Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met de producties
- de rolbeslissing van 5 januari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties 8 t/m 14 in conventie en reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 6 september 2022 waarin de zaak
- de brieven aan partijen van 3 mei 2023 betreffende wijziging van de behandelend rechter;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“Partijen treden omtrent de herziene begroting met elkaar in overleg. Indien dit overleg niet binnen 3 weken na voorlegging herziene begroting aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] leidt tot overeenstemming wordt de overeenkomst ontbonden.”Naar de rechtbank begrijpt ziet het verwijt van MBB vooral op de omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] – volgens MBB – wel verklaarde bereid te zijn tot overleg, maar vervolgens niet daadwerkelijk het overleg met MBB aanging.
“Indien dit overleg niet binnen 3 weken na voorlegging begroting aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] leidt tot overeenstemming wordt de overeenkomst ontbonden.”Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen verklaard dat hiermee is bedoeld dat de overeenkomst in dat geval (van rechtswege) is ontbonden. Doordat de afspraken onder het kopje ‘ontbindende voorwaarden / indexering’ van de AOK in de plaats zijn getreden van artikel 9.3 van de SOK wordt dit van rechtswege tussen partijen geldende rechtsgevolg, gelet op de samenhang en inhoud van die bepalingen (en gelet op de algemene samenhang tussen de SOK en de AOK, zie r.o. 4.2), geacht te gelden voor beide overeenkomsten, ook al spreekt de tekst van de SOK en AOK telkens over ontbinding van de overeenkomst in enkelvoud.