ECLI:NL:RBLIM:2024:1696

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
ROE 24/2068
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid burgemeester tot sluiting glastuinbouwkas wegens aantreffen hennep en kwekerij-attributen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 9 april 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de sluiting van een glastuinbouwkas door de burgemeester van Venlo. De burgemeester had op 29 februari 2024 besloten de kas en bijbehorende ondergrondse ruimte voor een periode van één jaar te sluiten, nadat er hennep en attributen voor een hennepkwekerij waren aangetroffen. De verzoeker, eigenaar van de kas, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de sluiting.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de gehele kas te sluiten, ook al was niet alle aangetroffen hennep en de kwekerij-attributen in het deel van de kas dat aan de verzoeker toebehoorde aangetroffen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting noodzakelijk en evenwichtig was, en dat de motivering van het bestreden besluit tekortschietend was, maar dat dit gebrek in bezwaar kon worden hersteld.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker onvoldoende heeft onderbouwd waarom de sluiting niet evenwichtig zou zijn en dat de burgemeester terecht heeft geoordeeld dat de sluiting van de glastuinbouwkas noodzakelijk was. De uitspraak benadrukt de bevoegdheid van de burgemeester onder artikel 13b van de Opiumwet en de vereisten voor het treffen van een voorlopige voorziening volgens de Algemene wet bestuursrecht.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 24/2068

uitspraak van de voorzieningenrechter van 9 april 2024 in de zaak tussen

[naam] , uit [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. C.C. Haanappel),
en

de Burgemeester van de gemeente Venlo, de burgemeester

(gemachtigden: mr. E.B.P. Moors en J.J.M. Wijnen).

Inleiding

1.1.
Met een besluit van 29 februari 2024 (bestreden besluit) heeft de burgemeester besloten de glastuinbouwkas (hierna: de kas) en bijbehorende ondergrondse ruimte op de percelen met kadastrale aanduidingen [plaats] en [plaats] [percelen] voor een periode van 1 jaar te sluiten.
1.2.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Verder heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
Bij e-mail van 14 maart 2024 heeft de gemachtigde van de burgemeester bevestigd dat met de feitelijke sluiting van het perceel wordt gewacht tot uitspraak is gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening.
1.4.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, zijn echtgenote ( [naam] ) en zijn gemachtigde en de gemachtigden van de burgemeester.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek van verzoeker om een voorlopige voorziening strekkende tot schorsing van de beslissing van de burgemeester om de kas te sluiten voor de duur van 1 jaar.
3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

