ECLI:NL:RBLIM:2024:1908
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Besluit tot sluiting van woning wegens verstoring van de openbare orde en de bevoegdheid van de burgemeester
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen het besluit van de burgemeester van Venray, dat op 6 maart 2024 is genomen. De burgemeester had besloten om de woning van verzoekster te sluiten voor een periode van drie maanden, met ingang van 21 maart 2024, op basis van artikel 174a, eerste lid, van de Gemeentewet, wegens verstoring van de openbare orde. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 15 april 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel verzoekster als de gemachtigden van de burgemeester aanwezig waren. De burgemeester had in zijn besluit aangegeven dat er zorgen waren over de veiligheid en gezondheid van omwonenden door de overlast die verzoekster veroorzaakte. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een ernstige bedreiging van de openbare orde die sluiting van de woning rechtvaardigt. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst de sluiting van de woning tot zes weken na de bekendmaking van het besluit op het bezwaar.
De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester niet bevoegd is om de woning te sluiten op basis van artikel 174a van de Gemeentewet, omdat de vereiste ernstige verstoring van de openbare orde niet is aangetoond. De voorzieningenrechter wijst ook op de mogelijkheid van minder ingrijpende maatregelen die niet zijn overwogen door de burgemeester. Daarnaast wordt de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 1.750,-. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 april 2024 en een afschrift is op 18 april 2024 verzonden aan de betrokken partijen.