Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser sub 2]in zijn hoedanigheid van maat van eiseres sub 1,
[eiser sub 3], in haar hoedanigheid van maat van eiseres sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2
- de akte overlegging producties 13 tot en met 18 van [de maatschap]
- de akte overlegging producties 3 en 4 van het Waterschap
- de akte overlegging productie 5 van het Waterschap
- de akte overlegging productie 19 van [de maatschap]
- de spreekaantekeningen van [de maatschap]
- de spreekaantekeningen van het Waterschap
- de akte na comparitie van het Waterschap, met productie 6.
2.De feiten
3.Het geschil
inclusief btw, vermeerderd met rente,
in totaal € 11.266,92 inclusief btw, vermeerderd met rente,
begroot op € 2.372,84,
4.De beoordeling
- onvoldoende onderhoud te verrichten
- na te laten adequaat te reageren op klachten van [de maatschap] over het te
- i) Het Waterschap heeft voorafgaande aan de schadegebeurtenis normaal onderhoud gepleegd. Zo werd het Bientje twee keer per jaar volgens een vast schema gemaaid, waarmee wordt bedoeld dat begroeiing op het talud en de bodem en alles wat in het water drijft wordt weggehaald. Sinds 2018 wordt het Bientje drie keer per jaar gemaaid.
- ii) Het Waterschap heeft wel adequaat gereageerd op de klachten van [de maatschap] in 2010, rekening houdende met het gegeven dat ook op 12 en 14 november 2010 (de periode waarover de klacht destijds ging) sprake was van extreme bovennormatieve neerslag (verwezen wordt naar een link op de website van het KNMI). Alle watergangen stonden dat weekend (over)vol en duizend percelen in het beheersgebied van het Waterschap kampten met wateroverlast. De klacht van [de maatschap] was op dat moment voor het Waterschap daarom terecht geen reden tot het doen van nader onderzoek. Nog daargelaten het feit dat de watergangen in 2010 nog niet hoefden te voldoen aan de NBW-normen. Het Waterschap heeft naar aanleiding van de melding van [de maatschap] in 2010 wel extra gemaaid, terwijl watergang Bientje nog niet op de maaiplanning stond en pompen ter beschikking gesteld.
- iii) Voor wat betreft de wateroverlast in 2016 heeft het Waterschap gesteld dat het meteen vanaf de eerste hevige neerslag op 30 mei 2016 in actie is gekomen om wateroverlast in haar beheersgebied (waarin de percelen van [de maatschap] zijn gelegen) te beperken. Het Waterschap heeft extra maaiwerk verricht en, noodpompen geplaatst, zandzakken verstrekt, stuwen verlaagd en extra inspecties uitgevoerd. Door veldmedewerkers en externen zijn enkele duizenden manuren gewerkt om de wateroverlast te bestrijden. Het Waterschap meent dat zij met de beschikbare mensen en middelen al het mogelijk heeft gedaan om de wateroverlast in juni 2016 te bestrijden. Zij had dat op geen enkele andere wijze verder kunnen beperken of voorkomen.
- iv) Het waterschap is pas bij brief van 30 januari 2017 op de hoogte gesteld van de schade die [de maatschap] in juni 2016 zou hebben geleden. Haar kan dan ook niet verweten worden dat zij in de schadeperiode niet specifiek ten behoeve van de percelen van [de maatschap] nog meer heeft gedaan.
- v) Het Waterschap voert periodiek een watersysteemtoets uit. Voor het laatst in 2020. Daaruit is naar voren gekomen dat het Bientje niet voldoet aan de 1/10 NBW norm en dus een knelpunt is. Daarom is een bestuursrechtelijk traject in gang gezet om dit aan te pakken. Bij besluit van 23 mei 2023 is het projectplan “ [projectnaam] ” vastgesteld. Kort samengevat houdt dat plan in dat het Waterschap watergang Bientje gaat verbreden van 1 meter naar 1,5 meter, gaat verdiepen met 1 meter, dat het talud wordt verflauwd en de stuw bovenstrooms van de duiker onder de Noordervaart wordt verwijderd.
- vi) Het Waterschap stelt met een verwijzing naar het rapport van zijn deskundige dat de schade voor [de maatschap] in 2016 ook was ontstaan als geen sprake was geweest van een knelpunt, vanwege de kwetsbare ligging van de percelen van het Waterschap en de extreme bovennormatieve neerslagsituatie in de maand juni 2016 waardoor de bergingscapaciteit van de bodem beperkt was. De percelen hadden vanwege de extreme neerslag bovendien extra water te verwerken van de bovenstrooms gelegen percelen. De schade had niet voorkomen kunnen worden.
- vii) Volgens het Waterschap heeft het Bientje – hoewel het thans als een “knelpunt” is gekwalificeerd – niet eerder dan 2016 tot schades geleid (althans dat heeft [de maatschap] niet aangetoond) en bestond er geen aperte noodzaak om extra maatregelen te treffen. Er zijn ook geen schademeldingen van andere eigenaren van percelen nabij die van [de maatschap] bij het Waterschap bekend.
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)