ECLI:NL:RBLIM:2024:1623

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
C/03/328672 / FT RK 24/116 en C/03/328673 / FT RK 24/117
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van het verzoek om moratorium en schuldsaneringsregeling in het kader van huurachterstand

In deze zaak heeft verzoeker op 14 maart 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en het geven van een voorlopige voorziening bij voorraad, gebaseerd op artikel 287b van de Faillissementswet. Verzoeker huurt een woning van verweerster, Stichting Wonen Zuid, maar heeft een huurachterstand van meer dan drie maanden. De rechtbank heeft op 21 maart 2024 de zitting gehouden, waarbij verzoeker en zijn advocaat, mr. D.A. IJpelaar, aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de verweerster.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in januari 2024 ziek is geworden en daardoor zijn huur niet heeft kunnen betalen. Ondanks zijn verklaring dat hij in contact is geweest met de gemeente en een beschermingsbewindvoerder, heeft de rechtbank geoordeeld dat verzoeker onvoldoende overtuigende argumenten heeft aangevoerd om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming te voorkomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verzoeker zich nog in de stabilisatiefase bevindt en dat er geen zicht is op een minnelijk traject. Bovendien heeft verzoeker geen bewijs geleverd dat hij in staat is om zijn lopende verplichtingen na te komen.

De rechtbank heeft het verzoek om moratorium afgewezen, omdat het belang van de verweerster om de woning weer ter beschikking te krijgen zwaarder weegt dan het belang van verzoeker om in de woning te blijven. Ook is het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard, omdat het schuldhulpverleningstraject nog niet is opgestart. De rechtbank heeft de verzochte voorlopige voorziening afgewezen en het verzoek tot schuldsanering niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond afwijzing moratorium
verzoek schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk
Toezicht / insolventies
rekestnummers: C/03/328672 / FT RK 24/116 en C/03/328673 / FT RK 24/117
uitspraakdatum: 21 maart 2024
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [adres] ,
[woonplaats] ,
hierna: verzoeker
tegen
de stichting Stichting Wonen Zuid,
gevestigd te Buitenop 9, 6041 LA Roermond,
vertegenwoordigd door Adactio Gerechtsdeurwaarders,
Müncherveldstraat 4, 6161 XM Kerkrade,
hierna: verweerster

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Verzoeker heeft op 14 maart 2024 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en het geven van een voorlopige voorziening bij voorraad als bedoeld in artikel 287b van de Faillissementswet (Fw).
1.2.
Ter zitting van 21 maart 2024 zijn verschenen:
- verzoeker
- mr. D.A. IJpelaar, advocaat te Den Haag
- [naam 1] , namens Adactio Gerechtsdeurwaarders
- [naam 2] , namens woningstichting Wonen Zuid.
1.3.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Verzoeker huurt van verweerster de woning aan de [adres] , [woonplaats] voor een huurprijs van op dit moment € 782,25 per maand.
2.2.
Bij vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 14 december 2022 is verzoeker veroordeeld tot betaling van een huurachterstand aan verweerster, waarbij hem een zogenoemde ‘terme de grâce’ is verleend om binnen één maand zijn huurachterstand te voldoen om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde te voorkomen.
2.3.
Vervolgens heeft verzoeker over de maanden april tot en met juni 2023 weer een huurachterstand van meer dan drie maanden laten ontstaan.
2.4.
Op 9 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden bij de kantonrechter van deze rechtbank. Bij die gelegenheid heeft de kantonrechter mondeling uitspraak gedaan en de huurovereenkomst tussen verzoeker en verweerster vanwege de huurachterstand ontbonden, ook al was de huurachterstand inmiddels ingelopen. Uit het proces-verbaal van de mondelinge behandeling en de ter gelegenheid daarvan gedane mondelinge uitspraak blijkt dat Wonen Zuid heeft toegezegd het vonnis niet te zullen executeren als verzoeker het komende jaar zijn gebruiksvergoeding iedere maand stipt op tijd betaalt. Hiertoe is hem een gebruikersovereenkomst aangeboden. Na afloop van voormeld jaar zou Wonen Zuid bereid zijn om met verzoeker een nieuwe huurovereenkomst aan te gaan.
2.5.
De huur van januari 2023 van € 782,25 is op 3 januari 2024 gestorneerd, waarna verzoeker op 13 januari 2024 een deelbetaling van € 500,- aan Wonen Zuid heeft gedaan.
2.6.
Bij exploot van 29 januari 2024 heeft de deurwaarder namens Wonen Zuid de grosse van voornoemd proces-verbaal betekend aan verzoeker en aan hem bevel gedaan om binnen veertien dagen de woning te verlaten en te ontruimen. Verzoeker heeft aan dit bevel geen gehoor gegeven.
2.7.
De huurpenningen van februari en maart 2024 zijn eveneens gestorneerd. Verzoeker heeft na 13 januari 2024 geen (deel-)betalingen meer verricht aan Wonen Zuid.
2.8.
De gedwongen ontruiming van de woning stond gepland op 20 maart 2024, maar is niet doorgegaan in afwachting van de beslissing op onderhavig verzoek.
2.9.
Tot en met 21 maart 2024 bedraagt de huurachterstand € 1.846,75.

