Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening met producties 1 t/m 7,
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De feiten waarvan bij de beoordeling van het incident wordt uitgegaan
3.Het geschil
in de hoofdzaak
- [gedaagde] zal veroordelen om binnen 1 week na betekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn volledige medewerking te geven aan de levering van het volle eigendom van [adres] [woonplaats] , en de bijbehorende rechten op het gebruik van de berging in het souterrain, e.e.a. zoals beschreven in de notariële akte van 13 mei 2022 en conform de afspraken opgenomen in het echtscheidingsconvenant gehecht aan de echtscheidingsbeschikking d.d. 26 november 2021;
- voor zover nodig zal bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de door de notaris op te stellen akte van levering met betrekking tot de voornoemde woning voor zover het betreft het verlenen van toestemming van [gedaagde] tot die levering en de vereiste handtekening van [gedaagde] ;
- [gedaagde] zal veroordelen aan [eiseres] de daarmee gepaard gaande notariskosten te betalen;
- [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
10 april 2024voor conclusie van antwoord.