ECLI:NL:RBLIM:2024:1629

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
C/03/315715 / HA ZA 23-124
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis bewijsopdracht niet nakoming overeenkomst van aanneming

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 27 maart 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen twee partijen over de nakoming van een aannemingsovereenkomst. De eisers in conventie, die ook verweerders in reconventie zijn, hebben de gedaagde in conventie, die tevens eiser in reconventie is, aangeklaagd wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van de overeenkomst. De partijen hebben een overeenkomst gesloten voor een verbouwing aan een woning, maar de gedaagde is in gebreke gebleven bij de uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in conventie niet op de afgesproken datum is verschenen om de werkzaamheden voort te zetten, wat heeft geleid tot een geschil over de aansprakelijkheid en de schadevergoeding. De rechtbank heeft de eisers in conventie de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren dat de gedaagde niet bereid was de werkzaamheden onder dezelfde voorwaarden voort te zetten. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de eisers in conventie moeten aantonen dat de gedaagde tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De rechtbank heeft ook een datum vastgesteld voor de volgende zitting, waar de eisers hun bewijs kunnen presenteren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/315715 / HA ZA 23-124
Vonnis van 27 maart 2024
in de zaak van

1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 1] ,

2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 1] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. B.F.H.L. van Campfort,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie], voorheen h.o.d.n.
[handelsnaam]
,
wonend te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.G. Bruinsma.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 6 september 2023,
  • de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 20 oktober 2023 overgelegde akte overlegging nadere producties 11 tot en met 14,
  • de mondelinge behandeling van 31 oktober 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
  • de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde spreekaantekeningen, overgelegd en voorgedragen tijdens de mondelinge behandeling,
  • de akte overlegging nadere productie 15 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 15 november 2023,
  • de akte uitlaten conform mondelinge behandeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] met productie 25 van 15 november 2023,
  • de antwoordakte conform mondelinge behandeling van 29 november 2023 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
  • de antwoordakte ter uitlating op nagezonden productie 25 van 29 november 2024 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben met elkaar een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten, waarbij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als aannemer ten behoeve van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een verbouwing zou verrichten aan de woning, gelegen aan de [adres] te [woonplaats 1] .
2.2.
In januari 2022 is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gestart met de werkzaamheden.
2.3.
In de zomer van 2022 is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met zijn echtgenote en zijn dochter op vakantie gegaan in Spanje, alwaar hij eind augustus 2022 is gearresteerd door de Spaanse politie en uitgeleverd aan Italië. Sinds 19 oktober 2022 verbleef [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in een vakantiehuisje op Sardinië.
2.4.
Bij e-mail van 12 september 2012 (productie 15 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) heeft de echtgenote van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het volgende aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] laten weten:
‘(…). Ik wil toch even iets van me laten horen, we zijn druk bezig om te proberen alles weer netjes op te starten, ik zal even op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moeten wachten omdat hij hierin een grote rol speelt, ik heb zijn advies heel hard nodig. Ik kreeg juridisch advies om jullie onderstaand schrijven te sturen, om zo even de tijd te krijgen die ik nodig heb om alles weer te overzien, vat dit svp niet verkeerd op:
In gebreke blijven:
Beste relatie,
Er is ons persoonlijk iets hel onverkwikkelijke overkomen.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , mijn man, is tijdens ons bezoek aan Spanje, voor een kwestie uit een ver verleden, om onduidelijke redenen zijn vrijheid ontnomen.
Advocaten zijn volop aan de slag om de ontstane kwestie tot een goed einde te brengen. De aard van de opgespeelde kwestie is vooralsnog geheel onoverzichtelijk. De kwestie speelt tot overmaat van ramp ook nog eens in Spanje, midden in het vakantiereces van de rechterlijke macht.De door mij aangevraagde communicatie verloopt uiterst moeizaam.Doordat de communicatie met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beperkt blijft tot een enkel kort contact per dag, kan ik te weinig informatie inwinnen om op dit moment de lopende werkafspraken nader te kunnen inzien.
Er is tijdelijk onvermogen onzerzijds ontstaan bij het nakomen van onze verplichtingen richting onze klanten. Met hulp van de voorman en hulp van meerdere derden partijen wordt geprobeerd de ontstane impasse voor U als klant, zoveel mogelijk in de juiste banen te leiden.Ik verzoek U om begrip in deze voor mij onverwachte privé omstandigheden.Ik garandeer U dat getracht zal worden om alle verplichtingen na te komen. Er is van alle kanten hulp toegezegd.
Zodra de communicatie met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betreffende zijn verplichtingen weer tot stand gebracht is, hoop ik met de toegezegde hulp, U in de komende moeilijke weken toch zeker weer van dienst te kunnen zijn. (…).’
2.5.
Bij brief van 22 november 2022 (productie 6 dagvaarding), heeft de advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onder meer het volgende aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geschreven:

