ECLI:NL:RBLIM:2024:1542

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
03/265946-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor seksuele handelingen met verstandelijk gehandicapte vrouw

Op 8 april 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 oktober 2023 seksuele handelingen heeft verricht met een verstandelijk gehandicapte vrouw, terwijl hij wist dat zij niet in staat was haar wil kenbaar te maken. De verdachte, die als vrijwilliger werkte bij een zorginstelling, heeft de vrouw in een staat van lichamelijke onmacht misbruikt. De rechtbank oordeelde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de seksuele handelingen, waaronder het masseren van de borsten van het slachtoffer en het in de mond brengen van zijn penis. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is er een schadevergoeding van € 5.000,- toegewezen aan het slachtoffer, die zich als benadeelde partij had gevoegd in het proces. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod in de omgeving van de zorginstelling waar het misbruik plaatsvond. De uitspraak benadrukt de ernst van het misbruik en de kwetsbaarheid van het slachtoffer, en de rechtbank heeft rekening gehouden met de impact van het delict op de familie van het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers : 03.265946.23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1947,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. E. Gorsselink, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 maart 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is op 25 maart 2024 gesloten.
Namens het slachtoffer [slachtoffer] heeft [naam 1] zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord mr. F. Oehlen, advocaat kantoorhoudende te Sittard. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte
bij [slachtoffer] de borsten heeft gemasseerd en zijn penis in de mond heeft gebracht, (
primair) terwijl hij wist dat zij in een staat van lichamelijke onmacht verkeerde, of dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet (geheel) in staat was haar wil daarover te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of (
subsidiair) terwijl zij als cliënt aan zijn hulp en zorg was toevertrouwd,
dan wel (
meer subsidiair) dat de verdachte haar borsten heeft gemasseerd en zijn penis richting haar mond heeft gebracht, terwijl hij wist dat zij in een staat van lichamelijke onmacht verkeerde, of dat zij aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat zij niet (geheel) in staat was haar wil daarover te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde feit. Op basis van het dossier en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting staat volgens de officier van justitie vast dat [slachtoffer] niet in staat was om haar wil te bepalen en kenbaar te maken en dat de verdachte dit ook wist. De officier van justitie acht voldoende steunbewijs aanwezig om wettig en overtuigend bewezen te achten dat de verdachte zijn penis niet alleen richting haar mond maar ook daadwerkelijk in haar mond heeft gebracht.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring, maar merkt op dat de rechtbank zal moeten beoordelen of het seksueel binnendringen wel formeel bewezen kan worden, omdat een bewezenverklaring niet enkel gebaseerd kan zijn op de verklaring van de verdachte.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De onderstaande bewijsmiddelen zijn in dit vonnis zakelijk weergegeven, tenzij anders is vermeld.
Bewijsmiddelen
Getuige [naam 2]verklaarde op 12 oktober 2023 als volgt [2] :
Op 11 oktober (
de rechtbank begrijpt: 2023) kwam ik terug gelopen van een project. Ik kwam vanuit dat bosgebied het terrein op lopen en ik zag bij de paardenstal onder de overkapping een man bij een rolstoel staan. Ik zag bewegingen wat voor mij geen normale bewegingen zijn. Ik maakte mij direct zorgen en ik trok een sprintje naar de
paardenstal onder de overkapping. Ik trok de man direct weg bij het slachtoffer. De man die ik zag was [verdachte] , een vrijwilliger binnen [zorgorganisatie] . Ik zag dat [verdachte] het hoofd van mevrouw [slachtoffer] vast had en bewegingen maakte naar zijn geslachtsdeel. Ik pakte [verdachte] bij zijn arm en trok hem daar weg. Hij was zo overdonderd dat ik hem alleen maar hoefde aan te raken. Hij had zijn broek/gulp open, ik zag zijn geslachtsdeel niet. Mevrouw [slachtoffer] heeft normaal een slabber om en die lag over haar schouder heen. Ik zag hem namelijk nog bewust die slabber terug leggen om alles te fatsoeneren. Het eerste wat hij zei: "Ik heb een hele grote fout gemaakt". Ik heb [verdachte] wel gezegd dat zij dadelijk aan hem gaan vragen of dit vaker is gebeurd. En [verdachte] gaf aan dat dit een van de eerste keren was geweest. Toen ik later met [verdachte] bij die collega [naam 3] (
de rechtbank begrijpt: [naam 3] )stond heeft [verdachte] ook gezegd dat hij zijn geslachtsdeel bij mevrouw [slachtoffer] in de mond heeft geduwd.
