ECLI:NL:RBLIM:2024:1674

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
10627237 \ CV EXPL 23-3168
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en tekortkoming in nakoming bij e-bike aankoop

In deze zaak heeft eiser, een consument, op 26 maart 2020 een e-bike gekocht bij Van Cranenbroek voor € 1.199,00. Na verschillende klachten over storingen in de motor, heeft eiser op 18 februari 2022 de koopovereenkomst ontbonden en restitutie van het aankoopbedrag geëist. Van Cranenbroek heeft de klachten betwist en aangevoerd dat eiser niet tijdig heeft geklaagd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser pas op 13 oktober 2021 voor het eerst een klacht over de motor heeft ingediend, terwijl hij al eerder problemen had ervaren. De rechter oordeelde dat eiser te laat heeft geklaagd en dat Van Cranenbroek niet aansprakelijk is voor de gebreken aan de e-bike. De vorderingen van eiser zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten van Van Cranenbroek, die in totaal € 642,29 bedragen. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10627237 \ CV EXPL 23-3168
Vonnis van 3 april 2024 - bij vervroeging
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. C.R.T.M. van Ninhuijs,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN CRANENBROEK LANDGRAAF B.V.,
te Landgraaf,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Van Cranenbroek,
gemachtigde: mr. J.P.M. Dexters.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 13
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8
- de conclusie van repliek met productie 14
- de conclusie van dupliek met productie 9
- de akte uitlating van [eiser] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft (als consument) op 26 maart 2020 een e-bike, te weten Sundvall Catrico, bij Van Cranenbroek gekocht voor een bedrag van € 1.199,00 (productie 2 [eiser] ). [eiser] had al een tweedehands e-bike van het merk Sundvall Almeria, die hij bij een particulier had gekocht en waar hij tevreden over was.
2.2.
Op 15 september 2020 heeft [eiser] een voorwiel van een e-bike bij Van Cranenbroek ingeleverd. [eiser] kreeg een doordruk van de werkbon (productie 3 [eiser] ), waarop bij “omschrijving storing” staat geschreven “maakt raar geluid + slag”. Kort daarop heeft [eiser] het gerepareerde voorwiel weer opgehaald.
2.3.
Omdat bij de eerste langere rit na de reparatie volgens [eiser] sprake bleef van haperingen in de trapondersteuning waarbij de motor tussentijds uitviel (
Motoraussetzer, hierna ook: het gebrek) heeft [eiser] op niet nader geduide datum de e-bike naar zijn eigen fietsenmaker in [woonplaats] gebracht, die volgens [eiser] na onderzoek vaststelde dat het lager van het voorwiel defect was.
2.4.
Op 13 september 2021 heeft [eiser] nogmaals een voorwiel naar Van Cranenbroek gebracht. [eiser] kreeg weer een werkbon mee (productie 4 [eiser] ). Hierop staat bij “omschrijving storing” geschreven “valt uit na 20 km lager is al eens vervangen”. Er was een lager vervangen.
2.5.
Op 4 oktober 2021 vertoonde de e-bike volgens [eiser] weer
Motoraussetzer-storingen. Op 13 oktober 2021 heeft [eiser] de fiets naar Van Cranenbroek gebracht. Op de werkbon (productie 5 [eiser] ) staat geschreven “motor valt uit na verloop van tijd”.
2.6.
Na circa vier weken (november 2021) deelde Van Cranenbroek (dhr. [naam 1] ) telefonisch aan [eiser] mee dat de e-bike was hersteld en kon worden opgehaald. Er was een lager vervangen.
2.7.
Circa 2-3 weken nadat [eiser] de e-bike had opgehaald, trad het gebrek volgens [eiser] weer op.
2.8.
Op 4 februari 2022 bracht [eiser] de e-bike in zijn geheel (inclusief alle sleutels) naar Van Cranenbroek. De klachtomschrijving was “éénrichtingslager / fiets valt uit onder rijden. Display valt soms uit”. De technische dienst van Van Cranenbroek heeft de fiets onderzocht en vond, op gebruikssporen en -slijtages na (de remblokken, binnenband van het achterwiel en eenrichtingslager moesten worden vervangen), geen onvolkomenheden aan de motor. De kilometerstand van de fiets was volgens Van Cranenbroek op dat moment 5.356 kilometer. De onderhoudsbeurt kostte € 72,60, maar coulancehalve heeft Van Cranenbroek de kosten van het eenrichtingslager voor haar rekening genomen, zodat € 50,65 resteerde.
