzettelijk een grote hoeveelheid hennep, te weten 1.481,7 gram, aanwezig heeft gehad;
feit 6:opzettelijk een hoeveelheid hennep buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 7:van 4 augustus 2021 tot en met 27 september 2021, samen met (een) ander(en), de vrijheid van [naam 1] heeft beïnvloed/laten beïnvloeden om naar waarheid/naar geweten een verklaring ten overstaan van een rechter of een ambtenaar af te leggen;
feit 8:van 8 augustus 2021 tot en met 3 november 2021, samen met (een) ander(en), de vrijheid van [medeverdachte 2] heeft beïnvloed/laten beïnvloeden om naar waarheid/naar geweten een verklaring ten overstaan van een rechter of een ambtenaar af te leggen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bewezenverklaring dient te volgen voor alle ten laste gelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1, 2, 3 en 6 omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte betrokkenheid had bij deze feiten. Voor wat betreft de feiten 4 en 5 heeft de verdachte verklaard dat hij betrokken was bij de handel in softdrugs en dat hij wist van de wiet in de kelder. Verdachte kwam bij medeverdachte [medeverdachte 1] over de vloer om te chillen en heeft al dan niet in opdracht van [medeverdachte 1] telefoontjes gepleegd. Deze hadden betrekking op softdrugs en in mindere mate ook op het slijten van pillen, zoals hij heden ter zitting heeft verklaard. Voor wat betreft de ten laste gelegde periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 dient de verdachte partieel vrijgesproken te worden omdat de verdachte pas vanaf 9 juni 2021 in beeld komt (tapgesprekken). Ten aanzien van de feiten 7 en 8 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak
De rechtbank acht de feiten 3 en 6 niet wettig en overtuigend bewezen omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van hard- en/of softdrugs. De verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht de feiten onder 1, 2, 4, 5, 7 en 8 wel wettig en overtuigend bewezen.
3.3.2
Bewijsmiddelen [1]
Feiten 1, 2, 4 en 5
3.3.2.1 Op 22 juli 2021 werden in de woning en in de bijbehorende kelder van de [adres 1] te Venlo verdovende middelen aangetroffen. In de woning werden om 19.25 uur de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden. [2] Later deze dag om 21.14 uur werd medeverdachte [medeverdachte 3] aangehouden. Bij zijn aanhouding werden bij medeverdachte [medeverdachte 2] twee sleutels aangetroffen, waarvan een sleutel paste op de centrale toegangsdeur van de flat en de andere sleutel op het slot van de voordeur en de kelderbox van de woning aan de [adres 1] . [3] De medeverdachte [medeverdachte 1] verklaarde op 23 juli 2021 dat hij ingeschreven stond op het adres [adres 1] te Venlo en daar inmiddels negen jaar woonde. [4]
3.3.2.2 De volgende verdovende middelen werden aangetroffen:
Woning
Goednummer PL2300-2021047331-1433159Boterhamzakje met pillen, aangetroffen op keukenkast.
Gewicht netto: 24,09 gram.
Resultaat: MDMA. [5]
Goednummer PL2300-2021047331-1433155Gripzakje met pillen, aangetroffen in wandkast in woonkamer.
Gewicht netto: 13,35 gram.
Resultaat: MDMA. [6]
Goednummer PL2300-2021047331-1433085Plastic bakjes (8) met witte substantie, aangetroffen in diepvries keuken.
Gewicht netto: 171,95 gram (bak 1), 705,55 gram (bak 2), 707,08 gram (bak 3), 741,37 gram (bak 4), 677,80 gram (bak 5), 735,39 gram (bak 6), 741,06 gram (bak 7), 742,10 gram
(bak 8).
Resultaat: amfetamine. [7]
Goednummer PL2300-2021047331-1433089Bakjes (6) met korrelachtige substantie, aangetroffen in woonkamer achter deur.
Gewicht netto: 284,93 gram (bak 1), 295,68 gram (bak 2), 285,37 gram (bak 3), 579,09 gram (bak 4), 318,80 gram (bak 5), 211,06 gram (bak 6).
Resultaat: metamfetamine. [8]
Op drie van deze zes bakjes werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen. [9]
Op twee bakjes werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen. [10]
Goednummer PL2300-2021047331-1433081Tas met 3 bakken met kristallen, bakken transparante deksels, aangetroffen in wandkast hal.
Gewicht netto: 997,61 gram (bak 1), 996,00 gram (bak 2), 506,09 gram (bak 3).
Resultaat: metamfetamine. [11]
Op twee bakken werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen. [12]
Goednummer PL2300-2021047331-1433153Gripzakje hennep, aangetroffen op keukenkast.
Gewicht bruto: 5,5 gram.
Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de woning aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is. [13]
Kelder
Goednummer: PL2300-2021047331-1433405Parfumdoosje met sealtjes in kelder aangetroffen.
Gewicht bruto: 11,05 gram (11 sealtjes blanco) en 2,93 gram (3 sealtjes met opdruk).
Resultaat: cocaïne. [14]
Goednummer PL2300-2021047331-1433098Bakje met verschillende soorten pillen in zakjes, bakje met transparante deksel, aangetroffen in tas in kelder.
Gewicht netto: 35,97 gram (groep 1), 6,16 gram (groep 3) en 73,66 gram (groep 4, dit betrof een zakje met daarin ongeveer 184 geel gekleurde tabletten met een afbeelding van Spongebob).
Resultaat: MDMA. [15]
Op drie zakjes werden de vingerafdrukken van de verdachte aangetroffen. [16]
Op het bakje en een zakje met tabletten werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen. [17]
Goednummer PL2300-2021047331-1433426Aluminium verpakking met hierin witte kristallen, aangetroffen in plastic tas in kelder.
Gewicht netto: 98,79 gram.
Resultaat: metamfetamine. [18]
Goednummer PL2300-2021047331-1433094Transparante zak waar hennep in heeft gezeten, aangetroffen in kelder.
Gewicht netto: 640 gram.
Resultaat: zie hieronder. [19]
Op de zak werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen. [20]
Goednummer PL2300-2021047331-1433102Tas met 25 boterhamzakjes (in elk 10 gripzakjes hennep), aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 460 gram.
Resultaat: zie hieronder. [21]
Goednummer PL2300-2021047331-1433105Bakje met hennep, aangetroffen in koffer in kelder.
Gewicht bruto: 76,2 gram.
Resultaat: zie hieronder. [22]
Goednummer PL2300-2021047331-1433109Zak met hennepgruis, aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 300 gram.
Resultaat: zie hieronder. [23]
Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de kelder aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is. [24]
In totaal werden op het adres [adres 1] te Venlo (woning en kelder) de volgende hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen:
- 13,98 gram cocaïne;
- 153,23 gram MDMA;
- 4.573,42 gram metamfetamine;
- 5.222,30 gram amfetamine;
- 1.481,70 gram hennep.
In de woonkamer werden tevens drie jerrycans aangetroffen, waarvan twee jerrycans met een beetje vloeistof. [25] Deze jerrycans werden in beslag genomen en de inhoud van elke jerrycan werd getest. De monsters uit jerrycan 1 en 2 testten positief voor methanol en het monster uit jerrycan 3 bevatte amfetamine (als base). [26]
Op basis van het aantreffen van ruim 5 kilogram amfetamine op het adres [adres 1] en de bevindingen omtrent de drie jerrycans relateerde verbalisant [verbalisant 2] op 14 augustus 2021 als volgt: [27]
Via taplijn 5, gebruiker betreft verdachte [medeverdachte 2] , werden navolgende belangrijke
telefoongesprekken gevoerd:
Op 16 juli 2021, omstreeks 18:02 uur, werd [medeverdachte 2] gebeld door [verdachte] , via de telefoon van [medeverdachte 3] . [verdachte] zei tegen [medeverdachte 2] dat deze achter bij [naam bedrijf] moet zeggen dat hij werkt bij garage [naam 2] en dat hij 37% zuur nodig heeft, omdat zijn baas dat zegt.
Op 18 juli 2021, omstreeks 17:03 uur, werd [medeverdachte 2] gebeld door een onbekende persoon met het mobiele nummer [telefoonnummer 1] . [medeverdachte 2] zei dat hij bij die jongen gekocht heeft, maar dat hij nog moet maken en dat dat tot vanavond/morgen duurt. De onbekende persoon vroeg of hij naar [medeverdachte 2] toe kon komen en [medeverdachte 2] zei dat dat echt niet kan, “je weet toch, zij doen”.
