ECLI:NL:RBLIM:2024:1678

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
10888396 \ CV EXPL 24-405
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woningstichting Berg en Terblijt en een gedaagde huurder. De gedaagde had een huurachterstand van € 2.407,25, die was opgebouwd tot en met maart 2024. De huurprijs van de woning bedroeg € 617,00 per maand, en de gedaagde had een veertiendagenbrief ontvangen om de achterstand te voldoen. Ondanks een ondertekende betalingsregeling van € 75,00 per maand, bleef de huurachterstand bestaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat voldoende gewicht heeft om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering van Woningstichting Berg en Terblijt om de huurovereenkomst te ontbinden en de gedaagde te veroordelen tot ontruiming van de woning is toegewezen. De gedaagde is ook veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, rente en proceskosten, in totaal € 2.702,17, en moet de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis ontruimen. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10888396 \ CV EXPL 24-405
Vonnis van de kantonrechter van 3 april 2024
in de zaak van:
de stichting WONINGSTICHTING BERG EN TERBLIJT,
gevestigd te Terblijt, gem. Valkenburg aan de Geul,
eisende partij,
gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders Eindhoven,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarbij een mondelinge behandeling is bepaald op 26 maart 2024
- de e-mail van 25 maart 2024 van de gemachtigde van Woningstichting met als bijlage een door partijen ondertekende minnelijke regeling en het verzoek om vonnis te wijzen
- Het bericht dat de mondelinge behandeling geen doorgang zal vinden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde] huur van Woningstichting Berg en Terblijt een woning in [woonplaats] aan de [adres] . De huurprijs bedraagt € 617,00 per maand en moet zijn voldaan uiterlijk op eerste dag van de maand.
2.2.
Toen de dagvaarding werd uitgebracht had [gedaagde] een huurachterstand van
€ 1.790,25, berekend tot en met december 2023.
2.3.
Woningstichting Berg en Terblijt heeft [gedaagde] op 11 december 2023 een zogenaamde veertiendagenbrief gestuurd, waarin [gedaagde] de gelegenheid heeft gekregen om de achterstand binnen 15 dagen te betalen. Als hij dat niet zou doen, zouden ook incassokosten verschuldigd worden, namelijk € 268,54 inclusief btw.
2.4.
Woningstichting Berg en Terblijt heeft op 13 maart 2024 een overzicht met huurbetalingen naar de rechtbank gestuurd. Daaruit blijkt dat de huurachterstand nog verder is opgelopen, namelijk naar een bedrag van € 2.407,25.
2.5.
Op 25 maart 2024 heeft Woningstichting Berg en Terblijt aan de kantonrechter een door beide partijen ondertekende regeling gestuurd. Daaruit blijkt dat partijen het eens zijn over de hoogte van de huurachterstand, de incassokosten en de proceskosten en dat zij daarvoor een betalingsregeling hebben getroffen van € 75,00 per maand. Ook hebben zij afgesproken dat [gedaagde] de lopende huur blijft betalen. Woningstichting Berg en Terblijt heeft toegezegd dat zij de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen als [gedaagde] de betalingsregeling nakomt en de huurbetalingen blijft voldoen. Zij blijft wel vasthouden aan haar vordering tot ontbinding en ontruiming. In deze brief stond een rekenfout. De kantonrechter heeft daarover opheldering gevraagd bij de gemachtigde van Woningstichting Berg en Terblijt. De bedragen zoals in dit vonnis staan, zijn de juiste bedragen.

3.Wat wil Woningstichting Berg en Terblijt? (de vordering)

3.1.
Woningstichting Berg en Terblijt vordert betaling van de achterstallige huur van
€ 2.407,25, rente tot de datum dagvaarding van € 26,38 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 268,54, in totaal dus een bedrag van € 2.702,17.
3.2.
Ook wil Woningstichting Berg en Terblijt dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [gedaagde] veroordeelt om de woning te ontruimen, en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om het bedrag aan huur te blijven betalen totdat hij de woning heeft ontruimd.
3.3.
Tot slot wil Woningstichting Berg en Terblijt dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.

4.Wat vindt de kantonrechter? (de gronden van de beslissing)

4.1.
[gedaagde] heeft niet weersproken dat zijn huurachterstand op dit moment € 2.407,25 is. Ook het bedrag aan rente en buitengerechtelijke kosten is niet betwist. De kantonrechter heeft gecontroleerd of aan alle eisen is voldaan om buitengerechtelijke kosten in rekening te mogen brengen. Dat is het geval. Dit betekent dat [gedaagde] (berekend tot en met maart 2024) aan Woningstichting Berg en Terblijt moet betalen:
Huurachterstand: € 2.407,25
rente: € 26,38
kosten
€ 268,54Totaal: € 2.702,17
4.2.
Dat is meer dan 3 maanden huur. In de wet staat dat iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de wederpartij het recht geeft de overeenkomst te ontbinden. Die tekortkoming moet wel van voldoende gewicht zijn. Een huurachterstand van drie maanden of meer wordt in de regel van voldoende gewicht gevonden.
4.3.
De gevorderde ontbinding en ontruiming zullen dan ook worden toegewezen. Partijen hebben afgesproken dat Woningstichting Berg en Terblijt de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen als [gedaagde] de betalingsregeling nakomt en de lopende huur blijft betalen.
4.4.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet dus ook de proceskosten betalen van Woningstichting Berg en Terblijt. Die worden als volgt berekend:
Explootkosten: € 113,54
griffierecht € 496,00
salaris:
€ 238,00
Totaal € 847,54‬
4.5.
De kantonrechter zal dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] in [woonplaats] en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van [gedaagde] in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Woningstichting Berg en Terblijt te stellen,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Woningstichting Berg en Terblijt te betalen een bedrag van € 2.702,17 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 1.790,25, met ingang van 9 januari 2024, tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Woningstichting Berg en Terblijt tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 617,00 per maand of gedeelte van een maand waarover nog huur/gebruiksvergoeding moet worden betaald vanaf 1 april 2024 tot aan het tijdstip van de ontruiming,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Woningstichting Berg en Terblijt tot dit vonnis vastgesteld op € 1.085,54,
4.5.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken.