ECLI:NL:RBLIM:2024:1909

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
03.189531.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van vier medeverdachten tot (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen voor het bezit van en de handel in hard- en softdrugs, inclusief beïnvloeding van getuigen

Op 18 april 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met drie medeverdachten betrokken was bij de handel in hard- en softdrugs. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 maart 2024, waarna het onderzoek op 4 april 2024 werd gesloten. De verdachte werd bijgestaan door mr. A. van Wijk. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk verkopen, aanwezig hebben en buiten Nederland brengen van verschillende soorten verdovende middelen, waaronder amfetamine, MDMA, metamfetamine, en cocaïne, evenals het verkopen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan meerdere feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het voorhanden hebben van een wapen, een ploertendoder. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele feiten, waaronder de uitvoer van harddrugs, omdat onvoldoende bewijs aanwezig was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte, en de overschrijding van de redelijke termijn voor de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.189531.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1989,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A. van Wijk, advocaat kantoorhoudende te Tilburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 maart 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens op 4 april 2024 gesloten.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten:
- [medeverdachte 1] met parketnummer 03.197155.21;
- [medeverdachte 2] met parketnummer 03.197153.21;
- [medeverdachte 3] met parketnummer 03.197152.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021, in/vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, samen met (een) ander(en):
feit 1:opzettelijk amfetamine, MDMA, metamfetamine, cocaïne, heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd;
feit 2:opzettelijk 5.237,7 gram amfetamine, 157,63 gram MDMA, 4.573,42 gram metamfetamine en 48,18 gram cocaïne, aanwezig heeft gehad;
feit 3:opzettelijk amfetamine, MDMA en cocaïne, buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
feit 4:in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk meer dan 30 gram hennep heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd;
feit 5:opzettelijk een grote hoeveelheid hennep, te weten 1.481,7 gram, aanwezig heeft gehad;
feit 6:opzettelijk een hoeveelheid hennep buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
en
feit 7:op 22 juli 2021 een ploertendoder voorhanden heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder 1 (drugshandel), 2, 4, 5 en 7 ten laste gelegde bewezen zal worden verklaard. De verdachte dient partieel te worden vrijgesproken van feit 1 (uitsluitend ten aanzien van de productie van harddrugs) en van de feiten 3 en 6, omdat zijn betrokkenheid bij de uitvoer van hard- en softdrugs niet vastgesteld kan worden.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1 tot en met 6 wegens het ontbreken van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat de verdachte geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan deze feiten. Er kan dan van medeplegen geen sprake zijn. Daarbij had de verdachte ten aanzien van de feiten 2 en 5 geen beschikkingsmacht over de verdovende middelen en is er ten aanzien van de feiten 3 en 6 (uitvoer) geen bewijs voorhanden dat er daadwerkelijk verdovende middelen de grens over zijn gegaan. Ten aanzien van feit 7 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak
De rechtbank acht de feiten 3 en 6 niet wettig en overtuigend bewezen omdat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer van hard- en/of softdrugs. De verdachte zal dan ook hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht de feiten onder 1, 2, 4, 5 en 7 wel wettig en overtuigend bewezen.
3.3.2
Bewijsmiddelen [1]
Feiten 1, 2, 4 en 5
3.3.2.1 Op 22 juli 2021 werden in de woning en in de bijbehorende kelder van de [adres 1] te Venlo verdovende middelen aangetroffen.
In de woning werden om 19.25 uur de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] aangehouden. [2] Later deze dag om 21.14 uur werd medeverdachte [medeverdachte 3] aangehouden. Bij zijn aanhouding werden bij medeverdachte [medeverdachte 2] twee sleutels aangetroffen, waarvan een sleutel paste op de centrale toegangsdeur van de flat en de andere sleutel op het slot van de voordeur en de kelderbox van de woning aan de [adres 1] . [3] De verdachte verklaarde op 23 juli 2021 dat hij ingeschreven stond op het adres [adres 1] te Venlo en daar inmiddels negen jaar woonde. [4]
3.3.2.2 De volgende verdovende middelen werden aangetroffen:
Woning
Goednummer PL2300-2021047331-1433159Boterhamzakje met pillen, aangetroffen op keukenkast.
Gewicht netto: 24,09 gram.
Resultaat: MDMA. [5]
Goednummer PL2300-2021047331-1433155Gripzakje met pillen, aangetroffen in wandkast in woonkamer.
Gewicht netto: 13,35 gram.
Resultaat: MDMA. [6]
Goednummer PL2300-2021047331-1433085Plastic bakjes (8) met witte substantie, aangetroffen in diepvries keuken.
Gewicht netto: 171,95 gram (bak 1), 705,55 gram (bak 2), 707,08 gram (bak 3), 741,37 gram (bak 4), 677,80 gram (bak 5), 735,39 gram (bak 6), 741,06 gram (bak 7), 742,10 gram
(bak 8).