Beschrijving productieproces amfetamine:
De in Nederland meest gebruikte syntheseroute voor de illegale vervaardiging van amfetamine is de Leuckartmethode. Een globale omschrijving van het illegale productieproces van amfetamine uit de meest voorkomende uitgangsstoffen voor BMK, is als volgt:
Om BMK te vervaardigen wordt een mengsel van een uitgangsstof voor BMK en een zuur, zoals zoutzuur, zwavelzuur of citroenzuur, gedurende enige tijd verwarmd. De gevormde olieachtige BMK wordt geïsoleerd door het af te scheiden van de (sterk) zure waterige onderlaag. Na de vervaardiging kan de ruwe BMK eventueel gezuiverd worden met vacuüm- of stoomdestillatie. De verkregen BMK kan vervolgens met de Leuckartmethode worden omgezet in amfetamine. In de eerste stap van de Leuckartmethode wordt een mengsel van BMK, formamide en mierenzuur enige tijd verwarmd. Hierbij wordt het tussenproduct N-formylamfetamine gevormd. Om het tussenproduct te isoleren wordt na afloop van de reactie water toegevoegd. Na afscheiden van de waterige onderlaag wordt de N-formylamfetamine in de tweede stap van de Leuckartmethode omgezet in amfetamine door het te verwarmen in aanwezigheid van geconcentreerd zoutzuur. Na afloop van de reactie wordt het sterk zure reactiemengsel met daarin de amfetamine toegevoegd aan een oplossing van natriumhydroxide in water. De gevormde ruwe (niet-gezuiverde) amfetamineolie wordt afgescheiden van de sterk alkalische waterige onderlaag en gezuiverd met stoomdestillatie.
In de laatste stap wordt de gedestilleerde (gezuiverde) amfetamineolie opgelost in methanol en met zwavelzuur omgezet in amfetaminesulfaat, een vaste stof. Het gevormde eindproduct bestaat uit een mengsel van amfetaminesulfaat, (synthese)verontreinigingen, water, methanol en/of zwavelzuur. Afhankelijk van de hoeveelheid vocht wordt het eindproduct (onversneden) amfetaminepasta of ook wel natte amfetamine(sulfaat) genoemd. Hieraan kunnen eventueel ook nog versnijdingsmiddelen zoals coffeïne worden toegevoegd.
Productie amfetaminepasta:
Naar aanleiding van de aangetroffen bakjes met amfetaminepasta, de jerrycans met chemische stoffen en genoemde tapgesprekken is er door verdachten waarschijnlijk de laatste stap van het productieproces uitgevoerd. Hierbij is de amfetamine-olie via een chemisch proces omgezet naar amfetaminepasta.
3.3.2.3 Verklaringen getuigen
Getuige [getuige 1] verklaarde op 19 april 2021 onder meer als volgt: [28]
[…] Ik woon […] op de [adres 2] . […] Ik woon al 4 jaar in de flat […]. Ik zie […] dingen welke ik niet vertrouw zoals dealen van drugs via het balkon. Het valt mij al jaren op dat er op huisnummer [adres 1] door de bewoner gedeald wordt met drugs. […] [medeverdachte 1] heb ik
persoonlijk gesproken waarbij hij vertelde dat hij in speed en in softdrugs zat. […]
Getuige [getuige 2] verklaarde op 13 september 2021 onder meer als volgt: [29]
[…] Ik ben […] vaak over de vloer geweest bij [medeverdachte 1] . […] Ik ben daar in korte tijd vanaf mei 2021 veel geweest. […] [medeverdachte 3] ” [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]] kwam daar. […] [verdachte] [
de rechtbank begrijpt: [verdachte]] […] kwam daar met [medeverdachte 3] ”. […] Die [verdachte] bepaalde zaken en kwam binnen wanneer hij wilde. […] De naam [medeverdachte 2] [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]] zegt me wel wat. […] Hij kwam vaker samen met [verdachte] mee. […] Ik heb wel harddrugs gezien. Dat was speed en dat lag “uitgesmeerd” op een bord in de keuken van [medeverdachte 1] . […] Ik weet dat er in de kelder van [medeverdachte 1] ’s woning ook weed lag. […] Er werden door [medeverdachte 1] wel eens weedtoppen afgewogen en in zakjes gedaan. Dat gaf hij dan aan mensen. [medeverdachte 1] had dus wel weedzakjes liggen. In de mei vakantie ben ik daar elke dag geweest. […] Ik weet dat ze daar speed maakten. […] [medeverdachte 1] belde mij een keer op en zei dat hij moest wachten om te slapen omdat “ze” speed aan het maken waren. […] Als [verdachte] kwam, leek het alsof het huis niet meer van [medeverdachte 1] was.
[naam 3] verklaarde op 22 juli 2021 onder meer als volgt: [30]
[…]
V: We willen even terugkomen op jouw eerdere verklaring. Vanochtend heb je verklaard dat je voor 50 euro, 20 gram amfetamine hebt gekocht. Klopt dat?
A: Ja dat klopt.
[…]
V: Door de politie is gezien dat jij bij een flatcomplex aan de [straatnaam 1] naar
binnen bent gegaan. […] V: Hoe wist je waar je moest zijn daar?
A: […] je kan daar altijd komen en gaan. Er is altijd wel iemand. […]
[…] Ik heb geprobeerd de drugs te verstoppen in de struiken/weg te gooien. […] Het verloop van mensen is daar groot. […] Ik krijg daar alleen maar mijn spul. […]
De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie op 2 augustus 2021 en 15 september
2021 onder meer als volgt verklaard: [31]
Een van de drie heeft een sleutel. Daarmee bedoel ik de 3 anderen, die vast zitten.
V: Wie zijn dat dan?
A: [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
V: Omdat jij drugs voor hen bewaart?
A: Mijn woning werd gebruikt als stashplaats. Zo zou je het kunnen zeggen.
V: Hoeveel geld kreeg jij dan?
A: Ik kreeg ongeveer 100 euro per maand voor de sleutel. […]
V: Hoe lang werd jouw woning als stashplaats gebruikt?
A: Ongeveer drie maanden denk ik.
[…]
Jij zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij toch gewoon effe naar binnen kan gaan. Hoe bedoel je dat?
A: Dat hij die huissleutel heeft. Die sleutel is bij een van die drie en hij kan die gewoon pakken. De huisdeursleutel past ook op mijn kelderdeur. Verder is ook nog een aparte sleutel voor de centrale toegang. Zij hebben beide sleutels.
[…]
V: Zij hebben ook wel eens het een en nader klaargemaakt in jouw woning. Op foto’s zijn allerlei materialen in jouw woning te zien zoals jerrycans om vermoedelijk synthetische drugs te maken.
[…]
V: Had jij er wel weet van dat dit gemaakt werd?
A: Ja.
V: Verder hebben we nog een filmpje dat we je willen laten zien [
pagina 716, video 499]. Hierop is te zien dat er drugs gemaakt wordt.
V: Reageer hier eens op?
A: Ja, daar heb je het toch. [medeverdachte 3] en [verdachte] Zelf. [verdachte] was aan het kloppen. Ik denk dat [medeverdachte 3] die
filmpjes heeft gemaakt.
V: Waar vind dit plaats?
A: Bij mij thuis. […]
3.3.2.4 Relaas verbalisanten relevante tapgesprekken
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 23 juli 2021 ten aanzien van de tapgesprekken
onder meer als volgt: [32]
Op 29 juni 2021, omstreeks 20.27 uur werd door [verdachte] gebeld met [medeverdachte 2] . In het gesprek geeft [verdachte] , [medeverdachte 2] opdracht om dingen te pakken en naar [medeverdachte 1] te brengen. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] op moet passen voor een controle en zegt dat [medeverdachte 2] 3 bagga’s max bij zich moet doen en die bij de kamer moet leggen. [verdachte] zegt tegen [medeverdachte 2] , dat [medeverdachte 2] eerst die kamersleutel moet komen pakken.
Op 29 juni 2021, omstreeks 23:11 uur, werd [medeverdachte 2] opnieuw gebeld door [verdachte] . [verdachte] vraagt in dat gesprek of [medeverdachte 2] nog even [naam 4] kan doen, maar alleen als die geld heeft. [verdachte] zegt tegen [medeverdachte 2] dat [medeverdachte 2] nog twee bagga’s bij zich heeft.
Op 6 juli 2021, omstreeks 19:21 uur, belde [medeverdachte 2] met het telefoonnummer van [medeverdachte 3] . De persoon aan de telefoon van [medeverdachte 3] blijkt [verdachte]
(stemherkenning door verbalisant) zegt tegen [medeverdachte 2] dat hij naar onder moet gaan en daar een zak met 70 gram gruis moet pakken. [medeverdachte 2] vroeg wat ‘hij’ daarvoor moet geven en [verdachte] zegt 120 euro.