Dat wat ik gezien heb was toen ik nog op afstand stond. Dat [verdachte] het hoofd van mevrouw naar zijn geslachtsdeel bracht en op en neer ging.
Getuige [naam 4]verklaarde op 12 oktober 2023 als volgt [3] :
Gisteren was ik aan het werk bij [zorgorganisatie] (
de rechtbank ambtshalve bekend als [zorgorganisatie] , gelegen te [adres 2] ). Ik kwam bij de boerderij en ik zag [naam 3] bij de rolstoel van mevrouw [slachtoffer] staan. Vijf meter verderop stond [naam 5] met de vrijwilliger [verdachte] . Mijn focus was meteen gericht op de vrijwilliger. Ik ging voor hem staan en vroeg: "Vertel eens wat heb jij gedaan?" Ik zag schaamte en hij zei: "Wat stom, dom, dat had ik niet moeten doen". Ik vroeg: "Wat heb je dan gedaan?" [verdachte] vertelde met veel schaamte: " Mijn piemel, ja … ja ... ja, in de mond van de client.". Omdat het zo hakkelig ging heb ik het samengevat en tegen [verdachte] gezegd: 'Heb jij jouw geslachtdeel in de mond van deze cliënt gehad?" Ik wees naar de cliënt. Ik hoorde dat hij volmondig: "ja" zei.
Verdachteheeft bij de politie als volgt verklaard [4] :
Ik heb een blackout gehad en heb aan haar borsten gevoeld en mijn piemel uit mijn broek gehaald en vastgehouden. Ik was met [slachtoffer]
(de rechtbank begrijpt [slachtoffer] ). [slachtoffer] zit in een rolstoel. Ze is gehandicapt. Ze kan bijna niets. Ze moeten haar eten en drinken geven en verschonen. Ik heb [slachtoffer] aan de borsten gezeten, zonder beha. Aan de blote borsten. Boven bij de nek ben ik met een hand naar binnen gegaan in het truitje. Toen ik met de handen borsten van [slachtoffer] aanraakte, heb ik gemasseerd. Ik heb haar in ieder geval geen pijn gedaan. Toen ben ik naar mijn piemel gegaan. Ik heb de rits van mijn broek losgemaakt en mijn piemel eruit gehaald.
Gedragsdeskundigen hebben in juni 2023 als volgt over [slachtoffer] gerapporteerd: [5]
Ze is een vrouw met een zeer ernstige verstandelijke beperking. Ze heeft
het Phelan-McDermid Syndroom. Er kan geen uitspraak worden gedaan over
haar niveau van functioneren omdat ze aan de ondergrens scoort. Ze behaalt op alle
subschalen de minimale scores. Op de Communicatie behaalt ze op 'luisteren en
begrijpen' en 'spreken' een leeftijd van 1 maand. Op het gebied van de Socialisatie wordt een leeftijd van 0 maanden behaald op 'omgaan met anderen'. Ze moet geheel door begeleiders verzorgd en aangekleed worden. Ze eet niet zelfstandig. Ze verplaatst zich niet zelfstandig. Ze kan zich niet duidelijk maken door gesproken taal/gebaren. Ze reageert steeds traag, niet alert op omgevingsprikkels. Ze lijkt weinig of geen interesse te hebben in de omgeving. Ze begrijpt meestal niet wat men haar duidelijk wil maken. Ze vertoont niet of nauwelijks initiatief. Ze behoeft de laatste maanden intensieve hulpverlening en verpleging vanwege ernstige lichamelijke en/of psychische aandoeningen. De emotionele leeftijd komt het beste overeen met fase 1 (adaptatiefase: 0-6 maanden). Wanneer ze angstig is, verstijft ze. Ze uit niet echt woede en angst. Ze is volledig op zichzelf gericht. Ze maakt geen onderscheid tussen zichzelf en de ander. Ze heeft geen empathie, normbesef en moreel bewustzijn.
Verdachteheeft ter terechtzitting verklaard [6] :
Ik wist dat [slachtoffer] zo beperkt was. Ik ken haar al lang.
Bewijsoverweging
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de verdachte op 11 oktober 2023 met [slachtoffer] op het terrein van [zorgorganisatie] te [plaatsnaam] seksuele handelingen heeft verricht, terwijl hij wist dat zij in staat van lichamelijke onmacht verkeerde en door haar verstandelijke handicap niet in staat was om haar wil te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Verdachte heeft bekend dat hij haar borsten heeft gemasseerd en dat hij zijn penis uit zijn broek heeft gehaald en daarmee in de richting van [slachtoffer] heeft bewogen. Gelijk na het incident heeft verdachte tegen getuigen [naam 5] en getuige [naam 4] gezegd dat hij zijn penis in de mond van [slachtoffer] heeft gebracht.
De verklaring van verdachte gelijk na het gebeuren wordt ondersteund door de waarneming van getuige [naam 5] . Hij ziet dat verdachte het hoofd van [slachtoffer] vasthad, bewegingen maakte in de richting van zijn penis en hierbij op en neer ging. Hoewel [naam 5] niet heeft gezien dat de penis van verdachte daadwerkelijk in de mond van [slachtoffer] was, ziet de rechtbank in de uiterlijke verschijningsvorm van de waargenomen bewegingen ondersteunend bewijs dat er sprake was van orale seks.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 11 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Peel en Maas, met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van lichamelijke onmacht verkeerde en aan een zodanige verstandelijke handicap leed dat deze niet in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen heeft gepleegd die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] en het masseren van de borsten van die [slachtoffer] .
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
met iemand van wie hij weet dat hij in staat van lichamelijke onmacht verkeerde dan wel aan een zodanige verstandelijke handicap lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, handelingen plegen die bestaan mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De officier van justitie vordert als bijzondere voorwaarden op te leggen een contactverbod met het slachtoffer en haar ouders en een locatieverbod. De officier van justitie heeft bij het formuleren van zijn eis – bij afwezigheid van specifieke richtlijnen – aansluiting gezocht bij de richtlijnen van het Openbaar Ministerie ter zake van seksueel misbruik van minderjarigen. Voorts heeft hij rekening gehouden met de ernst van het feit en de grote lichamelijke en verstandelijke kwetsbaarheid van het slachtoffer. Hij noemt het delict onvoorstelbaar, onverklaarbaar en onvergeeflijk.
Daarnaast vordert de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - onder verwijzing naar jurisprudentie en gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte - verzocht aan de verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Subsidiair verzoekt de raadsman de eis van de officier van justitie aanzienlijk te matigen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De ernst van het feit
Verdachte was in zijn werkzame leven in dienst bij zorginstelling [zorgorganisatie] . Meer dan veertig jaar was hij daar werkzaam in diverse functies en de laatste tien jaar werkte hij hier als vrijwilliger. Naar eigen zeggen heeft hij met name gewerkt bij mensen die door hun beperking functioneren op het laagste niveau. Op 11 oktober 2023 nam de verdachte, zoals bijna iedere woensdagmiddag, het slachtoffer mee voor een wandeling. Door een verstandelijke beperking kan zij niet praten, niet lopen en heeft zij het mentale niveau van een baby van maximaal zes maanden oud. In een uithoek van het terrein, waar over het algemeen weinig tot geen mensen komen, is verdachte seksueel binnengedrongen bij het slachtoffer door zijn penis in haar mond te brengen en heeft hij aan haar borsten gezeten, terwijl hij wist dat het slachtoffer volkomen weerloos was. Hij heeft zijn wetenschap over haar lichamelijke beperkingen en het hem bekende gegeven dat het slachtoffer zeer kwetsbaar was, volledig naast zich neergelegd. Een verklaring waarom hij dit heeft gedaan, heeft de verdachte niet gegeven, zodat enkel geconstateerd kan worden dat hij dit heeft gedaan om zijn eigen lustgevoelens te bevredigen. Hij heeft het welzijn van het slachtoffer daarbij compleet uit het oog verloren.