3.De beoordeling

Moratorium

3.1.
Verzoeker verzoekt verweerster te bevelen gedurende zes maanden de executie van voormelde uitspraak op te schorten.
3.2.
Het verzoek is gebaseerd op artikel 287b FW. De in dat artikel genoemde voorlopige voorzieningen dienen om de mogelijkheden van een minnelijke regeling met de schuldeisers nader te kunnen onderzoeken dan wel de goede trouw (als bedoeld in artikel 288 Fw) meer gefundeerd te laten blijken. Uit voormelde uitspraak van 9 oktober 2023 blijkt van een gedwongen woningontruiming en dus van een bedreigende situatie als bedoeld in voormeld artikel. De zaak is geschikt om in het kader van artikel 287b Fw te beoordelen en te beslissen.
3.3.
De gevraagde voorlopige voorziening strekt naar haar aard tot het van toepassing verklaren van artikel 305 Fw. In het tweede lid van het genoemde artikel is - kort gezegd - bepaald dat de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis wordt opgeschort voor de duur van de schuldsaneringsregeling, mits de lopende huurpenningen tijdig worden voldaan.
3.4.
Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij in januari ziek is geworden. Hij heeft een ziektewetuitkering aangevraagd. Deze uitkering is hem toegekend echter niet met terugwerkende kracht waardoor hij één maand aan inkomen mist. Hij heeft gedurende een periode van drie maanden zijn huur niet betaald, evenals alle overige vaste lasten. Hij heeft zich uiteindelijk tot de gemeente gewend voor hulp. De gemeente heeft niet tegen hem gezegd dat hij de lopende huur moet betalen; de gemeente heeft wel gezegd dat hij er voor moet zorgen dat hij de woning kan behouden. Voorts heeft verzoeker verklaard dat de woningstichting tijdens een telefonisch onderhoud zou hebben gezegd dat ook al zou hij de huur betalen, de uitzetting toch doorgezet zou worden.
3.5.
Volgens mr. IJpelaar betreft het een klassiek geval waarvoor een moratorium uitkomst zou bieden. Verzoeker zag en ziet door de bomen het bos niet meer. Inmiddels is er contact geweest met de gemeente en een beschermingsbewindvoerder. Hiermee is de benodigde hulp ingezet. Mr. IJpelaar kent de totale schuldenlast niet. Voorts heeft hij verklaard dat er voldoende inkomen is om de huurpenningen te voldoen en de huur over de maand april zal dan ook meteen per 1 april overgemaakt worden.
3.6.
Verweerster heeft naar voren gebracht dat verzoeker, ondanks de ondertekende gebruikersovereenkomst, toch weer een huurschuld heeft laten ontstaan en zich vervolgens onbereikbaar gehouden. Verweerster heeft voorts ter zitting verklaard te twijfelen of verzoeker de lopende verplichtingen zal voldoen en zelfs, wegens het inkomen in relatie tot de huur, zal kunnen voldoen. De gemeente heeft beslag gelegd op het inkomen en de door mr. IJpelaar genoemde bedragen aan huur- en zorgtoeslag lijken te hoog ingeschat en zijn gebaseerd op aannames. Voorts is verweerster ervan overtuigd dat een gemeente een verzoeker altijd zal adviseren de lopende huur te betalen. Zij acht het derhalve kwalijk dat verzoeker dat niet heeft gedaan. Verweerster verzoekt daarom het moratorium af te wijzen. Zij heeft er geen vertrouwen in dat verzoeker nu opeens wel stipt de huur zal voldoen. Hierbij speelt ook een rol dat verzoeker geen enkel bewijsstuk heeft aangeleverd om de ter zitting gedane uitspraken te staven. Waarom ligt er beslag en waar heeft dat beslag betrekking op? Een beschikking van de gemeente ontbreekt. Waarom werd de ziektewetuitkering van verzoeker niet met terugwerkende kracht toegekend? Een beschikking van het UWV ontbreekt. Welke toeslagen worden, dan wel zijn aan verzoeker toegekend? Een beschikking huur- en zorgtoeslag ontbreekt. Welke garantie geeft verzoeker dat hij de huur over de maand april daadwerkelijk op 1 april zal hebben overgemaakt? Verweerster heeft er geen vertrouwen in dat verzoeker de huur vanaf april en in de toekomst stipt zal voldoen. Ook moeten de schulden nog gestabiliseerd worden, zodat maar zeer de vraag is of er een buitengerechtelijke schuldenregeling tot stand kan komen binnen het tijdsbestek van een moratorium.
3.7.
De rechtbank overweegt als volgt. De voorlopige voorziening van art 287b Fw heeft tot doel om een schuldenaar een adempauze te verschaffen van maximaal zes maanden in het minnelijk traject zodat er zonder dat er sprake is van een dreigende situatie, zoals onderhavige huisuitzetting, een minnelijke regeling kan worden bereikt en afgerond. Daarnaast is deze periode ervoor bedoeld om een schuldenaar de gelegenheid te geven zijn goede trouw gefundeerd te laten blijken. Voor toepassing van art 287b Fw moet in beginsel een aanvang gemaakt zijn met het minnelijk traject, direct aansluitend aan de stabilisatiefase.