Op 11 juli 2021, omstreeks 17:21 uur, belde [verdachte] met [medeverdachte 2] . [verdachte] zegt in dat gesprek dat [medeverdachte 2] , 200 paarse snoepjes moet pakken van de resterende 300 en dat [medeverdachte 2] die naar die ene [straatnaam 2] moet brengen, naar die [naam 5] ’. [verdachte] zegt dat hij ze onder in een tas heeft gelegd, aan de rechterkant van de kelder. Snoepjes is straattaal voor MDMA tabletten.
Op 13 juli 2021, omstreeks 20:38 uur, belt iemand met het mobiele nummer [telefoonnummer 2] naar [verdachte] . Ze spreken over de snelle die verkeerd in de vriezer gezet is (verbalisant: amfetamine/speed, wordt vaak in een vriezer of koelkast bewaard). Ook spreken ze over of de snoepjes er nog wel zijn als de beller deze nodig heeft. [verdachte] zegt dat hij die meteen brengt, als die nodig zijn.
Op 15 juli 2021, omstreeks 21:03 uur, werd [verdachte] wederom gebeld door iemand met het mobiele nummer [telefoonnummer 2] . Deze persoon vroeg aan [verdachte] of deze diezelfde kan brengen als laatst, die dinges, Porsche. [verdachte] zegt dat hij alleen gele Spongebob pillen en snelle heeft. Er is echter geen pakketjes Spongebob meer, maar alleen een paar honderd pillen. Verbalisant: MDMA/Ecstasy pillen, hebben veel verschillende vormen en stempels, zoals een Porsche- of Spongebob stempel/afbeelding.
Op 15 juli 2021, omstreeks 22.52 uur, werd [medeverdachte 2] gebeld door [verdachte] , via de telefoon van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 2] zegt dat die packjes op zijn, dat hij er 22 heeft kunnen maken. [verdachte] vraagt hoeveel Sani (verbalisant: cocaïne) er nog is en dat er packjes zijn in een andere zak.
[medeverdachte 2] vindt vervolgens lege packjes.
Op 16 juli 2021, omstreeks 15:04, werd [verdachte] wederom gebeld door bovenstaande persoon [
mobiele nummer [telefoonnummer 2]], die 3 pakketjes/snoep wil. [verdachte] zegt dat hij alleen nog ‘snel’ heeft.
Op 18 juli 2021, omstreeks 22:54, belt [medeverdachte 3] naar [verdachte] . Hij zegt dat [medeverdachte 2] naar boven moet gaan en die sleutel en weger van [medeverdachte 1] moet pakken en naar onder moet gaan en dat die bagga’s al boven liggen. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] vast moet beginnen met [medeverdachte 3] en dat ze er niet teveel blad af moeten halen.
Op 21 juli 2021, omstreeks 16.22 uur, belde [verdachte] naar [medeverdachte 2] . Hij zei tegen [medeverdachte 2] dat deze 100 granny snelle uit de diepvriezer bij [medeverdachte 1] boven moest pakken, omdat er 20 minuten later een man zou komen die voor 90 euro die 100 granny zou pakken.
Op 22 juli 2021, omstreeks 20.41 uur, kort na de aanhoudingen van [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , in het pand aan de [adres 1] in Blerick, belde [medeverdachte 3] uit met een onbekende persoon die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4] . [medeverdachte 3] zei dat er een inval geweest was bij de plek van hem en [verdachte] in Blerick.
Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 23 juli 2021 - zakelijk weergegeven - onder meer
als volgt ten aanzien van het uitluisteren van de tapgesprekken: [33]
Op 15 juli 2021 om 18.59 uur werd [medeverdachte 3] gebeld door een onbekende man. Door deze man werd gevraagd naar de prijs van twee kilo amfetamine. Hierop werd aangegeven dat een kilo 650 euro kost, dus 1.300 euro totaal. De onbekende man zou hier nog op terug komen.
Om 19.03 uur werd [medeverdachte 3] wederom gebeld door deze onbekende man. Er wordt een prijs van 1.250 euro afgesproken.
Om 20.43 uur belde [medeverdachte 3] naar de onbekende man. Er werd gesproken over hoe lang het nog duurt. Er wordt aangegeven dat hij over 10 minuten bij het centraal station is.
Omstreeks 21.15 uur belde [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] nam dit gesprek niet aan.
Kort hierna werd er met de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] een SMS-bericht gestuurd naar [medeverdachte 1] , met de tekst: “met [verdachte] ”.
Om 21.16 uur belde [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] .
Kort na dit SMS-bericht werd er wederom door [medeverdachte 3] naar [medeverdachte 1] gebeld. Ditmaal werd er wel opgenomen. De stem aan de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] werd herkend als zijnde die van [verdachte] . Door de gebruiker van het nummer van [medeverdachte 3] werd gevraagd aan [medeverdachte 1] of ze even langs kunnen komen. [medeverdachte 1] vraagt daarop of ze weer dingen moeten regelen. Vervolgens wordt gevraagd of [medeverdachte 1] de deur open kan doen, want de sleutel is niet in de buurt. Er wordt vervolgens een afspraak gemaakt.
Tussen 21.28 uur en 21.41 uur werd [medeverdachte 3] een aantal keer gebeld door de onbekende man. De onbekende man moet even wachten. Op een gegeven moment wordt door de onbekende man gevraagd bij welk nummer hij moet zijn, en hij vraagt dan zelf “ [adres 1] ?”. Er wordt vervolgens door [medeverdachte 3] gezegd dat hij moet wachten bij de deur (vermoedelijk de centrale toegangsdeur bij de flat).
Na 21.45 uur zijn er geen gesprekken meer geweest tussen de beide personen.
Vanaf 21.15 uur zijn de camerabeelden bekeken van de camera die staat gericht op de [adres 1] . Op die beelden werd het volgende waargenomen:
- om 21.22 uur zag ik een voor mij onbekend persoon uit de woning [adres 1] komen lopen;
- om 21.28 uur zag ik [medeverdachte 3] en [verdachte] aan komen bij de woning. Er wordt aangebeld bij het pand en de deur wordt voor hen open gemaakt. Ze lopen beiden het pand in. [verdachte] droeg een donkerkleurige jas, en [medeverdachte 3] droeg een lichtkleurige hoodie met een schoudertasje. Vervolgens wordt het licht in de keuken aangemaakt en zijn er schimmen te zien in de keuken;
- om 21.31 uur kom [medeverdachte 2] aan bij het pand. Hij belt aan en wordt binnen gelaten. [medeverdachte 2] draagt een grijskleurige hoodie;
- op de camerabeelden zijn vanaf dat moment constant bewegende schimmen gezien in de keuken;
- om 21.43 uur komt [medeverdachte 3] naar buiten en loopt richting de centrale toegangsdeur, (rondom dit tijdstip is tevens het laatste gesprek geweest met de mogelijke klant van de amfetamine). Er is niet te zien of [medeverdachte 3] iets in zijn handen heeft in verband met begroeide bosssages in het beeld. Enkel het bovenlichaam is te zien op deze beelden.
- om 21.45 uur komt [medeverdachte 3] terug bij het pand en gaat weer naar binnen;
- om 21.49 uur verlaat [medeverdachte 2] het pand;
- om 21.52 uur komt [medeverdachte 2] terug bij het pand;
- om 21.58 uur verlaat [medeverdachte 2] het pand weer;
- om 22.20 uur komt [medeverdachte 2] terug bij het pand;
- om 22.27 uur verlaten [medeverdachte 3] en [verdachte] het pand.
Vanaf 22.30 uur zijn de beelden niet meer terug gekeken.
Samenvattend:
Er heeft zich een persoon gemeld die 2 kilogram amfetamine wil kopen van [medeverdachte 3] . Er wordt een afspraak gemaakt. Vervolgens wordt er gevraagd aan [medeverdachte 1] of ze even langs kunnen komen. Op de moment dat de afspraak plaatsvindt zijn [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] allemaal in/bij het pand [adres 1] in Venlo.
Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 21 juli 2021 onder meer als volgt: [34]
Op 21 juli 2021, omstreeks 17.00 uur, […] had ik vanaf mijn positie zicht op het balkon van de woning welke gelegen is aan de [straatnaam 1] . […] Omstreeks 17.00 uur kreeg ik via een collega op de tapkamer te horen dat er een mogelijke overdracht van verdovende middelen ging plaatsvinden. Omstreeks 17.00 uur zag ik […] vervolgens een Fiat Punto, voorzien van het kenteken [kenteken] aan komen rijden op de [straatnaam 1] . Dit kenteken staat op naam van […] [medeverdachte 2] . Ik […] zag vervolgens dat [medeverdachte 2] uit het voertuig stapte en naar de centrale toegangsdeur van de flat liep. [medeverdachte 2] verdween hier uit mijn zicht. Via collega's op de tapkamer en via cameratoezicht kreeg ik vervolgens te horen dat [medeverdachte 2] voor het pand [adres 1] stond, echter deed hier niemand open. [medeverdachte 2] is vervolgens terug gelopen naar de centrale toegangsdeur. Vervolgens is [medeverdachte 1] , de bewoner van het adres [adres 1] […], met een scooter aan komen rijden. Kort hierna zag ik een man voor het balkon van het pand [adres 1] Venlo aan komen lopen uit de richting van de [straatnaam 3] . Deze man droeg een zwartkleurige tanktop en een witkleurige broek. Vervolgens werd er door een collega op de tapkamer aangegeven dat alle 3 deze personen samen het pand [adres 1] in liepen. Na enkele minuten hoorde ik dat de man met de tanktop/witte broek weer uit het pand kwam lopen. Ik zag deze persoon vervolgens weer over de [straatnaam 1] lopen, onderlangs het balkon van het adres [adres 1] , en liep in de richting van de [straatnaam 3] . Door een andere collega werd vervolgens portofonisch doorgegeven dat de betreffende man in een op de [straatnaam 3] geparkeerde bestelbus stapte aan de bijrijderszijde. Dit voertuig reed vervolgens weg via de [straatnaam 1] in de richting van de [straatnaam 4] . Ik zag vervolgens de betreffende bestelbus in mijn zicht komen. Ik zag de man met de tanktop en witte broek op de bijrijdersplaats van het voertuig zitten. Ik zag vanuit mijn positie (4e etage) dat de bijrijder, op het moment dat hij langs mijn positie reed, met een van zijn handen iets uit zijn broek haalde, ter hoogte van zijn kruis. Ik zag dat hij op dat moment zijn broek wat naar voren haalde en hier een doorzichtige zak, met doorzichtige zijkanten, met hierin een witkleurige substantie eruit haalde en deze op zijn schoot legde. Naar schatting, vanaf mijn positie zichtbaar, had deze zak de afmetingen 30x15 cm. Gezien de plaats waar deze man, naderhand bleek dit verdachte [naam 3] te zijn, dit verstopt had, de wijze van verpakken en inhoud, had ik […] het vermoeden dat dit verdovende middelen betroffen. Ik heb dit vervolgens portofonisch doorgegeven aan de overige collega's op straat welke vervolgens
2 aanhoudingen hebben verricht.
Verbalisanten [verbalisant 4] , [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] , [verbalisant 8] , [verbalisant 9] , [verbalisant 10] ,
[verbalisant 11] , [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 12] relateerden op 23 juli 2021 onder meer als volgt: [35]
[…] Op […] 21 juli 2021 waren wij doende met onderzoek. […] Ik zag dat de man met tanktop aan de bijrijderszijde uit de bestelbus stapte. […] Ik zag dat de man met tanktop in mijn richting keek. Ik zag dat de man met tanktop zich direct omdraaide en weg sprintte […] Wij […] renden achter de verdachte aan. Wij zagen dat de verdachte tijdens het rennen meerdere malen in onze richting keek. Wij […] zagen dat de verdachte tijdens het rennen zwaaiende bewegingen maakte met zijn rechterhand boven zijn lichaam. Wij zagen dat de verdachte in zijn rechterhand een plastic zakje vasthield met daarin een wit kleurige substantie. Door deze zwaaiende beweging zagen wij dat vanuit dit plasticzakje wit kleurige substantie viel en in de lucht rond vloog. Wij zagen dat deze witkleurige substantie op de grond […] terechtkwam. […] Wij […] hebben de verdachte om 17.15 uur aangehouden […]. De verdachte bleek later zijn genaamd:
Achternaam : [naam 3]
Voornamen : [voornamen]
Geboren : [geboortedatum 2] 1989 te [geboorteplaats 2] .
De zak werd inbeslaggenomen en de inhoud werd onderzocht:
Goednummer PL2300-2021113593-1432539Plastic zak met sporen van amfetamine.
Gewicht netto: 5,62 gram.
Resultaat: amfetamine. [36]
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 15 oktober 2021 onder meer als volgt: [37]
Op 22 juli, tussen 17:36:05 uur en 18:36:47 uur, zijnde omstreeks het moment van de aanhoudingen van [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] , in de woning van [medeverdachte 1] , stuurde [naam 1] 53 berichten via WhatsApp. Omstreeks 17:46:56 uur, schreef [naam 1] naar [verdachte] , “Alles is weg van jou”.
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 17 oktober 2021 onder meer als volgt: [38]
In de telefoon van de medeverdachte [medeverdachte 1] staan meerdere WhastsApp gesprekken met iemand met de naam ‘ [naam 6] ’. Op 20 juli 2021 vond het volgende gesprek plaats:
[naam 6] : Heeee [medeverdachte 1] , heb je nog iets?
Verdachte: He Kerel. Ja heb nog red bull.
[naam 6] : Beter dan de spongebobs? Dat was echt niks.
Verdachte: Ja denk wel deze beter zijn. Ik vond zelf spongebobs nie verkeerd. Ma ieder zijn mening. Kosten 40 kerel.
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 11 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij
medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer als volgt: [39]
Er staan diverse usernames in de telefoon, waarbij de naam ‘ [naam 7] ’ herhaaldelijk terug komt.
In de telefoon werd een animatie aangetroffen (video 643, accessed en modified op 22-5-2021 om 10:53:30) van wat kennelijk een soort reclamefilmpje is voor ‘ [naam 8] ’, met daarbij het telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] . Onderaan staat [naam 7] en draaien de wijzers van een klok rond.
Er werd een afbeelding aangetroffen van het symbool dat door verdachte [medeverdachte 2] , gebruikt werd als WhatsApp profielfoto. Daarnaast staat de tekst “ [naam 7] ”.
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 15 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij
de verdachte onder meer als volgt: [40]
[verdachte] verstuurde op 14 mei 2021, divere snapchats met het telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] , met daarbij de tekst dat dit het nieuwe nummer is voor haze. Haze is straattaal voor een soort cannabis.
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 18 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij
medeverdachte [medeverdachte 3] onder meer als volgt: [41]
Video 499: personen die kennelijk in de woning van [medeverdachte 1] , roeren in een blauwe
emmer met een witte vloeistof, verdachte [medeverdachte 3] komt herkenbaar in beeld.
3.3.2.5 Verklaring verdachte
De verdachte heeft ter terechtzitting -onder meer- als volgt verklaard:
Ik word ook wel ‘ [verdachte] ’ genoemd.
Ik kwam vaak in de woning van [medeverdachte 1] .
Ik heb wel eens wietzakjes gevuld. Ik leverde samen met medeverdachte [medeverdachte 2] voor tientjes aan wiet. We hadden samen een bedrag van 2.500 euro verdiend. Dat geld beheerde ik.
De hennep die in de kelder is gevonden, is van mij.
Ik wist dat er gele Spongebob pillen in de kelder lagen.
3.3.2.6 Conclusie
De rechtbank overweegt dat de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte de medeverdachten uit de bewijsmiddelen blijkt. Gelet op het feit dat uit het dossier blijkt dat handel in en het gebruiken van de softdrugs geregeld en stelselmatig plaatsvond gedurende een aantal maanden en dat door de verdachten actief reclame werd gemaakt (‘ [naam 7] ’) voor de handel, kan geconcludeerd worden dat de woning van de verdachte fungeerde als een soort van coffeeshop. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de handel in softdrugs in de uitoefening van een beroep of bedrijf plaatsvond.
Feiten 7 en 8
Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 21 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij
[naam 1] onder meer als volgt: [42]
Op 12 augustus 2021 stuurde [naam 1] een afbeelding door van een brief waarin geschreven staat:
"Beste Heer/Dame,
Hierbij verklaar ik [naam 1] Dat wat er is gevonden in mijn broers woning niet van [medeverdachte 1] of [verdachte] is. Dit is van [medeverdachte 3] en wat er onder gevonden is, is van [medeverdachte 2] . [verdachte] en mijn broer hebben er niets mee te maken. Ik kwam vaker langs om te chillen samen met [verdachte] en [medeverdachte 1] . Zoals ik al zij hebben hun er niks mee te maken die spullen wat gevonden is zijn van [medeverdachte 3] en onder van [medeverdachte 2] want hij heeft daar volgens mij ook de sleutel van.”
De brief is ondertekend met de naam [naam 1] .
In de periode van 26 juli 2021 tot en met 26 augustus 2021 werden de door de
verdachte gevoerde teliogesprekken vanuit de [naam PI 1] afgeluisterd. Verbalisant [verbalisant 13] relateerde op 25 september 2021 daarover onder meer als volgt: [43]
Op 4 augustus 2021, om 21:17:19 uur, werd door [verdachte] gebeld naar […] [naam 9] .