2.9.
Op 10 februari 2022 heeft [eiser] een klacht ingediend bij Sundvall. Bij e-mailbericht
van 17 februari 2022 heeft Sundvall als volgt gereageerd:
“Beste, bedankt voor uw document, ik zie dat u 2 werkbonnen stuurt waarop enkel het voorwiel is ingeleverd,
voor zover ik kan zien is de eerste garantieaanvraag die u op de fiets doet.
Het voorwiellager dient vervangen te worden, de binnenband van het achterwiel is versleten (deze liep leeg) en de remblokken zijn aan vervanging toe. Dit is niet ongebruikelijk voor een fiets die 5342km heeft gereden. (...)”
2.10.
[eiser] heeft diezelfde dag per e-mailbericht gereageerd, waarop Van Cranenbroek aan Van Cranenbroek het volgende liet weten:
“Zoals in onderstaande e-mail wordt aangegeven wordt het voorwiellager éénmalig onder coulance vervangen
en worden hier geen kosten voor in rekening gebracht.
Van uw fiets, die 5342 km gereden heeft, moeten een aantal slijtageonderdelen vervangen worden. Dit valt uiteraard niet onder garantie (...) Uw fiets is volgens de werkbonnen die u gestuurd heeft nog niet eerder (volledig) ingeleverd voor een garantie aanvraag.
Wij gaan niet akkoord met uw voorstel om het aankoopbedrag te retourneren. Als u akkoord gaat kunnen wij de fiets spoedig voor u gerepareerd in Landgraaf klaar hebben staan voor u. (...)”
2.11.
Bij e-mailbericht van 18 februari 2022 (productie 8 [eiser] ) heeft [eiser] aan de klantenservice van Van Cranenbroek het volgende laten weten:
“Ich fordere sie hiermit auf , mir den Betrag von 1199,- für das E-Bikes innerhalb von 7 Tagen zu überweisen. Grund für die Erstattung ist der Mangel an dem E-Bikes , der auch nach mehr als zwei Versuche nicht repariert werden konnte (…)”
2.12.
[eiser] heeft zich gewend tot het Europees Consumenten Centrum (ECC). Het ECC heeft op 7 maart 2022 een e-mailbericht aan Van Cranenbroek gestuurd, waarin - kort gezegd - staat dat [eiser] als consument een koopovereenkomst met Van Cranenbroek heeft gesloten en dat [eiser] binnen 6 maanden na aankoop een defect had, dat Van Cranenbroek niet heeft opgelost. Omdat het defect zich binnen 6 maanden na aankoop openbaarde, wordt vermoed dat het defect al bestond ten tijde van het sluiten van de koop. Het is aan Van Cranenbroek om aan te tonen dat het defect niet al ten tijde van het sluiten van de koop bestond.
2.13.
Bij e-mailbericht van 12 maart 2022 heeft Van Cranenbroek het ECC - kort gezegd - geantwoord dat [eiser] twee keer een voorwiel ter reparatie heeft aangeboden, welke reparatiekosten (bij de tweede keer) door [eiser] zijn geaccepteerd en betaald. Op 9 februari 2022 is de volledige fiets voor het eerst voor een garantieaanvraag ingeleverd. Van Cranenbroek kan geen garantieaanvraag in behandeling nemen wanneer losse onderdelen van een product worden ingeleverd en het is voor Van Cranenbroek onmogelijk om vast te stellen of het ingeleverde voorwiel hoort bij de op 16 maart 2022 [de kantonrechter leest en begrijpt: 2020] aangekochte fiets. Op 9 februari 2022 is de fiets ingeleverd en toen bleek dat een aantal onderdelen slijtage door gebruik vertoonden die moesten worden vervangen. Dit betreft geen materiaal- of fabricagefout en wordt niet gedekt door de garantie. Het is niet mogelijk om de werking van de fiets te testen wanneer [eiser] enkel het voorwiel inlevert. Daarop heeft ECC aan Van Cranenbroek laten weten dat [eiser] zijn verzoek om bemiddeling heeft ingetrokken (productie 4 Van Cranenbroek).
2.14.
Bij e-mailbericht van 6 april 2022 heeft [eiser] Van Cranenbroek laten weten dat hij een voorwiel met 3 Pin motor voor zijn Sundvall Almeria uit 2012 nodig heeft en gevraagd of hij dit in Landgraaf kan kopen en wat te kosten zijn. Bij e-mailbericht van 23 april 2022 heeft Van Cranenbroek geantwoord, waarop [eiser] omstreeks 24 april 2022 het voorwiel in de winkel van Van Cranenbroek in Landgraaf heeft gekocht.