3.8.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker onvoldoende overtuigende argumenten heeft aangevoerd om de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming te voorkomen. Ten eerste staat niet vast dat sprake is van de voor een schuldenregeling vereiste toestand als bedoeld in artikel 284 lid 1 Fw. Er is nog geen enkel zicht op de schuldenlast. Verzoeker en mr. IJpelaar hebben geen idee hoe hoog de schulden zijn. Ook is onduidelijk wat de netto-inkomsten (inclusief toeslagen) zijn en wat de hoogte van de vaste lasten is. Het is daarom niet duidelijk of sprake is van problematische schulden.
3.9.
Zelfs als in het voordeel van verzoeker wordt aangenomen dat sprake is van problematische schulden ligt het verzoek niet voor toewijzing gereed. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
3.9.1.
Verzoeker bevindt zich nog in de stabilisatiefase, deze is nog maar zeer kort geleden gestart. Van een start met een minnelijk traject is in het geheel nog geen sprake. Verzoeker heeft weliswaar contact gehad met een beschermingsbewindvoerder, maar het bewind is nog niet aangevraagd, laat staan uitgesproken. Uit de wetsgeschiedenis bij artikel 287b Fw blijkt dat dit artikel een grondslag biedt voor het bereiken van een adempauze die de schuldenaar in staat moet stellen het minnelijke traject
voort te zetten[cursivering van rechtbank] om met zijn schuldeisers een regeling van zijn schulden te bereiken c.q. af te ronden. De gevraagde adempauze in deze zaak is echter niet bedoeld om een minnelijk traject voort te zetten, maar om een traject in te kunnen gaan ter stabilisatie van de situatie van verzoeker, waarna wellicht een minnelijk traject kan worden gestart. Hiervoor is naar het oordeel van de rechtbank een moratorium niet bedoeld. Bovendien is het, nu de stabilisatiefase nog moet worden opgestart, maar zeer de vraag is of een buitengerechtelijke schuldenregeling überhaupt kan slagen binnen het maximale tijdsbestek van een moratorium.
3.9.2.
Verzoeker heeft ter zitting op geen enkel wijze aangetoond dat hij de lopende verplichtingen zal nakomen. Hij heeft hiertoe enkel zijn woord gegeven, echter niets aangevoerd waaruit de rechtbank kan concluderen dat hij zich – deze keer – aan zijn woord zal houden of dat hij zich aan zijn woord zal kúnnen houden. Immers is onduidelijk wat de netto-inkomsten (inclusief toeslagen) zijn en wat de omvang is van de vaste lasten die hiervan betaald moeten worden.
3.9.3.
Daarbij is ter zitting niet duidelijk geworden waarom verzoeker de afgelopen drie maanden in het geheel geen vaste lasten heeft betaald, terwijl hij hiertoe wel de middelen had. Hij heeft volgens eigen zeggen immers één maand aan inkomsten gemist, maar desondanks drie maanden niet betaald. Voorts is onduidelijk gebleven waarom verzoeker niet eerder hulp heeft gezocht bij het regelen van zijn financiën.
3.10.
De rechtbank acht bovendien het belang van verweerster als verhuurder om de woonruimte weer ter beschikking te krijgen opdat zij er op korte termijn andere, wel betalende huurders in kan laten gaan wonen, zwaarwegender dan het belang van verzoeker om er te blijven wonen. Zeker gelet op het feit dat verzoeker, ondanks twee eerdere uitspraken van de kantonrechter, steeds opnieuw weer een huurachterstand laat ontstaan. Dat de huur over de afgelopen maanden, en dan specifiek de huur van deze maand, maart 2024, zelfs niet is voldaan, terwijl er volgens eigen zeggen van verzoeker wel voldoende financiële ruimte was hiervoor, acht de rechtbank ook zeer kwalijk. De lopende huur wordt dus niet betaald, laat staan dat er op de huurschuld wordt ingelopen. Dit gedrag verdient geen moratorium.
3.11.
Het verzoek zal gelet op al het voorgaande dus worden afgewezen.
Schuldsaneringsregeling
3.12.
Het schuldsaneringsverzoek in onderhavige zaak is niet-ontvankelijk nu blijkt dat het schuldhulpverleningstraject nog in het geheel niet is opgestart.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
wijst af de verzochte voorlopige voorziening,
4.2.
verklaart het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 maart 2024 in tegenwoordigheid van M.P.J. Huijs, de griffier.