Resultaat: amfetamine. [7]
Goednummer PL2300-2021047331-1433089Bakjes (6) met korrelachtige substantie, aangetroffen in woonkamer achter deur.
Gewicht netto: 284,93 gram (bak 1), 295,68 gram (bak 2), 285,37 gram (bak 3), 579,09 gram (bak 4), 318,80 gram (bak 5), 211,06 gram (bak 6).
Resultaat: metamfetamine. [8]
Op drie van deze zes bakjes werd het DNA van de verdachte aangetroffen. [9]
Op twee bakjes werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen. [10]
Goednummer PL2300-2021047331-1433081Tas met 3 bakken met kristallen, bakken transparante deksels, aangetroffen in wandkast hal.
Gewicht netto: 997,61 gram (bak 1), 996,00 gram (bak 2), 506,09 gram (bak 3).
Resultaat: metamfetamine. [11]
Op twee bakken werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 3] aangetroffen. [12]
Goednummer PL2300-2021047331-1433153Gripzakje hennep, aangetroffen op keukenkast.
Gewicht bruto: 5,5 gram.
Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de woning aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is. [13]
Kelder
Goednummer: PL2300-2021047331-1433405Parfumdoosje met sealtjes in kelder aangetroffen.
Gewicht bruto: 11,05 gram (11 sealtjes blanco) en 2,93 gram (3 sealtjes met opdruk).
Resultaat: cocaïne. [14]
Goednummer PL2300-2021047331-1433098Bakje met verschillende soorten pillen in zakjes, bakje met transparante deksel, aangetroffen in tas in kelder.
Gewicht netto: 35,97 gram (groep 1), 6,16 gram (groep 3) en 73,66 gram (groep 4, dit betrof een zakje met daarin ongeveer 184 geel gekleurde tabletten met een afbeelding van Spongebob).
Resultaat: MDMA. [15]
Op drie zakjes werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen. [16]
Op het bakje en een zakje met tabletten werd het DNA van de medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen. [17]
Goednummer PL2300-2021047331-1433426Aluminium verpakking met hierin witte kristallen, aangetroffen in plastic tas in kelder.
Gewicht netto: 98,79 gram.
Resultaat: metamfetamine. [18]
Goednummer PL2300-2021047331-1433094Transparante zak waar hennep in heeft gezeten, aangetroffen in kelder.
Gewicht netto: 640 gram.
Resultaat: zie hieronder. [19]
Op de zak werden de vingerafdrukken van de medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen. [20]
Goednummer PL2300-2021047331-1433102Tas met 25 boterhamzakjes (in elk 10 gripzakjes hennep), aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 460 gram.
Resultaat: zie hieronder. [21]
Goednummer PL2300-2021047331-1433105Bakje met hennep, aangetroffen in koffer in kelder.
Gewicht bruto: 76,2 gram.
Resultaat: zie hieronder. [22]
Goednummer PL2300-2021047331-1433109Zak met hennepgruis, aangetroffen in kelder.
Gewicht bruto: 300 gram.
Resultaat: zie hieronder. [23]
Resultaat: door verbalisant [verbalisant 1] werd vastgesteld dat de in de kelder aangetroffen goederen waarvan werd vermoed dat het hennep betrof, ook daadwerkelijk hennep is. [24]
In totaal werden op het adres [adres 1] te Venlo (woning en kelder) de volgende hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen:
- 13,98 gram cocaïne;
- 153,23 gram MDMA;
- 4.573,42 gram metamfetamine;
- 5.222,30 gram amfetamine;
- 1.481,70 gram hennep.
3.3.2.3 Verklaringen getuigen
Getuige [getuige 1] verklaarde op 19 april 2021 onder meer als volgt: [25]
[…] Ik woon […] op de [adres 2] . […] Ik woon al 4 jaar in de flat […]. Ik zie […] dingen welke ik niet vertrouw zoals dealen van drugs via het balkon. Het valt mij al jaren op dat er op [adres 1] door de bewoner gedeald wordt met drugs. […] [verdachte] heb ik
persoonlijk gesproken waarbij hij vertelde dat hij in speed en in softdrugs zat. […]
Getuige [getuige 2] verklaarde op 13 september 2021 onder meer als volgt: [26]
[…] Ik ben […] vaak over de vloer geweest bij [verdachte] . […] Ik ben daar in korte tijd vanaf mei 2021 veel geweest. […] [medeverdachte 3] [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3]] kwam daar. […] [medeverdachte 1] [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]] […] kwam daar met [medeverdachte 3] . […] Die [medeverdachte 1] bepaalde zaken en kwam binnen wanneer hij wilde. […] De naam [medeverdachte 2] [
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]] zegt me wel wat. […] Hij kwam vaker samen met [medeverdachte 1] mee. […] Ik heb wel harddrugs gezien. Dat was speed en dat lag “uitgesmeerd” op een bord in de keuken van [verdachte] . […] Ik weet dat er in de kelder van [verdachte] ’s woning ook weed lag. […] Er werden door [verdachte] wel eens weedtoppen afgewogen en in zakjes gedaan. Dat gaf hij dan aan mensen. [verdachte] had dus wel weedzakjes liggen. In de mei vakantie ben ik daar elke dag geweest. […] Ik weet dat ze daar speed maakten. […] [verdachte] belde mij een keer op en zei dat hij moest wachten om te slapen omdat “ze” speed aan het maken waren. […] Als [medeverdachte 1] kwam, leek het alsof het huis niet meer van [verdachte] was.