2.15.
Bij brief van 4 mei 2022 (productie 9 [eiser] ) heeft de advocaat van [eiser] aan
Van Cranenbroek - kort gezegd - laten weten dat [eiser] Van Cranenbroek meermaals in de gelegenheid heeft gesteld om het gebrek te repareren, maar dat Van Cranenbroek hierin niet is geslaagd, waarna [eiser] de koopovereenkomst op 18 februari 2022 heeft ontbonden. Gelet daarop maakt [eiser] aanspraak op restitutie van de koopprijs. De e-bike bevindt zich al bij Van Cranenbroek. Van Cranenbroek wordt gesommeerd het bedrag te betalen.
2.16.
Op 5 mei 2022 heeft de heer [naam 2] , werkzaam bij Van Cranenbroek, telefonisch contact gehad met de advocaat van [eiser] , waarbij hij alle stellingen van [eiser] van de hand wees: het betrof volgens Van Cranenbroek onderhoud en geen gebrek.
2.17.
Bij brief van 8 augustus 2022 (productie 10 [eiser] ) heeft de advocaat van [eiser] Van Cranenbroek nogmaals verzocht € 1.199,00 te betalen.
2.18.
Bij brief van 17 augustus 2022 (productie 11 [eiser] ) heeft Van Cranenbroek - kort gezegd - aan de advocaat van [eiser] laten weten dat [eiser] nog een Sundvall e-bike heeft, namelijk een Sundvall Almeria met bouwjaar 2012 en dat [eiser] voor laatstgenoemd e-bike een nieuw voorwiel heeft besteld. Het is voor Van Cranenbroek onmogelijk te controleren of te achterhalen of het ter reparatie aangeboden voorwiel daadwerkelijk het voorwiel van de Sundvall Catrico fiets is die [eiser] op 26 maart 2020 bij Van Cranenbroek heeft gekocht. “Om een garantieaanvraag in gang te zetten dient te allen tijde het volledige artikel ingeleverd te worden. Wij bestrijden dan ook dat onze medewerkers uw client geïnstrueerd zouden hebben enkel een onderdeel voor een garantieaanvraag in te leveren. (...) Dat Sundvall aangeeft dat de motor geen specifiek onderhoud behoeft, betekent niet dat draaiende onderdelen niet aan vervanging toe kunnen zijn nadat er 5342km met een fiets gereden is. Slijtage en onderhoud zijn twee verschillende zaken. Wij gaan niet akkoord met de ontbinding van de koop van een e-bike die ca. 2,5 jaar gebruikt is en ruim 5000km gereden heeft en wijzen al uw claims af. (...)”
2.19.
De e-bike bevindt zich sinds februari 2022 bij Van Cranenbroek.
2.20.
Het is partijen niet gelukt buitengerechtelijk tot een oplossing te komen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat de overeenkomst zoals tussen partijen op 26 maart 2020 werd gesloten betreffende de koop van de e-bike, is ontbonden, dan wel alsnog op basis van de in het lichaam van deze dagvaarding opgenomen gronden te ontbinden;
II. Van Cranenbroek op basis van de in het lichaam van deze dagvaarding genoemde gronden te veroordelen om aan [eiser] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag te betalen van € 1.199,00, betreffende de restitutie van de door [eiser] aan Van Cranenbroek gedane betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 maart 2020 althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. Van Cranenbroek te veroordelen om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 217,62 aan buitengerechtelijke kosten;
IV. Alles met veroordeling van Van Cranenbroek in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde van [eiser] daaronder begrepen, waarbij de proceskosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis door Van Cranenbroek dient te zijn voldaan en – voor zover voldoening niet binnen voornoemde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met wettelijke rente te rekenen vanaf het verval van voornoemde termijn voor voldoening;
V. Van Cranenbroek te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de na het gewezen vonnis verschuldigde kosten binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis begroot op € 124,00 te vermeerderen met € 85,00 in geval van betekening van het vonnis en - voor het geval Van Cranenbroek de kosten niet binnen 14 dagen vergoedt - te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het verval van die termijn tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
Van Cranenbroek voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht, is bevoegd om kennis te nemen van het onderhavige geschil.
4.2.