De formele vereisten

4. De voorzieningenrechter kan een voorziening treffen als is voldaan aan de vereisten die in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staan vermeld. In dit artikel is bepaald dat indien tegen een besluit, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aan het in artikel 8:81 van de Awb neergelegde connexiteitsvereiste is voldaan, nu verzoeker op 11 maart 2024 een bezwaarschrift heeft ingediend tegen het bestreden besluit ten aanzien waarvan een voorlopige voorziening wordt gevraagd en de bestuursrechter bevoegd moet worden geacht om van de (eventuele) hoofdzaak kennis te nemen.
6. Verzoeker heeft betoogd dat hij de kas moet kunnen betreden om de groente- en fruitplanten die hij kweekt te kunnen verzorgen. Verder heeft hij een straalbedrijf en dient de kas als opslag voor zijn machines en materialen. Alhoewel verzoeker de spoedeisendheid niet heeft onderbouwd, acht de voorzieningenrechter het niet onaannemelijk dat er sprake is van enig spoedeisend belang. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in het bodemgeding niet.
Waar gaat deze zaak over?
7. Op 10 oktober 2023 heeft de politie de percelen en de bebouwing gelegen aan de [adres] nummer [huisnummer] en [huisnummer] in [plaats] , gemeente Venlo, betreden en doorzocht. Daarbij ging het om de woning en een losstaande schuur/recreatieruimte (bestaande uit de delen B en C) en ondergrondse ruimten ( [huisnummer] , perceel met kadastraal nummer 284) en een glastuinbouwkas (percelen met kadastrale nummers 391, 395 (huisnummer [huisnummer] ) en 396 (zonder bekend straatnummer), onder welk laatste perceel eveneens ondergrondse ruimten zijn gelegen. Van elk van de doorzoekingen zijn afzonderlijke bestuurlijke rapportages opgemaakt, beide gedateerd 11 november 2023.
7.1
Verzoeker en zijn echtgenote zijn eigenaar van alle genoemde percelen en bebouwing, met uitzondering van het perceel 396 en de daarop staande bebouwing.
7.2
Blijkens de bestuurlijke rapportage met betrekking tot de [adres] zijn tijdens de doorzoeking in de woning en de schuur met ondergrondse ruimte (perceel 284) een hoeveelheid contant geld (in de woning) en in de schuur/recreatieruimte en ondergrondse ruimten ruim 4,5 kilo hennep, een wapenstok en attributen voor een hennepkwekerij aangetroffen.
7.3
Bij besluit van (eveneens) 29 februari 2024 heeft de burgemeester de schuur/recreatieruimte met ondergrondse ruimten ( [huisnummer] ) gesloten voor de duur van één jaar. Verzoeker heeft in dat besluit berust.
7.4
Verder blijkt uit dezelfde rapportage (dus met betrekking tot de [adres] ), pagina’s 2/3, dat in de kas, voor zover gelegen op de percelen 391 en 395, aan de [adres] , is aangetroffen:
In de ruimte, aangeduid met A:
- 12 x 1 kuub blauwkleurige plastic bakken met hierin bodem/grond verrijkt met voedingskorrels. De bakken waren voorzien van labels in de grond met het opschrift "Haze” of "W'W". Vermeld wordt dat ambtshalve bekend is dat Haze een hennepsoort is en met WW vermoedelijk wordt bedoeld "White Widow", eveneens een hennepsoort. De aarde/bodem in deze bakken was vochtig wat erop duidde dat er recent water was gegeven.
- In 3 van deze bakken 6 volgroeide in bloei staande hennepplanten met toppen. Label in de grond met opschrift "Haze";
- boven de planten 2 assimilatielampen met armatuur;
- 1 koolstoffilter;
- 1 slakkenhuis;
- 1 ventilator;
- circa 0,5 kuub uitgedroogde hennepafval bestaande uit de stengel, takken en bladeren van een hennepplant. Geen toppen;
In de koelcel:
- lx aggregaat, merk Perkins, vermogen onbekend (afm. circa 300x150x100).
Ongebruikt en nieuw (geen gebruikerssporen);
- circa 180 plastic lege potten (60x25x25 cm);
- 4 x big-bags met circa 3,5 kuub potgrond/bodem vermengd met voedingskorrel;
In de stenen loods:
- 2 big bags grond/bodem verrijkt met voedingskorrels;
- houten opslagbak (circa 300x150x 160) gevuld met goederen welke gebruikt worden bij hennepteelt zoals slakkenhuis, bebuizing en ventilatoren;
- houten opslagbak, inhoud 2x Opti-Climate Water Cooled Climate System, 14.7kw bwj 2017 (gebruikt);
- meerdere lege zwartkleurige plastic plantenpotten.
Blijkens de bestuurlijke rapportage met betrekking tot de [adres] werd in het deel van de kas en de zich daaronder bevindende ondergrondse ruimte, gelegen op het perceel 396, het volgende aangetroffen:
- 2342 takken van hennepplanten, inclusief gedroogde toppen;
- luchtafzuiginstallatie;
- ventilator;
- verwarmingselement;
- dompelpomp.
7.5
Tussen het voorste deel (percelen 391 en 395) en het achterste deel van de kas (396) bevindt zich een scheidingswand met roldeur die aan verzoekers kant is voorzien van een hangslot waarvan hij de sleutel heeft.
8. De burgemeester heeft met het bestreden besluit besloten tot sluiting voor de duur van één jaar van de hele tuinbouwkas (dus gelegen op de percelen 391, 395 en 396) en ondergrondse ruimte.
Toetsingskader
9. De burgemeester is op grond van artikel 13b van de Opiumwet bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang indien – voor zover hier van belang – in een woning, lokaal of op een daarbij behorend erf: een middel als bedoeld in lijst I en II van deze wet wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Hennep is vermeld op lijst II van de Opiumwet.
10. De burgemeester heeft in zijn verweerschrift en ook nog eens ter zitting uiteengezet dat, anders dan in het bestreden besluit staat, de sluiting van de kas niet enkel ziet op de aangetroffen hennep en handelsattributen die in het achterste gedeelte van de kas (perceel 396) en de daaronder gelegen ruimte zijn aangetroffen. Ook de in het voorste gedeelte van de kas, dat ligt op de percelen van verzoeker (391 en 395), aangetroffen hennep en kwekerij-attributen vormen de grondslag voor de bevoegdheid tot sluiting en het bestreden besluit. Aan dat besluit liggen derhalve de beide bestuurlijke rapportages ten grondslag, aldus de burgemeester.
Is de burgemeester bevoegd de glastuinbouwkas te sluiten?
11. Niet bestreden is dat in en onder de kas, voor zover het gaat om perceel 396, attributen voor een hennepkwekerij en de in bestuurlijke rapportages opgenomen hoeveelheden hennep zijn aangetroffen. Derhalve is op zichzelf de bevoegdheid van de burgemeester voor zover het gaat om dat gedeelte van de kas, niet in geding. Enkel staat ter discussie de vraag of de burgemeester ook het voorste gedeelte van de kas mocht sluiten, nu, zo betoogt verzoeker, alleen in het op perceel 396 gelegen deel van de kas en de daaronder gelegen ondergrondse ruimten de in het bestreden besluit aangetroffen verdovende middelen en kwekerij-attributen werden aangetroffen. Dat perceel/deel van de kas is niet zijn eigendom en ook niet bij hem in gebruik. Zijn deel van de kas (gelegen op de percelen 391 en 395) gebruikt hij voor het kweken van groente en fruit en als opslag voor zijn bedrijfsmaterieel.
12. Met de aanvullende motivering is naar het oordeel van de voorzieningenrechter de bevoegdheid van de burgemeester de hele kas, dus ook het gedeelte dat zich op de percelen van verzoeker bevindt, gegeven. Immers is daarin aangetroffen hetgeen hiervoor is opgenomen onder 7.4
.Als overwogen is dat ook niet door verzoeker bestreden. Enkel heeft verzoeker ter zitting naar voren gebracht dat het om kapotte materialen zou gaan. Dat blijkt echter in het geheel niet uit de bestuurlijke rapportage met betrekking tot [huisnummer] (pagina’s 2/3).
13. De voorzieningenrechter is echter wel van oordeel dat de motivering van het bestreden besluit tekortschiet. Pas in het verweerschrift en ter zitting heeft de burgemeester voldoende duidelijkheid verschaft over de grondslag van het bestreden besluit. Dit is echter een gebrek dat in bezwaar hersteld kan worden.
Is sluiting van de glastuinbouwkas noodzakelijk en evenwichtig?
14. Verzoeker heeft de noodzakelijkheid van de sluiting niet bestreden. Voor zover verzoeker wel heeft bedoeld te betogen dat de sluiting niet evenwichtig is, oordeelt de voorzieningenrechter dat verzoeker heeft nagelaten voldoende te concretiseren waarin zijn belang bij het gebruik van de kas is gelegen. De (on)mogelijkheid om zijn materieel elders op te slaan, bijvoorbeeld bij zijn vader met wie hij het bedrijf uitvoert, of bij een oom, is immers onvoldoende door verzoeker in kaart gebracht.
15. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat sluiting van de glastuinbouwkas noodzakelijk en evenwichtig is.

Conclusie en gevolgen

16. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dit betekent dat verzoeker geen gelijk krijgt. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.T. Coenegracht, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van B. van Dael, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
9 april 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 9 april 2024

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.