[naam 1] verklaarde op 22 juli 2021 onder meer als volgt: [27]
[…]
V: We willen even terugkomen op jouw eerdere verklaring. Vanochtend heb je verklaard dat je voor 50 euro, 20 gram amfetamine hebt gekocht. Klopt dat?
A: Ja dat klopt.
[…]
V: Door de politie is gezien dat jij bij een flatcomplex aan de [straatnaam 1] naar
binnen bent gegaan. […] V: Hoe wist je waar je moest zijn daar?
A: […] je kan daar altijd komen en gaan. Er is altijd wel iemand. […]
[…] Ik heb geprobeerd de drugs te verstoppen in de struiken/weg te gooien. […] Het verloop van mensen is daar groot. […] Ik krijg daar alleen maar mijn spul. […]
3.3.2.4 Relaas verbalisanten relevante tapgesprekken
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 23 juli 2021 ten aanzien van de tapgesprekken
onder meer als volgt: [28]
Op 10 juni 2021 werd door [naam 2] gebeld met iemand die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , waarvan gebleken is dat dit verdachte [verdachte] betrof.
Zij bespraken dat een jongen bij [verdachte] ‘40 gram snel’ op zou komen halen. Snelle is een straatnaam voor amfetamine.
Op 15 juli 2021, omstreeks 22.52 uur, werd [medeverdachte 2] gebeld door [medeverdachte 1] , via de telefoon van [medeverdachte 3] . [medeverdachte 2] zegt dat die packjes op zijn, dat hij er 22 heeft kunnen maken. [medeverdachte 1] vraagt hoeveel Sani (verbalisant: cocaïne) er nog is en dat er packjes zijn in een andere zak.
[medeverdachte 2] vindt vervolgens lege packjes.
Op 21 juli 2021, omstreeks 16.22 uur, belde [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] . Hij zei tegen [medeverdachte 2] dat deze 100 granny snelle uit de diepvriezer bij [verdachte] boven moest pakken, omdat er 20 minuten later een man zou komen die voor 90 euro die 100 granny zou pakken.
Op 22 juli 2021, omstreeks 20.41 uur, kort na de aanhoudingen van [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] , in het pand aan de [adres 1] in Blerick, belde [medeverdachte 3] uit met een onbekende persoon die gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 3] . [medeverdachte 3] zei dat er een inval geweest was bij de plek van hem en [medeverdachte 1] in Blerick.
Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 23 juli 2021 - zakelijk weergegeven - onder meer als volgt ten aanzien van het uitluisteren van de tapgesprekken: [29]
Op 15 juli 2021 om 18.59 uur werd [medeverdachte 3] gebeld door een onbekende man. Door deze man werd gevraagd naar de prijs van twee kilo amfetamine. Hierop werd aangegeven dat een kilo 650 euro kost, dus 1.300 euro totaal. De onbekende man zou hier nog op terug komen.
Om 19.03 uur werd [medeverdachte 3] wederom gebeld door deze onbekende man. Er wordt een prijs van 1.250 euro afgesproken.
Om 20.43 uur belde [medeverdachte 3] naar de onbekende man. Er werd gesproken over hoe lang het nog duurt. Er wordt aangegeven dat hij over 10 minuten bij het centraal station is.
Omstreeks 21.15 uur belde [medeverdachte 3] naar [verdachte] . [verdachte] nam dit gesprek niet aan.
Kort hierna werd er met de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] een SMS-bericht gestuurd naar [verdachte] , met de tekst: “met [medeverdachte 1] ”.
Om 21.16 uur belde [medeverdachte 3] naar [verdachte] .
Kort na dit SMS-bericht werd er wederom door [medeverdachte 3] naar [verdachte] gebeld. Ditmaal werd er wel opgenomen. De stem aan de telefoon met het nummer van [medeverdachte 3] werd herkend als zijnde die van [medeverdachte 1] . Door de gebruiker van het nummer van [medeverdachte 3] werd gevraagd aan [verdachte] of ze even langs kunnen komen. [verdachte] vraagt daarop of ze weer dingen moeten regelen. Vervolgens wordt gevraagd of [verdachte] de deur open kan doen, want de sleutel is niet in de buurt. Er wordt vervolgens een afspraak gemaakt.