Het Nederlands recht is van toepassing, nu (verkoper) Van Cranenbroek in Nederland is gevestigd.
4.3.
De vordering van [eiser] is gegrond op een tekortkoming van Van Cranenbroek in de nakoming van de tussen hen gesloten koopovereenkomst. Er was volgens [eiser] sprake van een gebrek en daarom heeft [eiser] de koopovereenkomst ontbonden.
Klachtplicht
4.4.
Van Cranenbroek heeft als meest verstrekkend verweer - kort gezegd - aangevoerd dat [eiser] niet tijdig heeft geklaagd, reden waarom hij geen beroep meer kan doen op non-conformiteit en ontbinding. Volgens [eiser] zelf heeft hij al enkele weken na aankoop (26 maart 2020) gemerkt dat de motor tussentijds uitviel, terwijl hij pas op 13 oktober 2021 de
e-bike heeft aangeboden aan Van Cranenbroek. [eiser] heeft toen de storing omschreven als “motor valt uit na verloop van tijd”. In september 2020 heeft [eiser] enkel een voorwiel ter reparatie aangeboden. Van een klacht over de motor van de e-bike was geen sprake; dit blijkt ook nergens uit. Van Cranenbroek betwist dat een medewerker [eiser] zou hebben geïnstrueerd enkel het voorwiel te brengen (zie ook productie 1 Van Cranenbroek); het is gebruikelijk protocol dat in een geval als het onderhavige de gehele e-bike ter inspectie wordt aangeboden, niet enkel een voorwiel. De werking van de e-bike kan niet in zijn geheel gecontroleerd worden wanneer de e-bike niet in zijn geheel ter inspectie dan wel reparatie is aangeboden, aldus Van Cranenbroek.
4.5.
Vast staat dat in deze zaak sprake is van consumentenkoop. In dat geval gaat de termijn als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken (zie art. 7:23 lid 1 BW, slotzin).
4.6.
De kantonrechter stelt vast dat [eiser] - volgens zijn eigen stelling - al enkele weken na aankoop op 26 maart 2020 heeft ontdekt dat er haperingen (
Motoraussetzer) waren, die hij naar eigen zeggen bij Van Cranenbroek heeft gemeld, hetgeen Van Cranenbroek heeft betwist. Uit niets is echter gebleken dat [eiser] omstreeks half april 2020 over de door hem ondervonden (motor)haperingen heeft geklaagd bij Van Cranenbroek. [eiser] heeft niet geconcretiseerd wanneer hij telefonisch contact met Van Cranenbroek heeft opgenomen (sub 3 dagvaarding). De kantonrechter leidt uit de stellingen van [eiser] af dat het vlak voor 15 september 2020 zal zijn geweest, aangezien hij op die datum een voorwiel bij Van Cranenbroek heeft afgegeven. De werkbon van 15 september 2020 meldt enkel “maakt raar geluid + slag”. Hieruit valt niet af te leiden dat er iets, zoals [eiser] heeft gesteld, met de motor aan de hand was. Gesteld noch gebleken is van een eerdere klacht met betrekking tot
Motoraussetzervan [eiser] richting Van Cranenbroek. Er veronderstellenderwijs van uitgaande dat [eiser] voor het eerst half april 2020
Motoraussetzer-problemen ondervond, leidt de kantonrechter uit de door [eiser] overgelegde werkbonnen af, dat hij op 13 september 2021 voor het eerst bij Van Cranenbroek als klacht heeft omschreven “valt uit na 20km, lager al eens vervangen”, hetgeen op de door hem gestelde
Motoraussetzer-problemen kan duiden. Dit is circa 17 maanden nadat [eiser] de
Motoraussetzer-problemen heeft ontdekt. Gelet op alle feiten en omstandigheden van dit geval stelt de kantonrechter daarmee vast dat [eiser] te laat bij Van Cranenbroek heeft geklaagd. Reeds hierom dient het door [eiser] gevorderde te worden afgewezen.
4.7.
[eiser] zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten). De proceskosten van Van Cranenbroek worden tot op heden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
132,29
- salaris gemachtigde
408,00
(2,00 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
642,29
4.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 642,29, onder bepaling dat indien [eiser] het voornoemde bedrag niet heeft voldaan binnen 14 dagen na datum wijzen van het vonnis, [eiser] vanaf de vijftiende dag over dit bedrag de wettelijke rente verschuldigd is, zulks tot aan de dag der algehele voldoening, en te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2024.
JC