Cliënten stellen vast dat u niet in staat bent de tussen partijen gesloten overeenkomst na te komen, tenzij u mij binnen 7 dagen na dagtekening van deze brief op ondubbelzinnige wijze schriftelijk zult bevestigen en daarvan ook bewijs zult overleggen, dat u, de heer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , uiterlijk per 28 november 2022 om 9.00 uur de werkzaamheden zal vervatten om vervolgens het werk uiterlijk per 22 december 2022 op te leveren, waarbij uiteraard dan ook voor uw rekening en risico herstelwerkzaamheden zullen moeten heben plaatsgevonden voor wat betreft de werkzaamheden die op een onkundige wijze zijn geschied.
2.6.
Daarop heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij e-mail van 25 november 2022 (productie 7 dagvaarding) onder meer het volgende geantwoord:

Terwijl ik afwezig was heeft ING. [naam] het overgenomen en diverse afspraken met [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] gemaakt. Als dan Dhr. [naam] op de afspraak komt blijkt [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] ergens op vakantie te zijn. Afspraak niet afgezegd ….blijkbaar is de bouw dan ineens niet zo belangrijk meer.”
2.7.
Bij brief en e-mailbericht, aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verstuurd op 9 december 2022 (productie 8 dagvaarding), heeft de (toenmalige) advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] het volgende aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geschreven:
“Aangezien u niet langer werkzaamheden kon uitvoeren, is vervolgens [naam] naar voren geschoven. Los van het gegeven dat cliënten een overeenkomst hadden met u en niet met een andere partij, was hoe dan ook [naam] niet bereid om onder dezelfde voorwaarden de werkzaamheden weer voort te zetten. Dat [naam] deze werkzaamheden zou gaan voortzetten was niet afgesproken en ook nooit aanvaard.
(…) Cliënten wensen niet langer nakoming van de overeenkomst, maar vorderen vanwege het intreden van dat verzuim een vervangende schadevergoeding. Onderhavige brief geldt aldus als een omzettingsverklaring.”
2.8.
De verbouwing is niet afgerond.
2.9.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben [naam bv] (hierna: [naam bv] ) ingeschakeld, die op 10 februari 2023 een rapport heeft uitgebracht. [naam bv] heeft (met betrekking tot de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgevoerde werkzaamheden inzake de verbouwing) onder meer aangegeven dat partieel herstel, gezien de aard en de omvang van de gebreken, niet mogelijk wordt geacht. De herstel- en herbouwkosten zijn begroot op minimaal € 270.134,02.