[verdachte] : Euh.., laten we dan kijken wat ze gaan zeggen. Snap je? Ik kan het nummer je ook morgen geven, als ik niet naar buiten kom. Maar dat broertje van die heiden (Nederlander?).
[naam 9] : Ja.
[verdachte] : Noem geen naam. Het broertje van doe heiden, met wie je het laatst sprak.
[naam 9] : Ja
[verdachte] : Je moet 100% aan hem zeggen van "op papier...Euh je moet hem 100% zeggen van, dat ze op papier moeten schrijven dat ik er helemaal niks te mee te maken heb. Als zij dat niet schrijven, willen de ooms (de politie) mij naaien. Snap je?
[naam 9] : Is goed.
[…]
Samengevat:
Uit dit gesprek blijkt dat [verdachte] aan zijn broer de instructie geeft dat die “die heiden” ( [naam 1] de broer van [medeverdachte 1] ) op papier moet schrijven dat [verdachte] er niks mee te maken heeft.
Op 7 augustus 2021, om 14:32:35, werd door [verdachte] gebeld naar […] [naam 9] . [verdachte] : Wat zei hij, wat vertelde hij? Gaat hij schrijven?
[naam 9] : Dinges...(ntv) gaat schrijven.
[verdachte] : Kijk hoe hij schrijft dit dat hè.
[naam 9] : Ik zei "als je niet kan schrijven dan schrijf ik wel en jij zet je je/zijn (fon) handtekening". Dan stuur ik wel naar de advocaten. Snap je?
[verdachte] : Is goed, want het gaat erom als zij/hij (fon) gewoon zegt euh dat die materialen niet van mij is en van hun is dan euh is het goed. Je weet toch, is in mijn voordeel.
[naam 9] : Ja dat zei ik ook. "Als je dat doe is het beter voor [verdachte] en voor je broer.
[verdachte] : Oké..., zeg dat hij ook tegen zijn broer zegt het die van boven is, die met de krullen. Ouwe. Daarvoor/Door hem zitten we vast.
[verdachte] : Ja als jij dus [medeverdachte 3] (fon) die brief..., [medeverdachte 3] hoorde ook daarbij..., uh bij die zaak zeg maar.., zeiden die politie's. (gesprek versneld ineens). In ieder geval als je [medeverdachte 3] zeg maar zegt dat van euh dat hij gewoon zegt van wie wat was. Je weet toch. Ja dan kom ik er van af. Snap je.
[naam 9] : Ja ik zei tegen hem wat jij zei.
[verdachte] : Ja je weet toch..., want ik wil niemand..., weet je wat het is, weet je wat het is, ik wil niemand verraden. Snap je. Maar hun moeten gewoon zelf toegeven, dan kom ik er van af. Kijk..., ik ben daar in principe gekomen om een tientje wiet te halen, maar als ik dat nou zeg dan verraad ik hun. Snap je. En dat moeten ze maar zelf doen.
[naam 9] : Ja ja. Nee ik zei dat tegen hem. Hij gaat..., op het papier gaat hij dinges schrijven, die dinges boven.. . (kan zin niet afmaken).
[verdachte] : Yes yes yes yes, oké oké oké oké.
[naam 9] : Die beneden...(kan zin niet af maken).
[…]
Samengevat:
Uit dit gesprek blijkt dat [verdachte] en zijn broer bespreken dat die brief geschreven moet worden, zodat duidelijk wordt dat [verdachte] niets te maken heeft met de aangetroffen verdovende middelen. [naam 9] moet ook tegen [naam 1] zeggen dat wat boven is aangetroffen van die krullen is. [naam 1] moet dit dan weer tegen [medeverdachte 1] zeggen. Tijdens voornoemd gesprek wordt door beiden gesproken in versluierd taalgebruik. In het gesprek wordt gesproken over “boven”. Kennelijk wordt hiermee bedoelt de woning aan de [adres 1] , in de flat. In het gesprek wordt ook gesproken over krullen. Kennelijk wordt [medeverdachte 3] hiermee bedoelt.
Op 7 augustus 2021, om 15:40:26 uur, werd door [verdachte] gebeld naar […] [naam 9] .
[verdachte] zegt: en zeg tegen [naam 1] gewoon, dat hij, je weet toch, dat zijn broer duidelijk gewoon zegt van wie die dinge is, die materiaal boven en onder, je weet toch
[naam 9] zegt: hij heeft van onder heeft ie al gezegd zeg maar, dat die van dinge is
[verdachte] : van ja ok, en die bovenste dat die gewoon, dat die van [medeverdachte 3] is, dan kom ik er vanaf snap je, want hun willen dat allemaal op mij blamen en die politie zegt dat ik een bedrijf ben dit dat, je weet toch. Terwijl ja, ik heb alleen maar een jointje daar gerookt. En zo moet dat bevestigd worden.
[naam 9] : Ja daarom. En dinges, hij zou dat ook in die verklaring zetten. Dat hij ntv
[verdachte] : Is goed. En dat het broertje het tegen zijn broer zegt. Je weet toch.
[naam 9] : Ja hij gaat het zijn broer zeggen, maar of zijn broer (ntv), dat weten we niet. Snap je? Maar ik ga maandag ook proberen om die advocaat ntv
[verdachte] : maar als hij zelf, hij komt daar zelf ook, dus als hij zelf dat ook aangeeft, dat helpt veel, je weet toch
[naam 9] : ja daarom omdat hij zelf daar ook gezien is, zeg maar vaker, dus als hij die verklaring geeft is dat makkelijker, het is voor jullie beide, snap je
[verdachte] : er is iemand.... wat zei je?
[naam 9] : het is ook, het is voor jullie beide, snap je, dus ntv
[verdachte] : ja kijk, weet je wat het is, ik heb er niet veel mee te maken snap je, dat moet hij gewoon duidelijk aangeven
[naam 9] : nee daarom, hij gaat die dinges en als hij er niet uitkomt dan drukt hij schrijven of typen, dan doet hij handtekening en stuurt hij naar de advocaat
[verdachte] ; ja is goed, Waar ben je?
[…]
Samenvatting:
[verdachte] wilt dat zijn broer [naam 9] tegen [naam 1] ( [naam 1] ) zegt dat [naam 1] tegen zijn broer [medeverdachte 1] moet zeggen dat [medeverdachte 1] moet verklaren van wie de drugs boven en beneden is.
Met boven wordt bedoelt de flat aan de [adres 1] en onder is de kelder van de
[adres 1] . [naam 9] zegt dat als [naam 1] er niet uitkomt dat hij dan een brief schrijft of typt en er dan zijn handtekening eronder zet en die wordt dan doorgestuurd naar de advocaat.
Op 8 augustus 2021, om 10:19:45 uur, werd door [verdachte] gebeld naar […] [naam 9] . […]
[naam 9] zegt dat hij morgen de brief gaat schrijven.
[verdachte] : yes, ja, kijk in principe, als die broertje gewoon toegeven dat de bovenste materialen van die [medeverdachte 3] zijn en die onderste van [medeverdachte 2]
[verdachte] : En ik heb er niks meer mee te maken, ik kwam alleen altijd mijn jointje roken met hem gezellig. Dan is het goed. Je weet toch. Soms een ballonnetje. Dan is het goed, snap je
[naam 9] : Ja dat ga erin zetten, hij gaat die tekenen
[verdachte] : Is goed, bel de advocaat, vandaag of morgen, en vraagt waar je de brief naar moet sturen en wat je moet doen. De advocaat weet alles wel beter.
[naam 9] : Ik zal hem morgen bellen.
Samenvatting: [naam 9] gaat morgen de brief schrijven. [verdachte] geeft aan wat [naam 9] in de brief moet schrijven, namelijk dat de materialen boven (drugs in de woning van de [adres 1] ) van [medeverdachte 3] zijn en de materialen beneden (drugs in de kelder van de [straatnaam 1] ) van [medeverdachte 2] . [naam 9] zegt dat hij dat erin zet.
Op 9 augustus 2021, om 14:04:36 uur, werd door [verdachte] gebeld naar […] [naam 9] .
Ze bespreken nogmaals dat als die KARDES (broertje), die brief schrijft, dat hij die dan naar OOM (politie?) moet brengen, als hij die heeft geschreven met zijn handtekening en naam erop.
[naam 9] zegt dat hij die brief vandaag gaat schijven en "hij" het gaat ondertekenen.
[verdachte] zegt dat als 'hij' tegen zijn broer ook aangeeft, want hij spreekt sowieso zijn kinderen of hun, als hij ook aangeeft dat hij zegt van wie die waren van die dat van boven en van beneden waren, dan komt het goed.
[naam 9] : Ja ik heb hem sowieso gezegd dat hij zo moet zeggen.
