ECLI:NL:RBLIM:2024:1839
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening omgevingsvergunning en weigering afwijken van beheersverordening
Op 4 april 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om een pand te gebruiken voor de opvang van kwetsbare doelgroepen, wat in strijd was met de geldende beheersverordening. De gemeente Landgraaf weigerde deze vergunning op basis van artikel 2.12 van de Wabo, omdat er geen goede ruimtelijke ordening zou zijn. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente geen verklaring van geen bedenkingen (vvgb) heeft afgegeven, wat vereist is voor de weigering van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter concludeert dat de gemeente niet bevoegd was om de vergunning te weigeren, omdat de vereiste vvgb ontbreekt en niet gemotiveerd is waarom deze niet nodig zou zijn. Hierdoor is er sprake van een gebrek in het bestreden besluit, wat aanleiding geeft tot het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de uitspraak op het beroep. Tevens is de gemeente veroordeeld tot het vergoeden van griffierecht en proceskosten aan verzoekster. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze mondelinge uitspraak.