3.Het geschil

3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
In conventie
Primair
I. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot betaling van een vervangende schadevergoeding ter hoogte van € 204.034,02, te vermeerderen met de wettelijke rente van 29 november 2022, althans een in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening,
Subsidiair
II. voor recht verklaart dat de overeenkomst tussen partijen door de rechtbank (gedeeltelijk) wordt ontbonden voor het gedeelte dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming daarvan en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dientengevolge veroordeelt tot terugbetaling van de betaalde facturen ter hoogte van een bedrag van € 95.407,00, alsmede tot betaling van een aanvullende schadevergoeding ter hoogte van € 99.034,02, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag,
Meer subsidiair
III. voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aansprakelijk is jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op grond van onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dientengevolge veroordeelt tot vergoeding van de schade die [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daardoor heeft geleden of nog zal lijden, begroot op een bedrag van € 204.034,02, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag,
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
IV. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten van € 3.795,17, althans een in goede justitie te bepalen bedrag,
V. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van het rapport van [naam bv] van € 2.904,00,
VI. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de beslagkosten ad € 617,04, te vermeerderen met het salaris conform het liquidatietarief per 1 februari 2021,
VII. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening alsmede de nakosten.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
In reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert -na vermindering van eis- dat de rechtbank:
i. voor recht verklaart dat:
primair:de onderhavige overeenkomst tot aanneming van werk door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is opgezegd en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] veroordeelt aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 105.000,00 inclusief btw, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 november 2022, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum tot aan de dag der algehele voldoening,
subsidiair:[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanwege het schuldeisersverzuim van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] (artikel 6:58 BW) op grond van artikel 6:60 BW bevrijd is van zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten aannemingsovereenkomst, omdat nakoming in redelijkheid niet meer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verlangd kan worden.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] veroordeelt in de kosten van dit geding, alsmede in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de derde dag na betekening van het vonnis aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot aan de dag der algehele voldoening.
3.5.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze gezamenlijk behandelen.
Inleiding
4.2.
De rechtbank stelt voorop dat de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 e.v. BW.
4.3.
Partijen verschillen van mening of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de aannemingsovereenkomst en, zo ja, of [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gerechtigd waren op grond daarvan de overeenkomst te ontbinden en, zo ja, of en in hoeverre [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond daarvan gehouden is tot vergoeding van schade.
Is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekortgeschoten?
4.4.
Volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op twee punten tekortgeschoten:
1. de overeengekomen werkzaamheden zijn niet afgerond en de daaromtrent gemaakte afspraken niet nagekomen.
2. de werkzaamheden die zijn verricht, zijn gebrekkig uitgevoerd.
4.5.
De rechtbank stelt voorop dat een aanvankelijke wanprestatie een schuldeiser niet ontslaat van zijn verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst. Voor zover nakoming van de gemaakte afspraken niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding van een wederkerige overeenkomst namelijk pas wanneer de schuldenaar in verzuim verkeert ex artikel 6:265 lid 2 BW. Het verzuim treedt in wanneer de schuldenaar in gebreke is gesteld door middel van een schriftelijke aanmaning, waarbij een redelijke termijn voor de nakoming wordt gegund en nakoming binnen deze termijn uitblijft ingevolge artikel 6:82 lid 1 BW. Artikel 6:83 onder c BW geeft een mogelijkheid waarin het verzuim van een schuldenaar intreedt zonder voorafgaande ingebrekestelling. Verzuim treedt in dat geval in wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis tekort zal schieten. Artikel 7:759 lid 1 BW in titel 12 ‘Aanneming van werk’ is een lex specialis van de algemene verzuimregeling. Een opdrachtnemer die werkzaamheden verricht in de uitvoering van een overeenkomst tot aanneming van werk moet in de gelegenheid worden gesteld om eventuele geconstateerde gebreken te verhelpen. De opdrachtgever moet zijn klachten kenbaar maken. Het is vervolgens in beginsel aan de opdrachtnemer om de wijze van herstel te bepalen, voor zover dit voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.
4.6.
Verder is volgens art. 7:751 BW de aannemer bevoegd het werk onder zijn leiding door anderen te doen uitvoeren, en ten aanzien van onderdelen ook de leiding aan anderen over te laten, onverminderd zijn aansprakelijkheid voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Daarmee is verzekerd dat de eindverantwoordelijkheid en de algemene coördinatie bij de aannemer blijven rusten.
4.7.
Tussen partijen staat vast dat de overeengekomen werkzaamheden niet zijn afgerond. Zij twisten over de oorzaak daarvan.
4.8.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben naar voren gebracht dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet, zoals partijen eerder hadden afgesproken, op 5 september 2022 bij de bouw is verschenen omdat hij kennelijk was gearresteerd in Spanje. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben pas weer iets van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vernomen, nadat zij op 22 november 2022 een sommatie naar hem hadden verzonden. Naar aanleiding daarvan heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangegeven zijn werkzaamheden niet af te kunnen ronden, hetgeen een tekortkoming in de nakoming met zich brengt. Voorts hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] naar voren gebracht dat de wijze van handelen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als een eenzijdige opzegging dient te worden opgevat, terwijl enkel de opdrachtgever deze bevoegdheid heeft. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had dus niet de bevoegdheid de overeenkomst op te zeggen. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen de termijn van zeven dagen, zoals genoemd in de sommatie, zijn werkzaamheden heeft hervat, en daarenboven zelf op 25 november 2022 heeft aangegeven zijn werkzaamheden neer te leggen, is het verzuim in ieder geval vanaf 29 november 2022 ingetreden. Uiteindelijk hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op 9 december 2022 te kennen gegeven niet langer nakoming te wensen en hebben zij een omzettingsverklaring opgesteld. Als vervangende schadevergoeding vorderen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een bedrag van € 204.034,02.