Tussen 21.28 uur en 21.41 uur werd [medeverdachte 3] een aantal keer gebeld door de onbekende man. De onbekende man moet even wachten. Op een gegeven moment wordt door de onbekende man gevraagd bij welk nummer hij moet zijn, en hij vraagt dan zelf “ [adres 1] ?”. Er wordt vervolgens door [medeverdachte 3] gezegd dat hij moet wachten bij de deur (vermoedelijk de centrale toegangsdeur bij de flat).
Na 21.45 uur zijn er geen gesprekken meer geweest tussen de beide personen.
Vanaf 21.15 uur zijn de camerabeelden bekeken van de camera die staat gericht op de [adres 1] . Op die beelden werd het volgende waargenomen:
- om 21.22 uur zag ik een voor mij onbekend persoon uit de woning [adres 1] komen lopen;
- om 21.28 uur zag ik [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] aan komen bij de woning. Er wordt aangebeld bij het pand en de deur wordt voor hen open gemaakt. Ze lopen beiden het pand in. [medeverdachte 1] droeg een donkerkleurige jas, en [medeverdachte 3] droeg een lichtkleurige hoodie met een schoudertasje. Vervolgens wordt het licht in de keuken aangemaakt en zijn er schimmen te zien in de keuken;
- om 21.31 uur kom [medeverdachte 2] aan bij het pand. Hij belt aan en wordt binnen gelaten. [medeverdachte 2] draagt een grijskleurige hoodie;
- op de camerabeelden zijn vanaf dat moment constant bewegende schimmen gezien in de keuken;
- om 21.43 uur komt [medeverdachte 3] naar buiten en loopt richting de centrale toegangsdeur, (rondom dit tijdstip is tevens het laatste gesprek geweest met de mogelijke klant van de amfetamine). Er is niet te zien of [medeverdachte 3] iets in zijn handen heeft in verband met begroeide bosssages in het beeld. Enkel het bovenlichaam is te zien op deze beelden.
- om 21.45 uur komt [medeverdachte 3] terug bij het pand en gaat weer naar binnen;
- om 21.49 uur verlaat [medeverdachte 2] het pand;
- om 21.52 uur komt [medeverdachte 2] terug bij het pand;
- om 21.58 uur verlaat [medeverdachte 2] het pand weer;
- om 22.20 uur komt [medeverdachte 2] terug bij het pand;
- om 22.27 uur verlaten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] het pand.
Vanaf 22.30 uur zijn de beelden niet meer terug gekeken.
Samenvattend:
Er heeft zich een persoon gemeld die 2 kilogram amfetamine wil kopen van [medeverdachte 3] . Er wordt een afspraak gemaakt. Vervolgens wordt er gevraagd aan [verdachte] of ze even langs kunnen komen. Op de moment dat de afspraak plaatsvindt zijn [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] allemaal in/bij het pand [adres 1] in Venlo.
Verbalisant [verbalisant 1] relateerde op 21 juli 2021 onder meer als volgt: [30]
Op 21 juli 2021, omstreeks 17.00 uur, […] had ik vanaf mijn positie zicht op het balkon van de woning welke gelegen is aan de [straatnaam 1] . […] Omstreeks 17.00 uur kreeg ik via een collega op de tapkamer te horen dat er een mogelijke overdracht van verdovende middelen ging plaatsvinden. Omstreeks 17.00 uur zag ik […] vervolgens een Fiat Punto, voorzien van het kenteken [kenteken] aan komen rijden op de [straatnaam 1] . Dit kenteken staat op naam van […] [medeverdachte 2] . Ik […] zag vervolgens dat [medeverdachte 2] uit het voertuig stapte en naar de centrale toegangsdeur van de flat liep. [medeverdachte 2] verdween hier uit mijn zicht. Via collega's op de tapkamer en via cameratoezicht kreeg ik vervolgens te horen dat [medeverdachte 2] voor het pand [adres 1] stond, echter deed hier niemand open. [medeverdachte 2] is vervolgens terug gelopen naar de centrale toegangsdeur. Vervolgens is [verdachte] , de bewoner van het adres [adres 1] […], met een scooter aan komen rijden. Kort hierna zag ik een man voor het balkon van het pand [adres 1] Venlo aan komen lopen uit de richting van de [straatnaam 2] . Deze man droeg een zwartkleurige tanktop en een witkleurige broek. Vervolgens werd er door een collega op de tapkamer aangegeven dat alle 3 deze personen samen het pand [adres 1] in liepen. Na enkele minuten hoorde ik dat de man met de tanktop/witte broek weer uit het pand kwam lopen. Ik zag deze persoon vervolgens weer over de [straatnaam 1] lopen, onderlangs het balkon van het adres [adres 1] , en liep in de richting van de [straatnaam 2] . Door een andere collega werd vervolgens portofonisch doorgegeven dat de betreffende man in een op de [straatnaam 2] geparkeerde bestelbus stapte aan de bijrijderszijde. Dit voertuig reed vervolgens weg via de [straatnaam 1] in de richting van de [straatnaam 3] . Ik zag vervolgens de betreffende bestelbus in mijn zicht komen. Ik zag de man met de tanktop en witte broek op de bijrijdersplaats van het voertuig zitten. Ik zag vanuit mijn positie (4e etage) dat de bijrijder, op het moment dat hij langs mijn positie reed, met een van zijn handen iets uit zijn broek haalde, ter hoogte van zijn kruis. Ik zag dat hij op dat moment zijn broek wat naar voren haalde en hier een doorzichtige zak, met doorzichtige zijkanten, met hierin een witkleurige substantie eruit haalde en deze op zijn schoot legde. Naar schatting, vanaf mijn positie zichtbaar, had deze zak de afmetingen 30x15 cm. Gezien de plaats waar deze man, naderhand bleek dit verdachte [naam 1] te zijn, dit verstopt had, de wijze van verpakken en inhoud, had ik […] het vermoeden dat dit verdovende middelen betroffen. Ik heb dit vervolgens portofonisch doorgegeven aan de overige collega's op straat welke vervolgens
2 aanhoudingen hebben verricht.
Verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] , [verbalisant 6] , [verbalisant 7] , [verbalisant 8] , [verbalisant 9] , [verbalisant 10] , [verbalisant 1] , [verbalisant 11] en [verbalisant 12] relateerden op 23 juli 2021 onder meer als volgt: [31]
[…] Op […] 21 juli 2021 waren wij verbalisanten doende met onderzoek. […] Ik zag dat de man met tanktop aan de bijrijderszijde uit de bestelbus stapte. […] Ik zag dat de man met tanktop in mijn richting keek. Ik zag dat de man met tanktop zich direct omdraaide en weg sprintte […]. Wij […] renden achter de verdachte aan. Wij zagen dat de verdachte tijdens het rennen meerdere malen in onze richting keek. Wij […] zagen dat de verdachte tijdens het rennen zwaaiende bewegingen maakte met zijn rechterhand boven zijn lichaam. Wij zagen dat de verdachte in zijn rechterhand een plastic zakje vasthield met daarin een wit kleurige substantie. Door deze zwaaiende beweging zagen wij dat vanuit dit plasticzakje wit kleurige substantie viel en in de lucht rond vloog. Wij zagen dat deze witkleurige substantie op de grond […] terechtkwam. […] Wij […] hebben de verdachte om 17.15 uur aangehouden […]. De verdachte bleek later zijn genaamd:
Achternaam : [naam 1]
Voornamen : [voornamen]
Geboren : [geboortedatum 2] 1989 te [geboorteplaats 2] .
De zak werd inbeslaggenomen en de inhoud werd onderzocht:
Goednummer PL2300-2021113593-1432539Plastic zak met sporen van amfetamine.
Gewicht netto: 5,62 gram.
Resultaat: amfetamine. [32]
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 15 oktober 2021 onder meer als volgt: [33]
Op 22 juli, tussen 17:36:05 uur en 18:36:47 uur, zijnde omstreeks het moment van de aanhoudingen van [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , in de woning van [verdachte] , stuurde [naam 2] 53 berichten via WhatsApp. Omstreeks 17:46:56 uur, schreef [naam 2] naar [medeverdachte 1] , “Alles is weg van jou”.
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 17 oktober 2021 onder meer als volgt: [34]
In de telefoon van de verdachte staan meerdere WhatsApp gesprekken met iemand met de naam ‘ [naam 4] ’. Op 20 juli 2021 vond het volgende gesprek plaats:
[naam 4] : Heeee [verdachte] , heb je nog iets?
Verdachte: He Kerel. Ja heb nog red bull.
[naam 4] : Beter dan de spongebobs? Dat was echt niks.
Verdachte: Ja denk wel deze beter zijn. Ik vond zelf spongebobs nie verkeerd. Ma ieder zijn mening. Kosten 40 kerel.
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 11 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer als volgt: [35]
Er staan diverse usernames in de telefoon, waarbij de naam ‘ [naam 5] ’ herhaaldelijk terug komt.
In de telefoon werd een animatie aangetroffen (video 643, accessed en modified op 22-5-2021 om 10:53:30) van wat kennelijk een soort reclamefilmpje is voor ‘ [naam 6] ’, met daarbij het telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] . Onderaan staat [naam 5] en draaien de wijzers van een klok rond.
Er werd een afbeelding aangetroffen van het symbool dat door verdachte [medeverdachte 2] , gebruikt werd als WhatsApp profielfoto. Daarnaast staat de tekst “ [naam 5] ”.
