Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over alle goederen die (zullen) toebehoren aan
[naam onderbewindgestelde 1] ,
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[naam onderbewindgestelde 2] ,
1.De procedure
- de rolbeslissing van 19 april 2023,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de producties 6 t/m 11 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met akte wijziging eis in reconventie,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 3 januari 2023.
2.De feiten
In conventie en reconventie
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
In conventie en reconventie
1 mei 1995. Aan die voorwaarde is voldaan, want partijen zijn in 2022 [1] gescheiden;
nietwordt verevend, indien op het tijdstip van scheiding het deel van dat pensioen, waarop recht op uitbetaling ontstaat, het in artikel 66, eerste lid, van de Pensioenwet genoemde bedrag niet te boven gaat.