De verdachte heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Hij heeft bovendien misbruik gemaakt van zijn positie als vrijwilliger en met name van het vertrouwen dat het slachtoffer in hem had mogen hebben. Hoewel het slachtoffer zelf niet kan aangeven wat de gevolgen van het misbruik op haar zijn, blijkt uit de voorgedragen slachtofferverklaring welke impact dit gebeuren heeft gehad op de ouders en haar broer. Zij vrezen dat het misbruik al langer gaande was, misschien zelfs wel met andere cliënten van [zorgorganisatie] . Daarnaast geven zij aan dat het slachtoffer sinds de verdachte niet meer met haar gaat wandelen haar - voorheen verstoorde - slaappatroon voor het eerst (weer) normaal is. Het moet volgens de rechtbank voor de familie een zeer wrange gedachte zijn dat hun dochter en zus niet heeft kunnen uiten hoe zij dit alles ervaart en dat zij haar moeilijk kunnen helpen bij de verwerking daarvan. Dit alles is veroorzaakt door de verdachte. De rechtbank weegt verder in het nadeel van de verdachte mee dat door zijn handelen een breuk is ontstaan in het vertrouwen dat de ouders van het slachtoffer voorheen hadden in de instelling waar zij verblijft en de wijze waarop voor haar wordt gezorgd. Hij heeft dit misdrijf gepleegd op een plek en in een rol waar hij slechts toegang tot had omdat hij decennialang voor deze organisatie heeft gewerkt en voor deze mensen heeft gezorgd. Daarom heeft hij naast de familie van het slachtoffer nog talloze andere families opgezadeld met vragen die misschien nooit beantwoord zullen worden. De schade die hij daarmee heeft aangericht, gaat verder dan deze zaak alleen.
Straf
Bij de strafoplegging kijkt de rechtbank niet alleen naar de gevolgen voor de slachtoffers, maar ook naar de overige specifieke omstandigheden in deze zaak en straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank kijkt hierbij ook naar straffen opgelegd in zaken die betrekking hebben op andere kwetsbare slachtoffers, zoals minderjarigen.
De rechtbank houdt rekening me de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, namelijk dat hij een blanco strafblad heeft en dat hij zorgt voor zijn dementerende vrouw. Hoewel de rechtbank begrijpt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook van invloed zal zijn op de vrouw van de verdachte, is de rechtbank, anders dan de raadsman, van oordeel dat in deze zaak een gevangenisstraf de enige passende strafmodaliteit is. De verdachte had zich de gevolgen eerder kunnen en moeten realiseren. De verdachte droeg immers ten tijde van het plegen van het feit ook al de zorg voor zijn dementerende vrouw.
De raadsman heeft ook nog verzocht om het aan verdachte opgelegde locatieverbod te laten meewegen in de strafmaat en deze om die reden te matigen. De rechtbank begrijpt dat een locatieverbod verdachte beperkt in zijn vrijheden, maar ziet in het opleggen van een locatieverbod geen reden de hierna op te leggen straf verder te matigen.
Alles overwegende acht de rechtbank de strafeis van de officier van justitie passend. Zij zal daarom opleggen een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd, met een proeftijd van drie jaren en daaraan verboden een contact- en locatieverbod.
In de persoonlijke belangen van de verdachte ziet de rechtbank wel aanleiding het verzoek van de officier van justitie, om de schorsing van de voorlopige hechtenis met ingang van heden op te heffen, af te wijzen. De verdachte kan deze schorsing gebruiken om de zorg voor zijn vrouw te regelen voor de tijd dat hij gedetineerd zal zijn.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

Het slachtoffer [slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De vordering strekt tot vergoeding van € 5.000,-, bestaande uit immateriële schade. Namens de benadeelde partij is tevens verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Zowel de officier van justitie als de verdediging acht de vordering voor toewijzing vatbaar. De verdediging heeft uitdrukkelijk geen verweer gevoerd tegen de vordering, omdat de verdachte dit bedrag wil betalen.