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 15 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] onder meer als volgt: [36]
[medeverdachte 1] verstuurde op 14 mei 2021, divere snapchats met het telefoonnummer dat in gebruik was bij [medeverdachte 2] , met daarbij de tekst dat dit het nieuwe nummer is voor haze. Haze is straattaal voor een soort cannabis.
Verbalisant [verbalisant 2] relateerde op 18 oktober 2021 over de telefoon in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 3] onder meer als volgt: [37]
Video 499: personen die kennelijk in de woning van [verdachte] , roeren in een blauwe
emmer met een witte vloeistof, verdachte [medeverdachte 3] komt herkenbaar in beeld.
3.3.2.5 Verklaring verdachte
De verdachte heeft bij de politie op 24 juli 2021, 2 augustus 2021 en 15 september
2021 onder meer als volgt verklaard: [38]
V: Heb jij ooit iets vanuit je woning verkocht?
A: Ja ooit voor een tientje wiet.
Een van de drie heeft een sleutel. Daarmee bedoel ik de 3 anderen, die vast zitten.
V: Wie zijn dat dan?
A: [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] .
V: Omdat jij drugs voor hen bewaart?
A: Mijn woning werd gebruikt als stashplaats. Zo zou je het kunnen zeggen.
V: Hoeveel geld kreeg jij dan?
A: Ik kreeg ongeveer 100 euro per maand voor de sleutel. […]
V: Hoe lang werd jouw woning als stashplaats gebruikt?
A: Ongeveer drie maanden denk ik.
[…]
Jij zegt tegen [medeverdachte 3] dat hij toch gewoon effe naar binnen kan gaan. Hoe bedoel je dat?
A: Dat hij die huissleutel heeft. Die sleutel is bij een van die drie en hij kan die gewoon pakken. De huisdeursleutel past ook op mijn kelderdeur. Verder is ook nog een aparte sleutel voor de centrale toegang. Zij hebben beide sleutels.
[…]
V: Zij hebben ook wel eens het een en nader klaargemaakt in jouw woning. Op foto’s zijn allerlei materialen in jouw woning te zien zoals jerrycans om vermoedelijk synthetische drugs te maken.
[…]
V: Had jij er wel weet van dat dit gemaakt werd?
A: Ja.
[…]
V: Door wie werden die drugs gemaakt?
A: Dat deed die [medeverdachte 3] .
V: Waar deed hij dat dan?
A: In de keuken.
V: Verder hebben we nog een filmpje dat we je willen laten zien [
pagina 716, video 499]. Hierop is te zien dat er drugs gemaakt wordt.
V: Reageer hier eens op?
A: Ja, daar heb je het toch. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] Zelf. [medeverdachte 1] was aan het kloppen. Ik denk dat [medeverdachte 3] die
filmpjes heeft gemaakt.
V: Waar vind dit plaats?
A: Bij mij thuis. […]
De verdachte heeft ter terechtzitting -onder meer- als volgt verklaard:
Ik wist dat er harddrugs in mijn woning aanwezig waren. Er zijn in mijn woning ook drugs gemaakt. Ik heb ook harddrugs in handen gehad. Ik heb voor 100 euro per maand de sleutel aan anderen gegeven. Ik vermoedde dat zij drugs in de woning wilden neerleggen. Ik heb ook wel eens wiet verkocht. Ik wist dat er in de kelder wiet lag. Ik wil niet zeggen voor wie ik wiet heb verkocht.
3.3.2.6 Conclusie
De rechtbank overweegt dat de nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten uit de bewijsmiddelen blijkt en ook dat de verdachte de feitelijke beschikkingsmacht had over de aangetroffen verdovende middelen in zijn woning en kelder. Op basis van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het medeplegen van het aanwezig hebben en de handel in soft- en harddrugs door de verdachte vast. Gelet op het feit dat uit het dossier blijkt dat handel in en het gebruiken van de softdrugs geregeld en stelselmatig plaatsvond gedurende een aantal maanden en dat door de verdachten actief reclame werd gemaakt (‘ [naam 5] ’) voor de handel, kan geconcludeerd worden dat de woning van de verdachte fungeerde als een soort van coffeeshop. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de handel in softdrugs in de uitoefening van een beroep of bedrijf plaatsvond.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat de verdachte ook betrokken was bij de productie van harddrugs en daarom zal zij de verdachte partieel vrijspreken van feit 1. Weliswaar blijkt uit de bewijsmiddelen dat er harddrugs gemaakt werd in de woning van de verdachte en dat hij hiervan op de hoogte was, maar de rechtbank is van oordeel dat er geen bewijs is dat de verdachte een actieve bijdrage aan de productie heeft gehad.
