Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
2.De feiten
(…)
De Schuldeiser verstrekt aan de Schuldenaar ter leen een bedrag van € 75.000,- (…), welk bedrag (hierna: de hoofdsom) de Schuldenaar aanvaart. De Schuldeiser stelt de hoofdsom uiterlijk 1 maart 2010 aan de schuldenaar ter beschikking.
De Schuldenaar zal over de hoofdsom of het restant daarvan een rente verschuldigd zijn van 8 procent per jaar.
(…)
Deze lening is ten alle tijden achtergesteld ten op zichte van de lening bij de ABN-Amro te Heerlen, onder nummer ……… groot € 180.000,-
De aflossing van de lening gaat uiterlijk in op 1 maart 2016 en wel in jaarlijkse termijnen van € 20.000,-.
3.Het geschil
4.De beoordeling
woensdag 8 mei 2024voor uitlating door [eiser] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken op de rol van
8 mei 2024in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de (personalia van de) getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
juli tot en met novemberop de rol van
8 mei 2024moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,