ECLI:NL:RBLIM:2024:1636
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen partijen met interregionale elementen en toepassing van Nederlands recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 29 maart 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot echtscheiding tussen een vrouw en een man, die op 10 juli 2011 te Curaçao zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Winkens, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, waarbij zij stelde dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen de Nederlandse nationaliteit bezitten en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om over het verzoek tot echtscheiding te oordelen, gezien de interregionale elementen van de zaak. De rechtbank heeft ook ambtshalve onderzocht of er sprake is van een rechtsgeldig huwelijk, wat bevestigend is beantwoord, aangezien het huwelijk in Curaçao is voltrokken, dat deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden.
De rechtbank heeft vervolgens de verzoeken van de vrouw beoordeeld, waaronder een verzoek om een partnerbijdrage van € 560,00 per maand en een verzoek tot verdeling van de goederengemeenschap. De rechtbank heeft geoordeeld dat de man deze bijdrage moet betalen, en dat de verdeling van de gemeenschap moet plaatsvinden ten overstaan van een notaris. De rechtbank heeft mr. J.L.G. Fleuren benoemd als notaris voor de verdeling, en mr. F.G.H.J. Niemarkt als vertegenwoordiger van de man in het geval hij niet meewerkt aan de verdeling. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen de gestelde termijnen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.