Feit 7
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen gelet op:
  • de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 27 maart 2024;
  • het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2021.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk heeft verkocht en verstrekt, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo,
- een hoeveelheid amfetamine, zijnde amfetamine, en
- een hoeveelheid MDMA, zijnde MDMA, en
- een hoeveelheid metamfetamine, zijnde metamfetamine, en
- een hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan de [adres 1] te Venlo,
- ongeveer 5.222,30 gram amfetamine, zijnde amfetamine, en
- ongeveer 153,23 gram MDMA, zijnde MDMA, en
- ongeveer 4.573,42 gram metamfetamine, zijnde metamfetamine, en
- ongeveer 13,98 gram cocaïne, zijnde cocaïne,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
4.
in de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft verkocht en verstrekt, in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo, een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
5.
op 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, in een pand aan [adres 1] te Venlo, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
7.
op 22 juli 2021 te Venlo een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een ploertendoder, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 4: medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 5: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel;
feit 7: handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van 12 maart 2024.
De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis een gevangenisstraf van vier jaren als uitgangspunt genomen. Hij heeft in het bijzonder rekening gehouden met de gevorderde (partiële) vrijspraken, de rol die de verdachte bij de feiten heeft vervuld en de mate van openheid die de verdachte daarover heeft gegeven, de redelijke termijn die is overschreden en het feit dat de verdachte in de tussentijd niet meer met politie en justitie in aanraking is gekomen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, passend is. Een lange gevangenisstraf zal ervoor zorgen dat de verdachte zijn baan verliest en dat het hulpverleningstraject wordt doorkruist. Tevens dient er rekening gehouden te worden met de ondergeschikte rol van de verdachte bij de feiten, de overschrijding van de redelijke termijn en het positieve reclasseringsadvies.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft samen met anderen in zijn woning hard- en softdrugs voorhanden gehad. Het ging daarbij om ongeveer 10 kilogram harddrugs en 1.500 gram softdrugs. Daarnaast heeft hij ook in hard- en softdrugs gehandeld. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. De handel in verdovende middelen gaat bovendien gepaard met overlast in de samenleving en het gebruik van verdovende middelen genereert strafbare feiten. Verdachte heeft bijgedragen aan deze problemen door te voorzien in de vraag naar verdovende middelen.
Daarnaast heeft de verdachte een ploertendoder voorhanden gehad.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte van 19 februari 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke misdrijven is veroordeeld en gedurende de geschorste voorlopige hechtenis niet opnieuw met politie en justitie in aanraking is gekomen. Tevens is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het over de verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 12 maart 2024. De reclassering heeft in haar advies vermeld dat het begeleidings- en hulpverleningstraject zich positief ontwikkelt en dat dit recidivebeperkend werkt. Het advies is een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met voorwaarden die het bestaande traject bestendigen.
Voorts heeft de rechtbank bij haar oordeel rekening gehouden met de rol van de verdachte bij de drugsfeiten en de bij de bewezenverklaarde feiten behorende LOVS-oriëntatiepunten. De rechtbank ziet de rol van verdachte als degene die uit vrije wil zijn pand en diensten voor de drugshandel tegen een vergoeding ter beschikking stelde.
Naast het voorgaande houdt de rechtbank bij de bepaling van de strafmaat ook rekening met het feit dat de redelijke termijn is overschreden. De Hoge Raad neemt in zijn uitleg van de redelijke termijn immers als uitgangspunt dat binnen twee jaar na aanvang van de redelijke termijn in eerste aanleg vonnis dient te worden gewezen. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat door of vanwege de Staat jegens de verdachte een handeling is verricht waaruit deze heeft opgemaakt en redelijkerwijs heeft kunnen opmaken dat tegen hem een strafvervolging zou worden ingesteld. De verdachte werd op 22 juli 2021 aangehouden en in verzekering gesteld. De rechtbank neemt deze datum als aanvangsdatum van de redelijke termijn. Dit vonnis wordt op 18 april 2024 gewezen. Daarmee is de redelijke termijn met bijna 9 maanden overschreden.
De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie passend is. Alle omstandigheden zijn daarbij zorgvuldig afgewogen en de eis is in verhouding met de in vergelijkbare zaken opgelegde straffen. De rechtbank zal de verdachte dan ook veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd in het reclasseringsadvies van 12 maart 2024. Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel gecombineerd met een taakstraf, zoals voorgesteld door de raadsvrouw, niet passend. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft verbleven zal op het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf in mindering worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

De verdovende middelen en het verpakkingsmateriaal dat daarbij hoort dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De weegschalen en de verpakkingsmachine dienen te worden verbeurd verklaard. Dit geldt ook voor de telefoon met goednummer PL2300-2021047331-1432913. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.
De voorwerpen worden hierna in de beslissing afzonderlijk genoemd.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van de onder 3 en 6 ten laste gelegde feiten;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
veroordeelde meldt zich zo snel mogelijk bij Reclassering Nederland op het adres Slachthuisstraat 31 te Roermond. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
veroordeelde neemt actief deel aan de gedragsinterventie CoVa+ of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
veroordeelde laat zich begeleiden door Bureau Andersom en houdt zich aan hun regels en afspraken;
  • geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- 1 Weegschaal (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433126);
- 1 Inpakmachine (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433141);
- 1 Weegschaal (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433148);
- 1 GSM (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1432913);
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- 3,08 KG Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433081).