De rechtbank overweegt dat zowel uit het dossier als uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat aan de benadeelde partij rechtstreekse schade is toegebracht. Het gevorderde en bewust niet bestreden bedrag voor immateriële schade van € 5.000,- acht de rechtbank billijk en zal zij toewijzen met vermeerdering van de wettelijke rente.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank de maatregel van artikel 36f Wetboek van Strafvordering opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 243 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaarthet tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreektde verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaartdat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaartde verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeeltde verdachte voor tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
  • beveeltdat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaaltdat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • steltde volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
contactverbod: Veroordeelde zoekt of heeft op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met het slachtoffer [slachtoffer] , haar ouders of Stichting [zorgorganisatie] ;
locatieverbod: Veroordeelde bevindt zich niet op een locatie van Stichting [zorgorganisatie] en veroordeelde bevindt zich niet Panningen, Helden, Beringe en Echel, plus het deel van [plaatsnaam] ten zuiden van de Everlose Beek en ten westen van de N277. Indien de veroordeelde voor zichzelf of ter ondersteuning van zijn vrouw wegens medische zorg de huisarts of apotheek dient te bezoeken mag hij naar de huisartsenpraktijk [naam 6] per adres [adres 3] . Dit voor de duur van de afspraak en de tijd die nodig is om direct naar deze locatie te rijden en terug. Hij dient hierover van te voren de reclassering in te lichten, tenzij er sprake is van medische spoed. Hij dient hierbij een andere route te kiezen dan via de [adres 4] in Panningen, tenzij dit in geval van medische spoed de snelste route is.
  • geeftaan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
  • wijstde vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe en veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van € 5.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 11 oktober 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • legtaan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 5.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 60 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeeltde verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. van de Pasch, voorzitter, mr. J.M.E. Kessels en mr. I.T.H.L. van de Bergh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.A.J.A.P. Merk, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 8 april 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks
11 oktober 2023 te [plaatsnaam], in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland,
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening
en/of
verstandelijke handicapleed
dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of medebestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] en/of het aanraken en/of betasten en/of masseren van de borst(en) van die [slachtoffer] ;
( art 243 Wetboek van Strafrecht )
subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland,
terwijl hij (
als vrijwilligerbij Stichting [zorgorganisatie] ) werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich als patiënt of cliënt aan zijn, verdachtes, hulp en/of zorg had
toevertrouwd, immers heeft verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, hand(en) (van bovenaf) gebracht en/of gehouden in de trui, althans de bovenkleding en/of onder de bh van die [slachtoffer] en/of
- de borst(en) van die [slachtoffer] aangeraakt en/of betast en/of gemasseerd en/of
- zijn, verdachtes, penis uit zijn broek en/of onderbroek gehaald, althans (gedeeltelijk) ontbloot en/of die penis vastgehouden en/of die penis naar en/of in de richting en/of in de buurt van en/of bij en/of op/tegen de mond en/of de lippen van die [slachtoffer] gebracht en/of geduwd en/of gehouden en/of (vervolgens)
- het hoofd van die [slachtoffer] vastgepakt en/of vastgehouden en/of naar en/of in de richting van en/of op/tegen zijn, verdachtes, penis gebracht en/of bewogen en/of -zijn, verdachtes, penis geduwd en/of gebracht in de mond van die [slachtoffer] en/of zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] (heen en weer en/of op en neer) bewogen;
( art 249 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiairalthans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 11 oktober 2023 te [plaatsnaam] , in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland,
met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening
en/of verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, te weten het
- (van bovenaf) brengen en/of houden van zijn, verdachtes, hand(en) in de trui, althans de bovenkleding en/of onder de bh van die [slachtoffer] en/of
- aanraken en/of betasten en/of masseren van de borst(en) van die [slachtoffer] en/of
- uit zijn, verdachtes, broek en/of onderbroek halen, althans (gedeeltelijk) ontbloten van zijn, verdachtes, penis en/of die penis vasthouden en/of die penis naar en/of in de richting en/of in de buurt van en/of bij en/of op/tegen de mond en/of lippen van die [slachtoffer] brengen en/of duwen en/of houden van zijn, verdachtes, penis en/of
- vastpakken en/of vasthouden van het hoofd van die [slachtoffer] en/of brengen en/of bewegen van het hoofd van die [slachtoffer] naar en/of in de richting van en/of op/tegen zijn, verdachtes, penis;
( art 247 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2023-161811, gesloten d.d. 24 oktober 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 80;
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] , d.d. 12 oktober 2023, p. 29 – 34;
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] , d.d. 12 oktober 2023, p. 41 – 42;
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 12 oktober 2023, p. 58 – 63;
5.Verslag psychodiagnostisch onderzoek d.d. juni 2023, p. 21-28.
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 4 maart 2024;