4.9.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist het vorenstaande. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was de opleverdatum die partijen zijn overeengekomen op zijn vroegst december 2022. Het was voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] derhalve niet mogelijk voor die datum nakoming van de overeenkomst te vorderen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kon voor die datum dan ook niet tekortschieten in het nakomen van de overeenkomst. Pas indien op 27 december 2022 was gebleken dat het werk niet zou zijn afgerond, zou op dat moment op zijn vroegst een vordering tot nakoming ontstaan. Daarenboven heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nooit geweigerd het werk af te ronden. Dat het werk niet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is afgrond, is onvoldoende om de conclusie te kunnen dragen dat sprake is van een weigering door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [naam] is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingeschakeld om de werkzaamheden voort te zetten en af te ronden. Bij e-mail van 12 september 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eisers in conventie, verweerders in reconventie] laten weten druk bezig te zijn alles weer netjes op te starten en met hulp van meerdere derden partijen te proberen de impasse, die is ontstaan voor de klant, zoveel mogelijk in juiste banen te leiden. Op grond van artikel 7:751 BW was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bevoegd om [naam] in te schakelen om het werk onder zijn leiding af te maken. Anders dan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen, is hier geen voorafgaande goedkeuring voor nodig. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verkeert sinds haar weigering om [naam] de werkzaamheden voort te laten zetten op grond van artikel 6:58 BW in schuldeisersverzuim. Door haar weigering om de onderaannemer de werkzaamheden voort te laten zetten, hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] nagelaten de medewerking te verlenen die voor deugdelijke nakoming door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] noodzakelijk was. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de overeenkomst niet opgezegd.
4.10.
Omdat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aan hun vorderingen ten grondslag hebben gelegd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de aannemingsovereenkomst en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit gemotiveerd heeft betwist, is het - op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv - aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] om de door hen in het licht van het gevoerde verweer gestelde feiten te bewijzen. In overeenstemming met het door hen gedane, voldoende gespecificeerde, bewijsaanbod zal de rechtbank [eisers in conventie, verweerders in reconventie] toelaten te bewijzen dat [naam] niet bereid was de werkzaamheden onder dezelfde voorwaarden en onder leiding van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weer te doen uitvoeren en voort te zetten.
4.11.
Het staat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] vrij bewijs te leveren door alle middelen rechtens. De rechtbank zal [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de gelegenheid stellen bij akte kenbaar te maken of zij door het horen van getuigen of anderszins aan haar bewijsopdracht wil voldoen. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen.
4.12.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] kunnen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] slechts aanspreken voor zover er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . In het geval de rechtbank van oordeel is dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet in de bewijslevering is geslaagd, en dus niet heeft bewezen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geweigerd zijn werkzaamheden af te ronden, hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst dan wel een onrechtmatige daad heeft gepleegd. In dat geval komt de rechtbank, gelet op de stellingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , niet toe aan de beoordeling van de stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat de werkzaamheden die zijn verricht, gebrekkig zijn uitgevoerd. Gelet hierop waren [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in dat geval derhalve niet gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst, noch bestaat grond om de overeenkomst thans te ontbinden.
4.13.
Als [eisers in conventie, verweerders in reconventie] slagen in het leveren van het bewijs, dan is het verzuim ingetreden en zal de rechtbank beoordelen of de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gevorderde schade is te beschouwen als schade als gevolg van die tekortkoming.
4.14.
Iedere verdere beslissing van de rechtbank wordt aangehouden tot bewijslevering heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
draagt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op te
bewijzendat [naam] niet bereid was de werkzaamheden die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zou verrichten, onder dezelfde voorwaarden en onder leiding van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , weer te doen uitvoeren en voort te zetten,
5.2.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 8 mei 2024voor uitlating door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
5.3.
bepaalt dat, als [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geen bewijs door het horen van getuigen willen leveren maar wel
bewijsstukkenwillen overleggen, zij die stukken dan direct in het geding moeten brengen,
5.4.
bepaalt dat, als [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
getuigenwillen laten horen, zij de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden september tot en met november 2024 dan direct moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.5.
bepaalt dat, als [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
uitstelvragen voor de opgave als hiervoor bedoeld in 5.2 jo.5.4, het uitstel verleend zal worden tot de rol van 10 juli 2024, waarbij de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2024 tot en met januari 2025 moeten worden opgegeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
5.6.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de zitting van mr. M. Driever, in het gerechtsgebouw te Maastricht, Sint Annadal 1,
5.7.
bepaalt dat
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Driever en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.
AP