[verdachte] : Hij moet zeggen dat ik er niks mee te maken heb.
Samenvatting
:ze bespreken nogmaals de brief. [naam 9] gaat die vandaag schrijven en “hij” ( [naam 1] ) gaat hem dan ondertekenen. [verdachte] geeft wederom aan dat het goed komt als ze zeggen van wie het boven en beneden was. Dus dat [medeverdachte 1] moet gaan verklaren dat de drugs boven van [medeverdachte 3] is en de drugs beneden in de kelder van [medeverdachte 2] is.
In de periode van 27 augustus 2021 tot en met 2 september 2021 werden de door de
verdachte gevoerde teliogesprekken vanuit de [naam PI 1] afgeluisterd. Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 11 november 2021 onder meer als volgt: [44]
Op 28 augustus 2021, om 10.21 uur, belde [verdachte] met vermoedelijk [naam 10] :
In deze sessie […] zei [verdachte] tegen de gebelde, dat deze tegen iemand moet zeggen, dat die aan [medeverdachte 2] doorgeeft dat alles van die Nederlander is, dat hij dat vertelt, dat dat belangrijk is. En dat [medeverdachte 2] moet zeggen: “dat wij gewoon voor die heiden werkten”.
Op 28 augustus 2021 om 11.05 uur belde [verdachte] met vermoedelijk [naam 11] en zei [verdachte] tegen hem dat de gebelde niet moest vergeten om tegen een persoon wiens naam hij niet wil noemen, maar waarmee hij vermoedelijk [medeverdachte 2] bedoelde, te zeggen dat [verdachte] alles verteld heeft. [verdachte] en de gebelde zeiden:
“ [verdachte] : Oké. De eerste keer dat hij belt..., niet vergeten, schrijf het ergens op het is immers erg belangrijk, eerste keer dat hij belt moet je hem zeggen dat ik gewoon heb verteld hoe alles is gegaan. Goed luisteren. Je moet dit zeggen: ik belde voor de heidense jongen en hij
deed klusje voor de heidense jongen. Je weet toch. Zeg maar: ik deed toch altijd bellen voor
[medeverdachte 1] (fon). Weetje nog?
NNM: Ja
[verdachte] : Ik deed altijd bellen voor [medeverdachte 1] .
NNM: Ja
[verdachte] : Ewa hij moet ook gewoon zeggen van "ja en ik werd doorgestuurd". Je weet toch. Ook voor [medeverdachte 1] , zeg maar.
NNM: Is goed.
[verdachte] : Je weet toch. Hij moet gewoon de waarheid zeggen dan komt goed. Vertel dit zo aan hem. Niet vergeten. Oké?’’
Op 29 augustus 2021 om 14.42 uur belde [verdachte] met vermoedelijk [naam 11] . In dit gesprek zei [verdachte] tegen [naam 11] , dat deze niet moet vergeten tegen zeer waarschijnlijk [medeverdachte 2] te zeggen, dat deze moet zeggen dat ze aangestuurd werden door zeer waarschijnlijk [medeverdachte 1] . Zij bespraken aan het einde van het gesprek, dat [naam 11] niet moet vergeten tegen ‘die jongen’ te zeggen dat ‘ze’ voor dinges werkten. [naam 11] zei dat hij dat gisteren gezegd heeft, maar dat ‘die jongen’ gezegd heeft dat hij sinds 1 a 2 maanden het één en ander doet. [verdachte] zei tegen [naam 11] : “Geen probleem. Druk die jongen op het hart en zeg van wat er ook gebeurd, hij deed voor dinges.” Waarop [naam 11] zei: “Ja ja, ik weet. Die Nederlander”.
[naam 11] werd inderdaad op 28 augustus 2021, om 13:37u, gebeld door verdachte [medeverdachte 2] en in dat gesprek gaf hij bovenstaande door aan [medeverdachte 2] , namens niffo (kennelijk [verdachte] ).
In de periode van 26 juli 2021 tot 24 september 2021 werden de door de
medeverdachte [medeverdachte 2] gevoerde teliogesprekken vanuit de [naam PI 2] afgeluisterd. Verbalisant [verbalisant 3] relateerde op 2 november 2021 onder meer als volgt: [45]
Uit onderstaande gesprek sessies is gebleken dat verdachte [medeverdachte 2] meermaals
gebeld heeft met personen die namens zeer waarschijnlijk verdachte [verdachte] , aangaven
wat [medeverdachte 2] kon verklaren tijdens zijn verhoren. In 1 van de sessies nam verdachte
[verdachte] ook zelf de telefoon aan en gaf deze vervolgens aan een NNM, om deze daarna
te souffleren.
Op 21 augustus 2021 om 13.52 uur belt [medeverdachte 2] met een onbekende persoon (NNM7187) die zegt dat er een vriend van hem bij [medeverdachte 2] is, die hij ‘Chinees´ noemt. NNM zegt dat hij ‘niffo’ gesproken heeft en dat hij [medeverdachte 2] iets gaat zeggen zodat [medeverdachte 2] weet wat hij moet doen. [medeverdachte 2] zegt aansluitend dat hij met ‘neef ‘daar’ naartoe gegaan is, dat ze een kaboem hoorden en ‘ze’ via beide kanten binnen kwamen. Kennelijk is deze neef of niffo, verdachte [verdachte] , waarmee [medeverdachte 2] naar de [straatnaam 1] gegaan is, waar vervolgens de politie binnengevallen is, via voordeur en balkondeur. NNM zei tegen [medeverdachte 2] , dat hij ‘alles op [medeverdachte 1] moet gooien’. [medeverdachte 2] vroeg “Ook met Tata en Morro?” waarop NNM zei dat hij dat moet doen en dat zijn vriend dat ook tegen [medeverdachte 2] gaat zeggen.
Op 28 augustus 2021 om 13.37 uur belt [medeverdachte 2] wederom met de onbekende persoon NNM7187, die hem namens iemand anders, die zij ‘niffo’ noemen, instructies gaf over wat [medeverdachte 2] moet verklaren. NNM zei ‘niffo’ gesproken te hebben en door te moeten geven over de zaak dat alles moet op gauer, tata, die met dat staartje, van die osso. NNM zei dat ‘niffo’ heeft gezegd dat [medeverdachte 2] werd aangestuurd. In een verhoor dat afgelegd werd door [verdachte] , verklaarde deze dat [medeverdachte 2] aangestuurd werd door verdachte [medeverdachte 1] . Kennelijk bedoelen NNM en verdachte [medeverdachte 2] , in dit gesprek met ‘niffo’ verdachte [verdachte] . Dat zou betekenen dat [verdachte] tegen NNM gezegd heeft, dat deze tegen verdachte [medeverdachte 2] moest zeggen, dat alles op [medeverdachte 1] moet. Verdachte [medeverdachte 2] gaf als repliek dat hij het niet logisch zou vinden om te zeggen dat dit voor tata is en dat ‘ze’ denken dat [medeverdachte 3] het aanstuurde. [medeverdachte 3] is de bijnaam van verdachte [medeverdachte 3] . NNM zei dat verdachte [medeverdachte 2] goed moest nadenken en dat 'niffo' ook 90 dagen gekregen heeft.
Op 8 september 2021 om 13.31 uur belde verdachte [medeverdachte 2] naar de lijn van een persoon die zich in sessie 85, [naam 12] noemde en zei dat hij geboren is op [geboortedatum 3] 1999. Er werd echter niet opgenomen door [naam 12] , maar door iemand wiens stem ik herkende als de stem van verdachte [verdachte] . Ik hoorde dat verdachte [medeverdachte 2] na enkele woorden, ook de stem van verdachte [verdachte] herkende. Ik hoorde dat [verdachte] zei: “Kijk, ik ga nu via hem praten hier” en dat de telefoon overgegeven werd aan [naam 12] . Tijdens het gesprek dat volgde, hoorde ik dat verdachte [verdachte] kennelijk aan [naam 12] souffleerde, wat deze tegen verdachte [medeverdachte 2] moest zeggen. Ik hoorde dat [naam 12] zei dat [medeverdachte 3] en verdachte [medeverdachte 2] , allebei moesten zeggen dat [medeverdachte 1] ‘ons’ allemaal aanstuurde. Verdachte [medeverdachte 2] antwoorde dat hij al dingetjes gezegd had en dat hij al gezegd had dat hij bang was voor [medeverdachte 3] . [naam 12] zei daarop: “Jij deed dit vanuit [medeverdachte 1] , en [medeverdachte 3] kwam ook daar, vanuit [medeverdachte 1] , dat moet je duidelijk zeggen” en “Kijk eerst volgende verhoor moet je dit gewoon zeggen”.
