Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 januari 2024,
- de akte uitlaten na tussenvonnis van [gedaagde] ,
- de akte uitlating van [eisers]
2.De verdere beoordeling
- In hoeverre is de dakkapel (los van de dakconstructie) van de woning van [eisers] gebrekkig? Geef een beschrijving van de aangetroffen situatie.
- Op welke wijze kan het gebrek aan de dakconstructie hersteld worden? Wat zijn de kosten van dit herstel?
- Wat is de oorzaak van de verschillende lekkages? Is dit toe te rekenen aan (gebrekkig) uitgevoerde werkzaamheden door [gedaagde] ? Zo ja, geef daarvan een beschrijving.
- Welke (gevolg)schade is ontstaan door de lekkages? Wat zijn de kosten van dit herstel?
- Is de storm(schade) van 20 mei 2022 ook een aanwijsbare oorzaak voor de scheurvorming. Zo ja in welke mate, zo nee, waarom niet?
- Is sprake van aftrek nieuw voor oud? Zo ja, in welke mate? Zo nee, waarom niet?
3.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen op een termijn van zes weken,