ECLI:NL:RBLIM:2024:177
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing ondertoezichtstelling en afwijzing uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze beschikking heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 5 januari 2024 uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om [minderjarige] onder toezicht te stellen en een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van [minderjarige], die gedurende een lange periode bij zijn grootmoeder heeft verbleven, waardoor hij geen gezonde hechtingsrelatie met zijn moeder heeft kunnen opbouwen. De moeder heeft erkend hulp nodig te hebben en heeft zelf om ondersteuning gevraagd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening in het verleden niet adequaat is geweest en dat er onvoldoende regie is gevoerd over de hulpverlening. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling toegewezen voor de duur van een jaar, maar de machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, omdat niet is aangetoond dat dit noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De kinderrechter benadrukt het belang van de hechting tussen moeder en kind en dat de moeder de kans moet krijgen om haar verantwoordelijkheden te dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.