In de periode van 24 september 2021 tot 3 november 2021 werden de door de
medeverdachte [medeverdachte 2] gevoerde teliogesprekken vanuit de [naam PI 2] afgeluisterd. Verbalisant [verbalisant 14] relateerde op 25 januari 2022 onder meer als volgt: [46]
Op 25 september 2021 om 18.32 uur belt [medeverdachte 2] naar [naam 13] waarna hij [verdachte] aan de lijn krijgt. [medeverdachte 2] geeft aan [verdachte] aan dat hij kwaad is dat [verdachte] alle schuld op hem geschoven heeft. En dat hij nog een hoop boetes heeft open staan. [verdachte] geeft aan dat hij de boetes zal betalen. En dat hij de schuld niet op [medeverdachte 2] heeft geschoven. [verdachte] zegt dat de Bahesh (politie) weet dat de Ice en de speed niet van hun zijn. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij gelezen heeft dat [verdachte] over hem verklaard heeft en dat hij daar woedend over is.
Op 27 september 2021 om 18.55 uur belt [medeverdachte 2] met [naam 13] . [naam 13] geeft aan dat het 's morgens niet gelukt was dat hij shit heeft. [naam 13] geeft aan dat hij denkt dat als hij de “paps'' dadelijk gebracht heeft er dan iets gebeurt. Ook zegt hij dat [medeverdachte 2] moet zeggen dat alles van Tatta was. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij dat niet gaat doen. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij ( [verdachte] ) de paps geeft als [medeverdachte 2] niet praat. En denkt dat ze hem dingen wijs maken. Dat men raar doet.
De verdachte heeft ter terechtzitting -onder meer- als volgt verklaard:
U houdt mij de teliogesprekken met betrekking tot het ten laste gelegde onder 7 en 8 voor. De inhoud daarvan klopt. Ik heb dat toen zo gedaan.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk heeft bereid en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd en vervaardigd, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo,
- een hoeveelheid amfetamine, zijnde amfetamine en
- een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA, en
- een hoeveelheid metamfetamine, zijnde metamfetamine en
- een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan de [adres 1] te Venlo,
- ongeveer 5.222,30 gram amfetamine, zijnde amfetamine en
- ongeveer 153,23 gram MDMA, zijnde MDMA, en
- ongeveer 4.573,42 gram metamfetamine, zijnde metamfetamine en
- ongeveer 13,98 gram cocaïne, zijnde cocaïne,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft verkocht en verstrekt, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan [adres 1] te Venlo, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
7.
in de periode van 4 augustus 2021 tot en met 27 september 2021, in Nederland, meermalen, opzettelijk mondeling zich jegens [naam 1] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft verdachte die [naam 1] al dan niet door tussenkomst van derden de volgende woorden toegevoegd:
- " je moet op papier schrijven dat ik er niets mee te maken heb, daar moet je een handtekening op doen en naar je advocaat sturen, als jij dat niet schrijft, dan willen de ooms mij naaien, anders word ik de sigaar" en/of
- " als jij niet kan schrijven, dan schrijf ik het zelf wel en zet jij jouw handtekening eronder en dan stuur ik het wel naar de advocaten, want ik wil niemand verraden" en/of
- " het gaat erom dat je verklaart dat de materialen niet van mij zijn en van hun is, als je dat doet, is het beter voor jou en je broer en wordt het voor jullie beide makkelijker" en/of
- " je moet tegen je broer, [medeverdachte 1] , zeggen dat van wie de drugs waren, dat het van boven van die met die krullen, van [medeverdachte 3] is en dat beneden van [medeverdachte 2] is en dat ik er nergens mee te maken heb" en/of
- " je moet gewoon toegeven en alles op je nemen, dan kom ik er beter van af",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
8.
in de periode van 8 augustus 2021 tot en met 3 november 2021, in Nederland, meermalen, opzettelijk mondeling zich jegens [medeverdachte 2] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft verdachte die [medeverdachte 2] de volgende woorden toegevoegd:
- " Hou je gewoon rustig ja, zeg gewoon dat [medeverdachte 1] alles en ons liet doen, dan kunnen we ons redden" en/of
- " Je hoeft je niet druk te maken als je eruit komt. Ik snap jou, die dinges, die boetes en bedragen hoef je je niet druk over te maken, die betaal ik allemaal, dat regel ik allemaal zodra je eruit bent of geef me je telio account" en/of
- " Ik heb verklaard dat ik misbruikt ben door [medeverdachte 1] . Als jij dat gewoon ook aangeeft, dan is er niets aan de hand" en/of
- " Dan ga ik mijn verklaring aanpassen voor jou en zeggen dat niks van jou is, maar dan moet je wel rustig aan doen en letterlijk zeggen dat we misbruikt zijn door [medeverdachte 1] "
en/of al dan niet door tussenkomst van derden (dreigend) de volgende woorden toegevoegd:
- " Jij moet tijdens het eerstvolgende verhoor zeggen dat wij gewoon voor die heiden werkten en dat alles van Tatta was" en/of
- " Je maakt het jezelf heel moeilijk als je een verklaring gaat doen" en/of
- " Jij moet ook zeggen dat jij werd doorgestuurd voor [medeverdachte 1] en allerlei klusjes voor die heidense jongen, die Hollander, deed"
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 4: medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 5: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
feit 7: opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een ambtenaar af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd;
feit 8: opzettelijk mondeling zich jegens een persoon uiten, kennelijk om diens vrijheid om een verklaring naar waarheid of geweten ten overstaan van een ambtenaar af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 20.000,=.
De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis een gevangenisstraf van vier jaren als uitgangspunt genomen. Hij heeft in het bijzonder rekening gehouden met de grote rol die de verdachte bij de drugsfeiten heeft vervuld en zijn beperkte inzicht in de ernst daarvan. De verdachte heeft ook medeverdachten proberen te beïnvloeden. De wijze waarop de verdachte te werk is gegaan, maakt dat een compensatie voor de overschrijving van de redelijke termijn niet aan de orde kan zijn. Een geldboete is passend omdat de verdachte geld heeft verdiend met de handel in drugs en criminaliteit niet mag lonen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat een voorwaardelijke straf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, passend is. Een lange gevangenisstraf zal ervoor zorgen dat de verdachte zijn inkomen verliest en dat hij zijn rol als vader niet meer kan vervullen. De verdachte heeft een nagenoeg blanco strafblad en zijn leven gebeterd. Tevens dient er rekening gehouden te worden met de overschrijding van de redelijke termijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft samen met anderen hard- en softdrugs voorhanden gehad. Het ging daarbij om ongeveer 10 kilogram harddrugs en 1.500 gram softdrugs. Daarnaast heeft hij zich ook bezig gehouden met de productie van harddrugs en in hard- en softdrugs gehandeld. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. De handel in verdovende middelen gaat bovendien gepaard met overlast in de samenleving en het gebruik van verdovende middelen genereert strafbare feiten. Verdachte heeft bijgedragen aan deze problemen door te voorzien in de vraag naar verdovende middelen.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan beïnvloeding van twee medeverdachten met als doel hen in het voordeel van de verdachte te laten verklaren. Dit is een ernstig feit. De strafbepaling van het feit beoogt de vrijheid van alle burgers te beschermen om onbelemmerd ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen. Dat burgers in vrijheid een dergelijke verklaring af kunnen leggen, acht de rechtbank van cruciaal belang voor een goede rechtspleging. Door zijn handelen heeft de verdachte die rechtspleging getracht te frustreren.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 27 februari 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen. De rechtbank heeft daarnaast kennis genomen van het over de verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 16 februari 2024. De reclassering heeft in haar advies vermeld dat de verdachte is gestopt met alcohol- en drugsgebruik en dat hij zijn leven, na een zeer zorgelijke periode, redelijk op de rit heeft. Gelet op het recidiverisico dat door de reclassering als laag wordt ingeschat wordt voortzetting van een reclasseringstoezicht niet geadviseerd. Echter, in het advies komt ook naar voren dat de reclassering ernstige twijfels heeft bij de oprechtheid van de verdachte en wordt het denkbaar geacht dat hij zich bewust laat onderschatten door instanties. Er wordt gesproken over een intellectuele dader die bewust acties inzet om zelf buiten schot te blijven. De rechtbank ziet deze kanttekening van de reclassering onderstreept door de bewezenverklaarde beïnvloeding van de verklaringen van medeverdachte(n). Bij de beïnvloeding van twee medeverdachten heeft de rechtbank bij het bepalen van de hoogte van de straf, de straf die pleegt te worden opgelegd voor meineed als referentiepunt genomen.
Voorts heeft de rechtbank bij haar oordeel rekening gehouden met de rol van de verdachte bij de drugsfeiten en de bij de bewezenverklaarde feiten behorende LOVS-oriëntatiepunten.