- 1 Ploertendoder (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433065);
- 3 Doos (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433082);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433085);
- 8 Doos (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433084);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433089);
- 6 Doos (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433090);
- 1 Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433093);
- 1 Zak ((Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433094);
- 1 Doos (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433099);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433105);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433153);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433158);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433157);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433162);
- 3 Jerrycan (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433416);
- 1 Zak (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433409);
- 1 Keukenartikel (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433125);
- 2 Zak (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433130);
- 1 Zak (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433142);
- 1 Fust (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433146);
- 1 Zak (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433127);
- 1 Zak (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433143);
- 1 Fles (Omschrijving: PL2300-2021047331-G1433145).
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M.C. van de Winkel, voorzitter,
mr. M.J.H. van den Hombergh en mr. G.H. Hermanides, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 april 2024.
Buiten staat
Mr. M.J.H. van den Hombergh is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (in en/of vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo)
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2.
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 1] te Venlo),
- ongeveer 5.237,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 157,63 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, en/of
- ongeveer 4.573,42 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine en/of
- ongeveer 48,18 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
4.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo
en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (vanuit een pand aan de [adres 1] te Venlo) een hoeveelheid van (in totaal) meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
5.
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 1] te Venlo), een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1.481,7 gram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
6.
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2021 tot en met 22 juli 2021 te Venlo en/of althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 11 lid 4 Opiumwet, art 3 ahf/ond A Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
7.
hij op of omstreeks 22 juli 2021 te Venlo een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een ploertendoder heeft voorhanden gehad.
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, eenheid Limburg, Basisteam Venlo / Beesel, zaaknummer BVH 2021199662, onderzoek Flandrien/ LB13021006, gesloten d.d. 28 januari 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1641.
2.Proces-verbaal binnentreden in woning d.d. 217 en 218; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 juli 2021, pagina 222 tot en met 228.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juli 2021, pagina 301.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 23 juli 2021, pagina 1021.
5.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1582; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 311; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 322.
6.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1574; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 323.
7.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1545; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 tot en met 329; Rapporten NFiDENT, alle van 30 juli 2021, pagina 335 tot en met 342.
8.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1551; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325 en 329 tot en met 332; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 343 tot en met 348.
9.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.
10.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 371, 374; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386.
11.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1541; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 3 augustus 2021, pagina 325, 332 en 333; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 349 tot en met 351.
12.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 444 en 445; Proces-verbaal
13.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1571; Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, pagina 369.
14.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1587; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 306 tot en met 308; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 315 tot en met 318.
15.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1569; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304, 309 en 310; Rapporten NFiDENT, alle van 2 augustus 2021, pagina 319 tot en met 321.
16.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 445 en 446; Proces-verbaal
17.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 6 augustus 2021, pagina 370, 372 en 376; Rapport TMFI d.d. 4 augustus 2021, pagina 381 tot en met 386; Rapport TMFI d.d. 9 augustus 2021, pagina 387 tot en met 389.
18.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1560; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 5 augustus 2021, pagina 304 en 313; Rapport NFiDENT d.d. 2 augustus 2021, pagina 324.
19.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1555.
20.Proces-verbaal vooronderzoek lab d.d. 26 augustus 2021, pagina 443, 446, 451 en 452; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 476 tot en met 481; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 23 september 2021, pagina 482 tot en met 487; Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor d.d. 5 oktober 2021, pagina 488 tot en met 493.
21.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564 en 1565.
22.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1564.
23.Kennisgeving van inbeslagneming, pagina 1565.
24.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1564.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 19 april 2021, pagina 58.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 13 september 2021, pagina 918 en 919.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 juli 2021, pagina 1491 en 1492.
28.Proces-verbaal van bevindingen relevante tapgesprekken d.d. 23 juli 2021, pagina 113, 114, 117, 120, 122, 123, 127, 152, 166 en 207 tot en met 209.
29.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juli 2021, pagina 941 tot en met 956.
30.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 959 en 960.
31.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2021, pagina 961, 963 964.
32.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1637; Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 27 augustus 2021, pagina 987 en 988; Rapport NFiDENT d.d. 27 augustus 2021, pagina 990.
33.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589 en 592.
34.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2021, pagina 569, 570, 582 en 585.
35.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2021, pagina 663, 664 en 670.
36.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2021, pagina 588, 589, 623.
37.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 oktober 2021, pagina 705, 706 en 716.
38.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 24 juli 2021, pagina 1036; Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 augustus 2021, pagina 1042, 1043, 1047 en 1048; Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 september 2021, pagina 1074.
39.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2021, pagina 991.