De rechtbank kenschetst de rol van verdachte als een van de hoofdverdachten. Het was -mede- zijn stashplaats, hij onderhield de contacten, regelde vervoer, beheerde geld, gaf aanwijzingen en was bovendien betrokken bij de productie van harddrugs.
Naast het voorgaande houdt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat ook rekening met het feit dat de redelijke termijn is overschreden. De Hoge Raad neemt in zijn uitleg van de redelijke termijn immers als uitgangspunt dat binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn in eerste aanleg vonnis dient te worden gewezen. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat door of vanwege de Staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaruit deze heeft opgemaakt en redelijkerwijs heeft kunnen opmaken dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld. De verdachte werd op 22 juli 2021 als verdachte aangehouden en in verzekering gesteld. De rechtbank neemt deze datum als aanvangsdatum van de redelijke termijn. Dit vonnis wordt op 18 april 2024 gewezen. Daarmee is de redelijke termijn met bijna 9 maanden overschreden.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren niet passend is, gelet op vergelijkbare zaken. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden dient te worden opgelegd. Gelet op de ernst van de feiten en de rol van de verdachte daarbij is geen ruimte voor oplegging van een lichtere en (deels) voorwaardelijke sanctie.
De officier van justitie heeft naast een gevangenisstraf een geldboete van € 20.000,= geëist omdat de verdachte geld heeft verdiend met de handel in drugs. Weliswaar mag drugscriminaliteit niet lonen en aangenomen mag worden dat er door de verdachte geld is verdiend. Op grond van het dossier kan de rechtbank echter geen inschatting maken van de omvang van de winst die door verdachte en medeverdachten is gemaakt in de bewezenverklaarde periode. De rechtbank acht daarom een geldboete niet passend.
De rechtbank ziet in hetgeen de officier van justitie daartoe heeft aangevoerd voorts geen aanleiding om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, mede gezien de tijd die verdachte met voorwaarden in geschorste voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

Het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp zal verbeurd worden verklaard.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 47, 57 en 285a van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 3 en 6 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 30 maanden;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp:
1 GSM (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1432906).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M.C. van de Winkel, voorzitter,
mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 april 2024.
Buiten staat
Mr. M.J.H. van den Hombergh is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo)
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2.
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] te Venlo),
- ongeveer 5.237,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 157,63 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of
- ongeveer 4.573,42 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine en/of
- ongeveer 48,18 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
4.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo) een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
5.
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 1] te Venlo), een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf / o nd C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
6.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 4 Opiumwet, art 3 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
7.
hij in of omstreeks de periode van 4 augustus 2021 tot en met 27 september 2021 te Venlo en/of Grave en/of Vught, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, opzettelijk
mondeling zich jegens [naam 1] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl verdachte en/of zijn/haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft verdachte die [naam 1] al dan niet door tussenkomst van derden (waaronder [naam 9] ) (dreigend) de volgende woorden toegevoegd
- " je moet op papier schrijven dat ik er niets mee te maken heb, daar moet je een handtekening op doen en naar je advocaat sturen, als jij dat niet schrijft, dan willen de ooms mij naaien, anders word ik de sigaar" en/of
- " als jij niet kan schrijven, dan schrijf ik het zelf wel en zet jij jouw handtekening eronder en dan stuur ik het wel naar de advocaten, want ik wil niemand verraden" en/of
- " het gaat erom dat je verklaart dat de materialen niet van mij zijn en van hun is, als je dat doet, is het beter voor jou en je broer en wordt het voor jullie beide makkelijker" en/of
- " je moet tegen je broer, [medeverdachte 1] , zeggen dat van wie de drugs waren, dat het van boven van die met die krullen, van [medeverdachte 3] is en dat beneden van [medeverdachte 2] is en dat ik er nergens mee te maken heb" en/of
- " je moet gewoon toegeven en alles op je nemen, dan kom ik er beter van af",
althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
( art 285a lid 1 Wetboek van Strafrecht )
8.
hij in of omstreeks de periode van 8 augustus 2021 tot en met 3 november 2021 te Venlo en/of Grave en/of Vught, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk mondeling zich jegens [medeverdachte 2] heeft geuit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl verdachte en/of zijn/haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat die verklaring zou worden afgelegd, immers heeft verdachte die [medeverdachte 2] (dreigend) de volgende woorden toegevoegd
- " Hou je gewoon rustig ja, zeg gewoon dat [medeverdachte 1] alles en ons liet doen, dan kunnen we ons redden " en/of
- " Je hoeft je niet druk te maken als je eruit komt. Ik snap jou, die dinges, die boetes en bedragen hoef je je niet druk over te maken, die betaal ik allemaal, dat regel ik allemaal zodra je eruit bent of geef me je telio account" en/of
- " Ik heb verklaard dat ik misbruikt ben door [medeverdachte 1] . Als jij dat gewoon ook aangeeft, dan is er niets aan de hand" en/of
- " Dan ga ik mijn verklaring aanpassen voor jou en zeggen dat niks van jou is, maar dan moet je wel rustig aan doen en letterlijk zeggen dat we misbruikt zijn door [medeverdachte 1] "
en/of al dan niet door tussenkomst van derden (dreigend) de volgende woorden toegevoegd:
- " Jij moet tijdens het eerstvolgende verhoor zeggen dat wij gewoon voor die heiden werkten en dat alles van Tatta was" en/of
- " Je maakt het jezelf heel moeilijk als je een verklaring gaat doen" en/of
- " Jij moet ook zeggen dat jij werd doorgestuurd voor [medeverdachte 1] en allerlei klusjes voor die heidense jongen, die Hollander, deed"
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
( art 285a lid 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, eenheid Limburg, Basisteam Venlo / Beesel, zaaknummer BVH 2021199662, onderzoek Flandrien/ LB13021006, gesloten d.d. 28 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1641.
2.Proces-verbaal binnentreden in woning d.d. 217 en 218; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2021, pagina 222 tot en met 228.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2021, pagina 301.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 juli 2021, pagina 1021.
5.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1582; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 311; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 322.
6.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1574; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 323.
7.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1545; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 tot en met 329; Rapporten NFiDENT, alle van 30 juli 2021, pagina 335 tot en met 342.
8.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1551; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 en 329 tot en met 332; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 343 tot en met 348.
9.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.
10.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.
11.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1541; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325, 332 en 333; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 349 tot en met 351.
12.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 444 en 445; Proces-verbaal
13.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1571; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, pagina 369.
14.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1587; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 306 tot en met 308; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 315 tot en met 318.
15.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1569; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304, 309 en 310; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 319 tot en met 321.
16.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 445 en 446; Proces-verbaal
17.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 372 en 376; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386; Rapport TMFI d.d. 9 augustus 2021, pagina 387 tot en met 389.
18.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1560; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 324.
19.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1555.
20.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 446, 451 en 452; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 476 tot en met 481; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 482 tot en met 487; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 5 oktober 2021, pagina 488 tot en met 493.
21.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564 en 1565.
22.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564.
23.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1565.
24.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1564.
25.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2021, pagina 302.
26.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1589; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 10 augustus 2021, pagina 362 tot en met 366; Rapport NFI d.d. 19 augustus 2021, pagina 367 en 368.
27.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 augustus 2021, pagina 563 tot en met 565.
28.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 april 2021, pagina 58.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 september 2021, pagina 918 en 919.
30.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 juli 2021, pagina 1491 en 1492.
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 augustus 2021, pagina 1042, 1043, 1047 en 1048; Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 september 2021, pagina 1074.
32.Proces-verbaal van bevindingen relevante tapgesprekken d.d. 23 juli 2021, pagina 113, 115 tot en met 117, 119, 120, 122, 123, 138, 139, 141, 142, 144, 145, 146, 150, 152, 159, 166 en 207 tot en met 209.
33.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juli 2021, pagina 941 tot en met 956.
34.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 959 en 960.
35.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 961, 963 964.
36.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1637; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 27 augustus 2021, pagina 987 en 988; Rapport NFiDENT d.d. 27 augustus 2021, pagina 990.
37.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589 en 592.
38.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2021, pagina 569, 570, 582 en 585.
39.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2021, pagina 663, 664 en 670.
40.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589, 623.
41.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2021, pagina 705, 706 en 716.
42.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 oktober 2021, pagina 719 tot en met 721.
43.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 september 2021, pagina 726, 727, 738 tot en met 740, 742 tot en met 745, 772, 774 tot en met 776, 780 en 783.
44.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2021, pagina 802, 803 en 806 tot en met 815.
45.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 november 2021, pagina 830, 832, 833 en 846 tot en met 849.
46.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2022, pagina 859, 860 en 867 tot en met 870.